“Verenigingsleven is het cement van de maatschappij”: Luc Verstraete (74) is altijd in de weer voor zijn verenigingen
Je hebt bezige bijen, en dan heb je Luc Verstraete. Het aantal verenigingen waarvan de Tieltenaar lid is, valt bijna niet meer te tellen. Aan veel van die groepen hangt een mooi verhaal vast. “Ik zou eigenlijk niet kunnen kiezen tussen alles wat ik doe.”
Al toen Luc Verstraete nog werkzaam was als laborant had hij een bedrijvig verenigingsleven. Maar sinds zijn pensioen is het hek helemaal van de dam. Van keramiek over fotografie, van toneelstukken filmen over zingen: Luc doet het allemaal.
Er is een lange lijst aan verenigingen. Spring er eentje uit?
“Ik ben lid van zeven verenigingen, maar ben niet in allemaal even actief. SartoTV springt er dan toch wel uit, want dat is een beetje mijn ‘kind’, Ludwig Vanseveren en ik lagen in het jaar 1980 mee aan de basis van SartoTV en zijn de enige twee overgebleven oprichters. Nu regel ik veel administratieve zaken, maar ook camerawerk en hulpregie doe ik nog steeds graag. Ik ben fier op SartoTV. Over zes jaar vieren we onze vijftigste verjaardag. Het zou knap zijn om dat te bereiken en ik hoop er dan nog bij te kunnen zijn.”
Zijn er verenigingen waar een verhaal aan vasthangt?
“Ik ben al lang bij fotoclub Gamma. Fotografie heeft me altijd geboeid. Op mijn twaalfde kreeg ik mijn eerste fototoestelletje. Tijdens mijn soldatentijd stopte ik met roken, maar kocht wel elke dag een pakje sigaretten aan 4 frank. Dat verkocht ik dan aan de Duitse soldaten door voor een mark, iets meer dan 16 frank. Op een maand tijd was dat een mooie verdienste. We mochten ook inkopen gaan doen in de Amerikaanse shops. De dollar stond in 1973 laag, en zo kon ik mijn eerste spiegelreflexcamera kopen voor 6.000 frank. Dat was een batje, hier kostte dat toestel meer dan het dubbele. Ik heb er meer dan 20 jaar foto’s mee genomen.”
“Ik lag mee aan de basis van SartoTV en beschouw het dan ook als mijn kind”
“Meer dan 30 jaar heb ik ook mijn eigen foto’s in zwart-wit ontwikkeld in de donkere kamer thuis, dat is echte nostalgie. Later kwam dan een digitale camera, vorig jaar kocht ik mijn eerste systeemcamera. Bij fotoclub Gamma voel ik me echt thuis. Het is een positieve fotoclub, omdat er niemand wordt afgebroken. Alle commentaar is opbouwend.”
Je bent ook op andere vlakken creatief, zo staan er in huis heel wat werken van jou in keramiek.
“Ook daar hangt een verhaal aan vast. Ik ben altijd gefascineerd geweest door de grote keramieken vazen van de Grieken en de Romeinen. In april 1998 is een hele goede vriend overleden aan een hartinfarct. Daar ben ik echt kapot van geweest. Ik was altijd van plan om na mijn pensioen naar de kunstacademie te trekken. Tijdens een tentoonstelling daar kreeg ik van leraar Leon Van Damme te horen dat er wel meer mensen dat plan hadden, maar stierven voor ze konden starten. Dat kwam wel binnen, dus zo heb ik me meteen ingeschreven en volgde ik negen jaar lessen. Met kunstenaar Geert Roygens uit Wingene had ik een fantastische leraar, die me echt voeling leerde hebben met de klei. Ik ben nog steeds aangesloten bij Open Atelier.”
We vinden je soms ook met een patat rond de nek.
“De Papstampers is inderdaad ook een verhaal apart. Dat is ontstaan uit een groep Gezinsbondleden die samen op reis ging. Hilde Decoene stond te stoefen dat ze goede toatjespap kon maken. We wilden proeven en nu zijn we met tien mannen die regelmatig toatjespap gaan eten bij Hilde en het intussen ook verkopen voor het goede doel. Dit jaar bestaan we alweer 20 jaar.”
Je zingt ook…
“Bij koor Cantiga, nog zo’n plan voor na mijn pensioen. Het is een leuke bende. We hebben er met de mannen ook een Gregoriaans koor. Jammer dat ik geen noten kan lezen, daar heb ik wel spijt van. Uiteindelijk ben ik zo ook bij Okra aangesloten. Wijlen Luc Vanrenterghem zocht iemand die met de computer kon werken om de verslagen te doen. Wij hadden bij Cantiga nog mannen te kort. In ruil voor zijn lidmaatschap bij het koor wilde ik die verslagen wel verzorgen. Dat heb ik uiteindelijk vele jaren gedaan, intussen ben ik verantwoordelijk voor het ledenbestand.”
“Daarnaast is er nog de Gezinsbond, waarvoor we één keer per jaar het krokusweekend helpen te organiseren. Ook ben ik al 55 jaar onafgebroken een hulp van onze grote kindervriend. Op mijn 20ste trok ik voor het eerst het kostuum van Sinterklaas aan. Zelfs tijdens corona hadden we een hoekje in de living omgevormd met kindertekeningen en toen videoconferenties georganiseerd.”
Heb je er nood aan om zo actief te zijn?
“Ja, ik vind het ook gewoon leuk. Ik heb graag mensen om me heen. Mocht ik het niet graag doen, dan zou ik het ook niet doen. Het verenigingsleven is voor mij het cement van de maatschappij en dat mag niet verdwijnen. Je hebt dat verenigingsleven echt nodig, maar het wordt van bovenaf soms te weinig gekoesterd. Het heeft nochtans niets dan voordelen: minder isolement en individualisme, meer sociale controle. Jammer dat dit soms niet gezien wordt.”
Belfortbabbel
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier