“Torhout was wellicht ooit dé jaarmarktstad bij uitstek”: Resultaten van archeologische opgravingen uit 2022 zijn opzienbarend

Marc Decorte vindt dat Torhout zijn verleden sterk onderbelicht: “De stad laat zijn historische troeven niet renderen.” (foto JS)
Johan Sabbe

De concrete resultaten van de archeologische opgravingen, mogelijk gemaakt door de werkzaamheden voor de stadskernvernieuwing, zijn opzienbarend. “En toch doet Torhout daar weinig of niets mee”, zegt Marc Decorte. “Dat is een gemiste kans. Onze stad besteedt veel te weinig aandacht aan zijn ooit roemrijke verleden.”

Marc (70) woont in de Hofstraat, waar hij jarenlang apotheker is geweest. Hij maakt deel uit van het bestuur van de geschied- en heemkundige kring Het Houtland en heeft een grote fascinatie voor de plaatselijke geschiedenis.

“Ik kan maar niet begrijpen dat het stadsbestuur het verleden van Torhout zo weinig in de kijker zet”, zucht hij. “Tussen pakweg 800 en 1200 moet Torhout nochtans een heel belangrijke stad zijn geweest, ooit wellicht dé Vlaamse jaarmarktstad bij uitstek.”

Foetus in kookpot

De aanleiding voor Marcs pleidooi om de plaatselijke historische troeven meer te laten renderen, zijn de resultaten van de archeologische opgravingen die in het vroege voorjaar van 2022 op en nabij het kruispunt van de Markt met de Hofstraat hebben plaatsgehad. Die resultaten zijn net gepubliceerd in het meest recente nummer van het driemaandelijkse tijdschrift Biekorf, dat al aan zijn 124ste jaargang toe is en focust op de archeologie, geschiedenis, taalkunde en volkskunde van West-Vlaanderen.

“Onze stad schenkt te weinig aandacht aan zijn verleden”

“Er werd een deel van een voorheen totaal onbekende begraafplaats blootgelegd”, aldus Marc. “De archeologen hadden op die locatie geen skeletten verwacht, want ze bevinden zich te ver van de Sint-Pieterskerk om tot de ex-begraafplaats omheen de genoemde kerk te kunnen behoren. Alle skeletten lagen op hun rug in de positie van oost naar west: met de schedel naar het westen. Dat wijst erop dat die mensen christelijk begraven werden, want zo hoefden ze bij de heropstanding enkel het hoofd en de romp op te richten om meteen richting het oostelijke Jeruzalem te kijken. De archeologen stootten op 24 begravingen, veel van kinderen, maar minstens ook zes volwassenen. Het zijn uitermate oude vondsten. Ze dateren bijna zeker van het einde van de 13de eeuw, ongeveer rond 1275. Uniek zijn de twee aangetroffen kogelpotten, die hun naam danken aan hun bolvorm. Dat zijn aarden potten die tussen de 10de en de 13de eeuw in West-Europa als kookpotten dienst deden. En nu komt het: in elk van die twee potten bevonden zich de beenderresten van een foetus, plus telkens een maille. Dat is een kleine zilveren Middeleeuwse munt die van het midden van de 12de eeuw tot het einde van de 13de eeuw in Vlaanderen werd geslagen. Waarom die foetussen in dergelijke potten werden begraven, is onduidelijk. Opvallend is dat ze tussen de gewone graven zijn bijgezet en niet buiten of aan de rand van de gewijde grond. Ze tonen aan dat dit soort begravingen toen al voorkwam, wat veel vroeger is dan tot nu toe werd aangenomen.”

Bezoekerscentrum

Dat het stadsbestuur zelf niet over de fascinerende vondsten communiceert, vindt Marc doodjammer. “Het bewijst dat onze stad te weinig aandacht schenkt aan zijn verleden. En dat is compleet ten onrechte. Neem nu Het Verhaal van Vlaanderen, de druk bekeken tv-reeks van Tom Waes. Daar kwam Torhout in zomaar eventjes drie van de tien afleveringen aan bod. Veel dus! Dat zegt genoeg over het belang van onze stad in het verleden. Torhout speelde ooit als jaarmarktstad een prominente rol op het vlak van de handel en had ook kerkelijk heel wat te betekenen, onder meer met de heilige Rembert in de negende eeuw. Die was de compagnon de route van Ansgar, de grote missionaris van Noord-Europa.”

Marc pleit ervoor om in Torhout een historisch bezoekerscentrum van en voor het Houtland op te richten. Eventueel te combineren met een streekproductenwinkel.

“Het is noodzakelijk dat zo’n bezoekerscentrum zich in de binnenstad situeert”, zegt hij. “Ideaal daarvoor lijkt me het herenhuis op het historische domein ’s Gravenwinkel aan de Fraeysstraat. Er wordt al een tijdje een zinvolle invulling voor dat pand gezocht.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier