De Vlasvink herleeft na opdoeking Vinkenmaatschappij: “Ach, zo’n nestkastje, dat is snel gemaakt, hé”
Nu we meer tijd doorbrengen in de tuin, geven we vogels opnieuw meer aandacht, maar bij de vereniging ‘De Vlasvink’ staat de vogel al 63 jaar centraal
We spreken af in het park van Dadizele, waar Jan Claerbout (82) en Eric Feys (73) samen met enkele bewoners van vzw Mariënstede bestaande nestkastjes kuisen en nieuwe ophangen. “Met het gaatje naar het oosten, zo komt er geen regen binnen”, klinkt het eerste advies.
De kastjes zijn voor mezen en mussen, maar sommige zijn toch flink uit de kluiten gewassen exemplaren. “Aan de oostzijde van het park zitten spechten. Die hebben iets meer ruimte nodig”, zegt Jan. “De hele grote kasten zijn voor de steen- en bosuilen.” Als ik voorzichtig pols naar welke vogels zijn voorkeur wegdragen, is het overtuigende antwoord: “Ik hou van alle vogels.”
De gevederde vrienden staan centraal bij vereniging ‘De Vlasvink’. In de aanloop naar de lente helpen de leden de vogels aan een veilig onderkomen om er hun nest te maken. “We werken daartoe nauw samen met de ornithologische werking van de provincie”, legt Eric uit. “Vijftien jaar lang zorgden we voor een vijftigtal nestkastjes in het Leiebos in Wevelgem, maar in 2017 werden we helaas verplicht om een nieuw domein te zoeken, omdat in het Leiebos een Europees project werd gelanceerd voor de beschermde eikelmuis.”
Nationale Nestkast
Nu kan de vereniging terecht in domein Mariënstede in Dadizele, waar ze
In 2017 moesten we weg uit het Leiebos, voor een Europees project voor de eikelmuis
De garage van de voorzitter is dan ook omgebouwd tot een nestkast-atelier. “Jaarlijks maak ik er zo’n honderd”, zegt hij. “Het hout krijg ik gratis van Bouwstock Dewulf
Vangstverbod
Toen de vereniging in 1958 werd opgericht, was dat in eerste instantie om de vele vogelliefhebbers in de gemeente te ondersteunen. De eerste activiteit was dan ook de organisatie van een tentoonstelling, aanvankelijk in ‘Sint-Barbara’, daarna een hele tijd in ‘De Bond’, en de laatste jaren in zaal ‘Ter Wijngaard’.
De vereniging bloeide, maar kreeg in de jaren zeventig de wind van voren toen de vogelvangst werd afgeschaft. Samen met andere vogelverenigingen werd hevig geprotesteerd, maar het mocht niet baten: enkel de vinkeniers kregen nog in beperkte mate toelating om vinken te vangen.
“Een andere bezigheid van de vereniging is de organisatie van een jaarlijkse vinkenzetting”, aldus Eric. “Die houden we in de Wijnbergstraat. Jammer genoeg werd dit jaar de Wevelgemse vinkenmaatschappij opgedoekt. Er waren nog amper twaalf leden, waaronder zes spelende.”
Een van de hoogtepunten voor de vereniging was ongetwijfeld de opening van een grote volière bij woon-zorgcentrum Ter Mote. De opening vond plaats op 11 juli 1980, in aanwezigheid van talrijke prominenten en het voltallige gemeentebestuur. Een ander hoogtepunt was toen de vereniging in 1991 de ‘Trofee voor het hoogste aantal kweekringen’ in de provincie West-Vlaanderen ontving.
Moeder de vrouw
Veel mensen keken de jongste tijd in hun tuin naar de vogels. Dat zorgt echter niet voor een toename van leden bij ‘De Vlasvink’.
“Het klopt dat ons ledenbestand wat ouder is”, bevestigt Eric. “Normaal geven we een aantal informatiedagen per jaar, over vogels en hun verzorging. Het onderhoud van vogels in een volière brengt heel wat werk met zich mee. En het is niet altijd proper werk. Velen beginnen er met veel goesting aan, tot ze beseffen dat er heel wat bij komt kijken. En moeder de vrouw opmerkingen maakt over het stof en over wat de vogels achterlaten (lacht) .”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier