Tien jaar na fatale reportage: “Michael zal altijd een plaats hebben in ons gezin”

Jennemie Seynaeve met Hieu en Leon: “Mijn broer zei ooit dat Michael zijn kracht heeft verdeeld over anderen. Ik wéét dat het niet waar is, maar ik wil het wel geloven. Soms voelt het ook zo.” (foto Joke Couvreur)
Bert Vanden Berghe

Het is het verhaal dat niemand van ons ooit dacht te moeten schrijven. Tien jaar geleden, op 2 januari 2012, stierf onze journalist Michael Cornette uit Gits in een tragisch auto-ongeluk. Nog meer dan een geniale pen verloren we die dag een fantastische collega, al verbleekte dat verdriet bij dat van zijn vele vrienden, familie, ouders, zus en vrouw Jennemie Seynaeve (38). Hun zoontje Leon (11) was net geen twee jaar toen het noodlot toesloeg. Vandaag is niets nog hetzelfde, maar heeft het verdriet wel een plaats gekregen. “Ik heb heel lang een kwaadheid gevoeld, ja.”

“Als het over Michael gaat en dat hele rouwproces, kan ik niet zo helder praten”, verontschuldigt Jennemie zich, terwijl ze koffie schenkt. Buiten regent het en zoon Leon speelt boven op zijn kamer. Het voelt vreemd aan om in een huis vol leven over de dood te praten. “Het is moeilijk om het te benoemen, want er zijn zoveel gevoelens die door elkaar vloeien. Toen al, en vandaag nog steeds.” De tijd deed wat Michael nooit deed: geruisloos passeren. Tien jaar is intussen voorbij gegaan. Gevlogen als het ware.

Het was een reportage van dertien in een dozijn, op die tweede dag van het jaar, in 2012. Eentje over een snelle sportwagen. Na het interview werd MiCo – zoals hij zijn artikels steeds ondertekende – uitgenodigd voor een ritje. Maar de chauffeur verloor de controle over zijn stuur en de auto crashte, met fatale gevolgen. Voor Jennemie, die werkt als kleuterleidster, zijn veel zaken van toen naar eigen zeggen een soort waas als ze er op terugkijkt. “De herinneringen komen soms op momenten dat je het niet verwacht. Dan is er een uitspraak die mij plots vol doet schieten of Leon die onverwacht iets vraagt. En dat is oké. Het mag er zijn. Michael zal ook altijd een plaats hebben in ons gezin.”

Beleef je op zo’n dag alles opnieuw?

“Ik voel het vooral aan de periode zelf, alsof er iets in de lucht hangt. Alsof al dat volk weer naar je huis gaat komen. De eerste jaren leefde dat enorm, vandaag heeft het een soort rust gevonden. Ik vond dat enorm belangrijk. Dat je toelaat om daar veel tijd over te laten gaan. Om te doen waar je zin in hebt. Ben je eens onvriendelijk, dan is dat ook een deeltje van dat proces. Denk je er een dag niet aan of heb je zin om iets te kopen omdat je dat wil, dan moet je dat doen. In het begin voel je je getrokken. Dan willen mensen je meenemen of samen iets doen, maar ik wilde het vooral op mijn eigen tempo doen. Ik ben blij dat ik mijn verdriet de nodige tijd heb gegeven.”

Is er een leven voor en na Michael voor jou?

“Als ik eraan terugdenk, is dat een vage periode. Eentje waar je altijd maar verder en verder van weg gaat. Tot het bijna lijkt alsof je het zelf niet hebt meegemaakt. Dat is heel raar. Je weet soms niet meer hoe je zelf was of als koppel. Een ruzie of de alledaagse dingen vergeet je. Je houdt alleen het beste over, niet de zaken waar je je al eens aan ergerde. We leerden elkaar heel toevallig kennen op een fuif, in 2002. Vandaag hoor ik soms koppels die al 20 jaar samen zijn. Wij hebben dat niet, maar het voelt soms wel zo, alsof je er je halve leven mee hebt doorgebracht. Dat is omdat je een stuk van je jeugd samen hebt beleefd, trouwt, een kind krijgt… dat zijn belangrijke mijlpalen in je leven, die het verdriet een zeker gewicht geven. Ik vind het heel moeilijk om dat samen te vatten bij wijze van spreken.”

Hoe ging je daarmee om in eerste instantie?

“Ik dacht heel vaak wel tien verschillende dingen in één minuut. Hij had hier moeten zijn, bijvoorbeeld. Of het was beter iemand anders geweest. Ik was kwaad. Kwaad op iedereen. Het had niet moeten gebeuren. Of ik kwaad was op Michael? Ik denk dat ik daar te realistisch voor ben. Zeker in het begin was ik kwaad op de bestuurder. Maar je weet gaandeweg dat het ook niet zwart-wit is. Ik vind het jammer dat hij niet beter begeleid werd hoe hij de familie van het slachtoffer kon benaderen. Ik heb op de rechtszaak een woordje kunnen zeggen, waarvan elk woord misschien ook niet zo heel correct was, maar dat was voor mij ook weer een stap vooruit in dat proces. (denkt na) Ik ben kwaad geweest, en nog, maar ik vind het soms ook jammer dat ik die gevoelens heb.”

Je praat er nuchter over. Ik zou haast zeggen dat je mild bent voor jezelf, wat niet altijd vanzelfsprekend is.

“Ik denk ook niet dat ik het aankon op een andere manier, het was een soort overlevingsinstinct. Ik moest verder. Er is een moment geweest – ik weet niet precies wanneer maar wel exact wat de situatie en de plaats was – waar ik de klik heb gemaakt. Ofwel stopt het hier voor ons allebei ofwel gaan we er nog voor. Dat was een belangrijk moment. Geen grote ommezwaai, maar het moment waar ik het wilde omkeren naar iets positiefs en tegelijkertijd ook toelaten dat er nog slechte momenten zouden volgen. Een hele goeie vriendin zegt soms dat ze mij bewondert om hoe ik het leven in handen heb gepakt. Maar ik voel het niet zo aan. Ik wuif het soms nog steeds weg.”

Wat hielp in die periode?

“Kleine dingen. Een doos pralines voor de deur of artikels van hem die in een boek werden verwerkt. In het begin dacht ik vaak: pff, moet dat nu? Dat is niet mijn Michael. En toch is dat achteraf gezien heel waardevol. Dat iemand nog aan hem denkt of erover spreekt. Niks zeggen, is het slechtste wat je kan doen. Maar ik begrijp die reactie wel. Sommigen vinden het bijzonder dat ik Kerst en andere feestdagen nog altijd met mijn schoonouders vier. Voor mij is dat evident. (stil) In het begin was ik hard daarin. Ik was kwaad omdat ik het nu moest doen met de vrienden, maar zonder Michael. Dat ik verder moest met zijn familie, maar zonder de belangrijkste persoon daarin. Dat was niet altijd eerlijk of correct tegenover hen. Ik wilde de laatste zijn die hem aanraakte, ik wilde mijn naam ook op die gedenksteen. Hij was van mij en alleen van mij, of zo voelde het toch. Ik was zo vol van verdriet, dat ik er dat van een ander niet bij kon hebben. Ik heb dat stukje voor stukje losgelaten. Ik begrijp steeds beter hoe een ander zich voelt. Dat is nog altijd heel dubbel. Als je iemand nieuw ontmoet, wil je dat het iemand is die wéét wat het is, maar tegelijkertijd wil je iemand bij wie je het niet direct op tafel moet gooien.”

In 2018 verwelkomden jullie Hieu, die vandaag negen is. Een kleine droom van Michael en jou.

“We hadden het altijd gezegd: twee kindjes en dan eentje adopteren. Al lachend vaak, maar we wilden het wel. Enfin, we zouden wel zien. Ik wist vrij snel na zijn dood dat ik het nog wilde. Ik was nog niet klaar voor een relatie, maar had letterlijk en figuurlijk plaats en liefde over. Ik zag het ook als een verrijking, voor Leon, mezelf en uiteraard voor het kind dat bij ons een plekje zou krijgen. Ik had ook altijd het gevoel dat we met ons tweetjes onrechtstreeks niet meer als een volwaardig gezin werden beschouwd, dat de maatschappij het anders zag. Op 2 januari 2014 heb ik de eerste brief geschreven. Ik ging mee in dat hele proces, stap per stap. Als alleenstaande is het geen evident verhaal, wat ik achteraf gezien wel snap. Ik had het proces zes maanden stilgezet, toen dat telefoontje plots toch kwam waardoor ik er weer helemaal wou voor gaan. Een paar maanden later zat ik op het vliegtuig naar Vietnam. Ik heb nooit schrik gehad, nee. Ik wist dat het lastig zou worden, maar ik probeerde het altijd realistisch te zien. Komen er problemen op ons pad, dan pakken we ze aan. Leon heeft zijn rugzak, Hieu ook, ik ook. We hebben ons verleden, maar halen er het positieve uit en nemen dat mee naar onze toekomst samen. Hieu bracht rust met zich mee. Ik denk dat ik pas sinds Hieu klaar was om opnieuw een man toe te laten in mijn leven. Kwam die er, goed. Kwam die er niet, ook goed. Anderhalf jaar geleden heb ik iemand leren kennen. We hebben elk onze zelfstandigheid en het gaat goed zo.”

Durf je jezelf weer gelukkig noemen?

(denkt na) “Ja. Na tien jaar merk je dat je anders in het leven staat. Ik ben blij dat ik nog contact heb met enkele van zijn vrienden. Ik heb ook heel lang alles in huis hetzelfde gelaten. Sinds vorige week zijn de twee zetels weg. Ik heb dat lang uitgesteld. Een deel van zijn kleren heb ik vorig jaar pas weggedaan. Zijn schoenen staan nog altijd zichtbaar in de dressing. Van vier hemden heb ik knutselschorten gemaakt voor in de kleuterklas. Dat klinkt misschien raar, maar dat was beter dan ze in een zak te stoppen en weg te gooien. Dat zijn de dingen waar ik kracht uit put. Naar het kerkhof ga ik niet zo vaak meer. Leon vindt het wel belangrijk, zeker op Vaderdag. Dan wil hij een tekening maken en een bloemetje zetten, het liefst in de kleuren van AA Gent: blauw en wit. Mijn broer zei ooit dat Michael zijn kracht heeft verdeeld over anderen. Ik wéét dat het niet waar is, maar ik wil het wel geloven. Soms voelt het ook zo. Dat hij in Leon en ik zit.”

Geloof je in die kleine signalen die mensen vaak zien na de dood van een geliefde?

“Toen Hieu er was, hielden we een weekend lang feestjes voor familie en vrienden. Na die drie dagen verscheen in de lucht een omgekeerde regenboog, als een soort lach. Dat klinkt misschien onnozel, maar dat geeft me kracht. Als ik naar feestjes ga, heb ik bijna nooit slecht weer. Dan denk ik: dat is Michael. Daar zie ik hem, daar voel ik hem. In die kleine geluksmomentjes.”

Michael Cornette: de vriend van iedereen die stierf tijdens een testrit voor deze krant

De verjaardag die niemand wil vieren. Dat was de kop die Michael schreef op de frontpagina van het televisiemagazine, naar aanleiding van de herdenking van de aanslag op de Twin Towers. Drie maanden later was Michael zelf voorpaginanieuws, en heeft deze tiende verjaardag ook littekens nagelaten. Michael werd geboren op 8 september 1976 en groeide met zijn zus Annick op in Gits. Na zijn studies aan het toenmalige Hiepso kon hij aan de slag als stagiair bij De Krant van West-Vlaanderen. In 1999 ging hij er in dienst.

Hij specialiseerde zich in televisienieuws en showbizz, maar draaide zijn hand niet om voor andere reportages. Zijn unieke schrijfstijl en aanpak leverde hem heel wat aanzien op. Hij schreef ook columns, doorspekt met kwinkslagen en humor. Dat typeerde ook zijn karakter, want Michael zag het altijd positief in. In zijn persoonlijk leven hield hij van een feestje. Gits Kermis was elk jaar een vaste afspraak. Hij was een trouwe supporter van AA Gent, speelde zelf minivoetbal en was een groot muziekliefhebber. Een fijn festival of een optreden van dEUS sloeg hij zelden af. Michael had een grote vriendenkring en vond de liefde bij Jennemie Seynaeve, ook van Gits afkomstig. De twee trouwden in 2008 en mochten in 2010 de kleine Leon verwelkomen.

Michael liet het leven op 2 januari 2012 na een reportage over een Ariel Atomn. De bestuurder van de speciale sportwagen verloor de controle over het stuur en crashte. Michael overleefde het niet. De chauffeur ontsnapte nipt aan de dood en werd een jaar later veroordeeld door de rechtbank. Michael werd begraven in Gits. Zijn naam werd ook toegevoegd aan een monument in Washington DC, dat journalisten eert die tijdens hun werk om het leven zijn gekomen.

De frontpagina van tien jaar geleden

Het verhaal zoals het tien jaar geleden verscheen in KW