Strijd tegen onkruid op werelderfgoed opgevoerd: “We krijgen extra hulp”
Op handen en knieën zijn tuinmannen elke dag in de weer tegen onkruid, dat welig tiert op tot werelderfgoed verheven oorlogsbegraafplaatsen. De strijd wordt nu opgevoerd met een verhoogde inzet van medewerkers uit maatwerkbedrijven en een beperking van blote aarde door bloemenborders te versmallen en te vullen met meer planten.
“Het is vechten tegen de bierkaai.” Senior head gardener Franky Colson (59) voert al 38 jaar een ongelijke strijd tegen het onkruid in de kilometerslange bloemenborders voor de talloze grafzerken op Ieperse oorlogsbegraafplaatsen van de Commonwealth War Graves Commission (CWGC). Sinds de onkruidbestrijding pesticidevrij gebeurt, moeten Franky en zijn collega’s het weerbericht goed in de gaten houden.
Klachten
“We zijn enorm afhankelijk van het weer”, vertelt Franky. “Dit jaar hadden we veel regen en warmte, wat zorgt voor een enorme onkruidgroei. Dat maakt ons werk erg belastend en leidt tot tal van knie- en rugklachten. Gelukkig worden we geholpen door groepen van Westlandia.”
Handwerk
Dat is een maatwerkbedrijf uit Ieper. “Voor onze mensen is dit vrij mooi werk, want er is veel handwerk bij en daar zetten wij op in met onze groenzorg”, zegt Ignace De Ro, algemeen directeur van Westlandia. “De samenwerking met de CWGC begon een paar jaar geleden met proeftuintjes. Het klikte en sindsdien breidden we het aantal ploegen uit. Zij rijden maximum een half uur naar begraafplaatsen vanuit onze uitvalsbasis in Ieper. Vanaf de streek rond Menen zet WAAK hun mensen in, enzovoort.”
Europa
De maatwerkbedrijven Westlandia, WAAK, Groep INTRO en Weerwerk ondertekenen nu een intentieverklaring om de samenwerking te versterken met de CWGC.
“In heel België zijn we vragende partij om mensen te vinden voor onze begraafplaatsen”, aldus Wim Pira, operations managers bij de CWGC. “Groep INTRO helpt ons bijvoorbeeld in de regio’s van Brugge en Maldegem, in Gent kunnen we rekenen op de mensen van Weerwerk. Het gaat niet alleen om extra mensen, maar ook de uitwisseling van kennis. Er zijn ook verkennende gesprekken rond zulke fijne samenwerkingen voor onze andere sites in Europa.”
Strategisch
De CWGC voert ook een aantal “strategische maatregelen” in tegen onkruid. “We gaan de bloemenborders versmallen en zo vol mogelijk planten”, vervolgt Pira. “Zo hebben we minder onkruid en onderhoudswerk aan die borders. We experimenteren ook met het invoeren van humus en compost, maar dit zit nog in een vroeg stadium en moeten we verder aftasten.”
Bloemenweiden
De tuinbouwdeskundigen van de CWGC proberen de natuur op een gecontroleerde wijze vrijer te laten op begraafplaatsen: er komen zones met extensief maaibeheer, bloemenweiden en mogelijke productie van insectenhotels, vogel- en vleermuiskasten door maatwerkbedrijven. Ondanks de sterkere samenwerking met de maatwerkbedrijven blijft de CWGC op zoek naar eigen hoveniers. “Veel eigen mensen zijn stilaan pensioengerechtigd en moeten op termijn vervangen worden”, stelt Pira.
Erkenning
De CWGC draagt wereldwijd zorg voor de Commonwealth-begraaf- en gedenkplaatsen van de Eerste en Tweede Wereldoorlog. Als een van de grootste tuinbouworganisaties ter wereld, hanteert de organisatie een hoge standaard voor het onderhoud van de sites. Deze toewijding zorgde voor internationale erkenning: recent werden in België en Frankrijk 139 WOI-sites erkend als UNESCO-werelderfgoed.
“Deze sterkere samenwerking heeft voor ons ook een grote symbolische waarde: een erkenning van kwalitatief werk door de sociale economie op werelderfgoed”, besluit De Ro. (TP)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier