TEJO bestaat al vijf jaar in Oostende: “Ze kunnen bij ons vaak voor het eerst hun eigen verhaal vertellen”
TEJO biedt in Vlaanderen laagdrempelige, therapeutische hulpverlening aan jongeren tussen 10 en 20 jaar. Ze doen dit onmiddellijk zonder ellenlange wachtlijsten, anoniem en gratis. De werking in Oostende bestaat ondertussen 5 jaar. Het aantal jongeren dat komt aankloppen is gestegen van 100 naar 140 per jaar. “We hebben het liefst dat de jongeren zelf komen aankloppen omdat we dan weten dat ze rijp zijn om te babbelen.”
De bedoeling van TEJO is om preventief tegemoet te komen aan dringende hulpvragen van jongeren zodat probleemsituaties niet verder escaleren en de jongeren in een vroeg stadium geholpen worden. De jongeren kunnen zeer laagdrempelig langskomen in de Kaaistraat. Dat kan na een afspraak of door gewoon langs te komen tijdens de openingsuren op maandag- en dinsdagavond of woensdagmiddag. “Ze kunnen bij ons vaak voor het eerst hun eigen verhaal vertellen. Wij werken anoniem en gratis. Dat is heel belangrijk om een bepaalde doelgroep te bereiken. Wij geven ook geen informatie door. Het is de jongere die bij ons centraal staat en dat is onze kracht”, vertelt Ann Everaert voorzitter TEJO Oostende.
TEJO werkt met 13 therapeuten. “Wij werken met vrijwilligers. Belangrijk is wel dat dit allemaal gevormde therapeuten zijn. Zij voeren gemiddeld 4,6 gesprekken met de jongere. Sommige jongeren komen maar één keer, andere komen 10 keer langs. De grootste groep jongeren is tussen 14 en 16 jaar. We hebben ook heel wat studenten gezien omdat ze door corona soms niet op de hogeschool terecht konden”, licht Ann Everaert toe.
Problemen
De jongeren komen met heel wat verschillende problemen naar TEJO.. “In 2021 kwamen er 15 jongeren langs met depressieve klachten, daarnaast was er sprake van relationele problemen, angstklachten, identiteitsproblemen, automutilatie tot agressiebeheersing. We zien het aantal jongeren stijgen van gemiddeld 100 per jaar naar 140. We zien sinds corona ook dat de problematieken waarmee ze naar ons komen zwaarder is geworden. Dat heeft er vooral mee te maken dat ze tijdens corona niet overal terecht konden. De problemen konden zich daardoor opstapelen. Wij werken normaal gezien preventief, maar we merken dat het daarvoor soms te laat is.
De meeste jongeren komen nadat ze doorverwezen worden via school, ouders, CLB, JAC, huisarts of bijzondere jeugdzorg. 21 procent komt op eigen initiatief. “We hebben het liefst dat ze uit zichzelf komen omdat we dan zeker zijn dat ze rijp zijn om te babbelen en niet enkel omdat ze gestuurd werden door de ouders of de school”, zegt Everaert nog.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier