BAS, de thuisbegeleidingsdienst voor kinderen en jongeren met gedrags- en emotionele stoornissen, viert zijn tiende verjaardag.
Niet elke opvoedingssituatie is evident, via thuisbegeleiding zoeken begeleiders samen met het gezin naar een aangepaste aanpak thuis en op school voor kinderen en jongeren met gedragsproblemen en/ of emotionele problemen. “Als thuisbegeleider ben je eigenlijk pas tevreden als je ziet dat een gezin weer geniet van het samen zijn met elkaar”, zegt Elke Marichal. “In het begin van zo’n begeleidingstraject zie je dat niet meer. Het gezin zit vaak vast in het negatieve. We werken altijd vanuit de aanwezige sterktes binnen het gezin en geven handvaten om te zorgen dat iedereen zich opnieuw goed kan voelen.”
Het project werd 11 jaar geleden opgestart omdat bij verschillende organisaties in West-Vlaanderen steeds meer de noodzaak naar zo’n thuisbegeleidingsdienst voor die doelgroep werd opgemerkt. In maart 2012 ging BAS van start met een erkenning voor 750 begeleidingen over de hele provincie. Er werd gekozen voor een samenwerkingsverband tussen drie antennepunten, zodat er optimaal regionaal kon worden gewerkt. Daarnaast wordt het delen van expertise onder de verschillende antennepunten als meerwaarde gezien.
Samenwerkingsproject
“Het aanbod is sinds het ontstaan een stuk gegroeid”, gaat teamcoach Tine Bolle verder. “Zo bieden we ondertussen ook begeleiding aan voor het heel jonge kind. Waarbij we oog hebben voor de verbinding, hechting en ontwikkeling in de eerste 1.000 dagen. We zetten onze ervaringen ook in in een crèche of bij een onthaalmoeder. Onze begeleiders ondersteunen daarnaast bijvoorbeeld ook leerkrachten met hun specifieke kennis rond gedrags- en/of emotionele problemen in de klas.”
Het letterwoord BAS refereert naar de drie organisaties die in het project zijn gestapt: Bemok (Kortrijk), Het Anker (De Kade in Brugge) en oc Sint-Idesbald (Roeselare). “BAS is een samenwerkingsproject, maar samen is voor ons wel echt belangrijk. We hechten veel belang aan de samenwerking met het netwerk van het kind of de jongere, dat kan gaan over professionele hulpverleners, de school, en over niet-professionele betrokkenen zoals grootouders of de vrije tijd”, besluit Tine Bolle.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier
