Stefanie Verduyn: “Een schoen is voor mij minder boeiend dan een kunstwerk”
Er zijn van die familienamen in het Kortrijkse die meteen een product voor de geest halen. Bruynooghe staat voor koffie, Sweertvaegher voor pralines, Taelman voor haar en Hoornaert voor brood. En zeg je Verduyn, dan denk je aan schoenen. Stefanie Verduyn, dochter van, zat 25 jaar in de schoenenzaak van haar vader. Tegenwoordig baat ze een kunstgalerij uit in Moregem. Maar een tweede zaak in Kortrijk zou ze best zien zitten.
De interesse voor de kunst was er al langer. “Niet dat ik iets dergelijks gestudeerd heb. Ja, ik ben altijd naar de academie geweest, maar ik ben destijds eerst aan de studies TEW begonnen en daarna ben ik talen gaan studeren. Ik heb eigenlijk altijd gestudeerd. Nu volg ik kunstgeschiedenis en kunstfilosofie.”
Even later zal ze zeggen: “Het meeste leer je gewoon op straat, door met mensen te praten.” Maar laten we haar niet onderbreken. “Eigenlijk zou ik nooit uit eigen beweging uit de schoenenzaak gestapt zijn”, zegt ze, “maar mijn zus maakte duidelijk dat ze er alleen mee verder wou. Eerst was het snakken naar adem en dacht ik ‘help, wat nu?’, maar eigenlijk was het afscheid een geschenk.”
“Ik heb me ook altijd wel geamuseerd in de schoenensector, daar niet van. Als aankoper kwam ik in Londen, Parijs, Rome… Die reizen waren heel leuk. Maar het product boeide me niet genoeg. Een schoen is voor mij minder boeiend dan een kunstwerk. Het was tijd voor iets anders.” zegt ze in haar galerij die ook de naam Verduyn heeft meegekregen. In de Vlaamse Ardennen denkt men aan kunst en niet aan schoenen als ze zegt hoe ze heet.
Winter in Argentinië
Die kunst hangt in de oude stallen en weldra ook in de hooischuur die ze prachtig aan het restaureren is. De gebouwen staan net als het woonhuis gespreid over het grote domein dat op wandelafstand van het pittoreske kerkje ligt.
“Mijn moeder is afkomstig van Oudenaarde. Als ze vroeger naar huis reed, kwam ze langs hier. En ze zei toen altijd: “Dit is het mooiste dorpje van de Vlaamse Ardennen.” Als je op de E17 in Waregem de afrit neemt is het nog 10 km. Moregem is een deelgemeente van Wortegem-Petegem. “Toen er op een gegeven moment een klein huisje vrijkwam op het dorpsplein, heb ik dat gekocht en ik heb daar 18 jaar gewoond. Tot dit domein te koop was. Mijn ex is op een bepaald moment begonnen met de natte muren uit de stallingen te slopen en ik vond dat eigenlijk wel mooi. De ruimtes bleken perfect als kunstgalerij. Alle openingen hebben we bewaard en er glas in gestopt.”
Ik geloof echt dat Kortrijk in 2030 Europese cultuurhoofdstad kan worden.
Niet dat ze er meteen een kunstgalerij van maakte. “Ik ben jaren gaan overwinteren in Argentinië. Mijn zoon Jules Henri was 18 maanden toen hij voor het eerst meeging. We leefden er bij de cowboys. Mijn zoon was een gaucho, een kleine cowboy. Hij zat altijd op een paard. Ja, aan 18 maanden. Hij kon met moeite stappen. Die winters in Argentinië, en ook in Mexico, Uruguay en Brazilië, lieten me inzien wat die mensen meer hadden, terwijl ze in feite veel minder hadden. Ze hadden een echte connectie met elkaar, een verbinding. Ze hadden tijd voor elkaar. Op een gegeven moment heb ik getwijfeld of ik daar zou blijven of terugkeren. Maar uiteindelijk heb ik besloten om dat verhaal van ginder naar hier te brengen. Het was mijn bedoeling om mensen te connecteren met zichzelf, met de ander, met de natuur en met schoonheid.”
Meer dan mooi plaatje
Sinds ze niet meer aan schoenen denkt, zet ze alsmaar meer gewaagde stappen. “Er is de kunstgalerij, maar ik ontvang hier vaakkunstenaars, artists-in-residence, op het domein. Achterin is er nog een apart huisje met een tuin waar je terechtkunt voor bed & breakfast. Voor wie echt eens helemaal op zichzelf wil zijn. Ik heb hier Indische wielrenners en een Latijns-Amerikaanse wielerploeg te gast gehad, maar uiteraard ook veel kunstenaars en kunstliefhebbers.”
“Kunst is echt mijn passie geworden. Ik heb hier gesprekken met mensen zoals ik die nooit gehad heb in al die jaren dat ik in de schoenensector zat. Het gebeurt vaak dat mensen hier na een bezoek bij een glas blijven napraten. Achter alles wat hier te zien is, zit er meer. Het mag niet alleen een mooi plaatje zijn. Je hoopt dat de mensen aan het denken worden gezet. Ik wil maatschappelijke thema’s aan bod laten komen. Dat je even stilstaat bij de dingen.”
De prachtige omgeving zet daar ook toe aan. “Er is hier ruimte, er is licht en als mensen naar hier komen, maken ze doorgaans de verplaatsing, dus trekken ze tijd uit. Ik krijg hier een heel breed publiek over de vloer. Verzamelaars, kunstliefhebbers vooral, maar ook mensen die komen voor een goeie babbel. Op de duur ontstaat er een soort familie.”
Bijhuis in Kortrijk?
Eigenlijk zou Kortrijk ook wel zo’n galerij kunnen gebruiken. Niet toevallig denkt Stefanie wel eens aan een bijhuis in haar geboortestad. “Dat mag zeker. Ik zou het heel leuk vinden om iets te doen langs de Leieboorden. Daar hangt een jonge en hippe energie. Alleen jammer dat er nauwelijks panden te huur zijn. Je vindt er alleen appartementen. Zo krijg je natuurlijk moeilijk het bruisende leven daar naartoe, als er geen plek beschikbaar is om er het leven te laten bruisen. Er moeten daar meer restaurantjes, cafeetjes en ook kunstgalerijen komen. Meer beleving.”
“Maar binnen 10 jaar zal Kortrijk een heel ander verhaal zijn. Je voelt dat er iets aan het borrelen is. Er wordt hard aan de weg getimmerd. Ik geloof echt dat Kortrijk in 2030 Europese cultuurhoofdstad kan worden. De stad is aan het verjongen en wordt ook diverser. Dat was nodig. Het was lang een heel gesloten gemeenschap. Terwijl je mensen van buitenaf nodig hebt om alles open te trekken. Een figuur als Monica Villarroel, die ik hier twee jaar geleden al in de galerij had, is een zegen voor de stad. Ze brengt licht, kleur, vernieuwing en verbinding in de stad. Nee, ik geloof dat het goed komt met Kortrijk. Binnen tien jaar heb je er tien kunstgalerijen. Je voelt dat er van alles aan het bewegen is.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier