Verdwijnen twee West-Vlaamse monumenten?
Vlaams minister van Onroerend Erfgoed Matthias Diependaele (N-VA) ondertekende het voorlopige besluit voor de opheffing van de bescherming van drie monumenten en een deel van een dorpsgezicht. Daarbij twee West-Vlaamse monumenten: het openluchtzwembad in Ieper en de schoorsteen van de steenbakkerij in Ramskapelle bij Nieuwpoort. Dat melden onze collega’s van De Zondag.
“Andere ruimtelijke belangen of het verlies aan draagvlak voor de beschermingen verantwoorden de opheffing hiervan”, verklaart de minister deze beslissing in De Zondag.
Concreet gaat het over de elektrische torenkraan van de Boelwerf in Temse, het openluchtzwembad in Ieper en de schoorsteen van de steenbakkerij in Ramskapelle bij Nieuwpoort. Daarnaast tekende de minister ook het voorlopige opheffingsbesluit voor een deel van het beschermde dorpsgezicht ‘De dorpskom van Lembeke’ in Kaprijke, meer bepaald het huis van Bouchaute. Voor elk van deze monumenten is er een specifieke reden om de bescherming te willen stopzetten.
Zo is de fabrieksschoorsteen in Ramskapelle een oorlogsrelict uit de Eerste Wereldoorlog. Zowel de schoorsteen als de toen bijhorende fabrieksgebouwen kwamen zwaar gehavend uit de oorlog. Het merendeel van de gebouwen werd gesloopt. Enkel de als observatiepost ingerichte schoorsteen bleef bewaard als oorlogsmonument. “Twintig jaar nadat de schoorsteen werd beschermd als monument, is de toestand er verder op achteruit gegaan”, klink het bij minister Diependaele. “Ondanks verschillende pogingen en initiatieven om het monument te herstellen, bleven de hoognodige consolidatiewerken uit. De context is intussen gewijzigd: het draagvlak voor het behoud van de bescherming verdween.” Daarom is een opheffing van bescherming de enige logische keuze.
Openbaar onderzoek
Maar wat houdt deze voorlopige opheffing eigenlijk in voor de betrokken monumenten? Voorlopig nog niets. De betrokken gemeentebesturen zullen voor elk dossier een openbaar onderzoek organiseren. Op deze manier krijgt iedereen de kans om opmerkingen of bezwaren in te dienen bij de gemeente. Pas daarna zal de Vlaamse minister van Onroerend Erfgoed beslissen over de definitieve opheffing van de bescherming.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier