Tewaterlating gerestaureerd zeiljacht Jacques Brel uitgesteld: “Met Askoy II naar de Markiezeneilanden varen”
Indien hij nog in leven was geweest, had Jacques Brel komende vrijdag 93 kaarsjes mogen uitblazen. De geboortedag van de legendarische chansonnier was voor Piet (74) en Staf Wittevrongel (82) het uitverkoren moment om het gerestaureerde zeiljacht Askoy II te water te laten, maar die symbolische deadline halen de broers uit Blankenberge niet. “Een nieuwe mogelijkheid zou nu 24 juli kunnen zijn, de dag dat Brel op zijn wereldreis vertrok”, zegt Piet.
Jacques Brel kocht de Askoy in 1974 van de Antwerpse architect Hugo Van Kuyck en voer ermee naar de Markiezeneilanden in de Stille Oceaan. In 1976, nadat Brel uitgeput door ziekte zijn wereldreis moest opgeven, wisselde het imposante zeiljacht opnieuw van eigenaar en na omzwervingen strandde het in 1993 op Baylys Beach in Nieuw-Zeeland. Het is daar dat de gebroeders Wittevrongel in 2008 het wrak zijn gaan opgraven om het terug naar huis te brengen. Samen met een schare enthousiaste vrijwilligers – vooral zeilfanaten en fans van Brel – richtten ze in 2004 de vereniging ‘Save Askoy II’ op.
In het begin geloofde niemand in ons project, maar dat veranderde toen we de boot uit het zand kregen
“Onze droom was dat de Askoy II op een dag opnieuw de wereldzeeën zou bevaren”, zegt Piet. Dat is nog altijd het plan. “Het eerste jaar willen we er vooral maritieme evenementen mee bezoeken, maar het is de bedoeling om binnen hier en een paar jaar in Brels kielzog naar de Markiezeneilanden te varen. In tegenstelling tot mijn broer Staf, die altijd in de zeilmakerij heeft gewerkt, is het bij mij niet zozeer het maritieme dat me in heel dit verhaal zo aantrok. Mij was het vooral om Brels nalatenschap te doen: ik wil zijn geest aan boord van de Askoy laten voortleven.”
Opnieuw vaarklaar
Zo is er ook een originele Brel-gitaar aan boord. Jacques Brel raakte met de Wittevrongels bevriend toen ze als zeilmakers het jacht optuigden voor zijn wereldreis. “Hij heeft ons tijdens zijn wereldreis zelfs een aantal postkaartjes toegestuurd”, toont Piet. Op Brels geboortedag had in Zeebrugge de symbolische wedergeboorte van ’s mans beroemde zeilboot moeten plaatsvinden. Maar die deadline halen de gebroeders Wittevrongel dus niet. In plaats van 8 april, wordt het nu misschien 24 juli: de datum waarop Brel de haven van Antwerpen uitvoer en op zijn wereldreis vertrok.
“Maar we zien wel”, zegt Piet. “Hoewel de boot nu eindelijk vaarklaar is, kunnen er altijd nog nieuwe problemen opduiken. Misschien is het dus beter om geen datum meer vast te leggen.”
Delicaat bij familie
De Askoy II krijgt een vaste ligplaats aan de Rederskaai in Zeebrugge. Groepen zullen het schip kunnen bezoeken en zelfs een tochtje kunnen meevaren op zee. “Eigenlijk was het zeiljacht Antwerps erfgoed, maar uit die hoek was er geen interesse”, zegt Piet. “En spijtig genoeg toonde ook Brels familie geen belangstelling. Dat komt omdat, als je over zijn boot spreekt, je het onvermijdelijk ook over Jacques Brels laatste levensgezellin Maddly Bamy moet hebben. Dat ligt bij de nabestaanden nog altijd zeer gevoelig”, aldus Piet Wittevrongel.
In Antwerpen waren ze met drie vertrokken, maar Brels dochter France wist toen nog niet dat er een andere vrouw aan boord was. “Dat gaf spanningen, en uiteindelijk is ze dan op de Antillen in ruzie aan wal gegaan. Vader en dochter hebben elkaar daarna nooit meer weergezien”, klinkt het.
Varend erfgoed
Met zijn 18,66 meter lengte was de Askoy bij het in de vaart brengen in de jaren zestig het grootste zeiljacht van het land. “Opmerkelijk om te weten dat Jacques Brel met zo’n gevaarte van veertig ton op het laatst van zijn leven nog van de Antillen naar de Markiezen voer, terwijl hij op dat moment nog maar één long over had. Het schip had ook geen automatisch roer, wat wil zeggen dat Maddly en hij elkaar om de vier uur moesten aflossen. Best wel een prestatie.”
Het hele project heeft volgens de Wittevrongels zo’n 800.000 euro gekost. “Zonder overheidssubsidies, want nu pas is het zeiljacht definitief beschermd als varend erfgoed. In het begin geloofde ook niemand in ons project maar dat veranderde toen we de boot in Nieuw-Zeeland uit het zand kregen. Gaandeweg konden we op steeds meer sympathie rekenen”, ronden Staf en Piet af.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier