Steeds meer West-Vlamingen kloppen aan bij Voedselbank: “Zelfs tweeverdieners komen hier over de vloer”
Maar liefst 20.260 West-Vlamingen deden vorig jaar een beroep op de Voedselbank om eten op tafel te kunnen toveren. Tien jaar geleden waren dat er slechts 13.300. Helaas wordt het steeds moeilijker om aan die stijgende vraag tegemoet te komen. “Voedingsbedrijven doneren minder overschotten dan vroeger”, klinkt het bij Voedselbank West-Vlaanderen.
Het leven wordt steeds duurder, dat is een feit. Naast de stijgende vastgoedprijzen en de schrikwekkende energiefacturen zijn ook onze winkelkarren de afgelopen twee jaar een pak kostelijker geworden. Steeds meer mensen hebben moeite om rond te komen, dat blijkt ook uit het jaarrapport van Voedselbank West-Vlaanderen. Vorig jaar klopten 20.260 West-Vlamingen aan bij de Voedselbank, dat zijn er bijna 3.000 meer dan in 2022 én 50 procent meer dan tien jaar geleden. “Volgens recente cijfers zou het armoederisico in ons land sterk gedaald zijn, maar in de realiteit voelt dat toch anders aan. De levenskost is enorm gestegen, dat vertaalt zich rechtstreeks in het toenemend aantal mensen dat wij vorig jaar hebben bedeeld”, vertelt Marleen Verfaille van Voedselbank West-Vlaanderen.
Zorgwekkende evolutie
Een opvallende trend is dat het profiel van de mensen die bij de organisatie aanklopt in de loop der jaren sterk is gewijzigd. Zo moeten er steeds vaker ’s avonds verdeelmomenten ingepland worden, omdat de klanten van de Voedselbank overdag actief zijn. Dat bevestigt ook Wim Debonne van De Vaart in Kortrijk, een van de 82 verenigingen die instaat voor de voedselbedeling: “Tien jaar geleden zagen wij bijna uitsluitend mensen die aan de rand van de maatschappij leefden, meer de stereotiepe armen. Nu kampen ook mensen en koppels die fulltime werken of studeren met financiële moeilijkheden. Een zorgwekkende evolutie…”, klinkt het.
Meer monden die moeten gevuld worden, dus. Dat betekent dat het aanbod ook zou moeten groeien, en daar wringt het schoentje. “Voorlopig lukt het ons nog. We deelden in 2023 maar liefst 2.868.879 kilo aan voeding uit, goed voor een waarde van 10.778.000 euro. Dat is ruim 300.000 euro meer dan het jaar daarvoor. Maar we vrezen voor de toekomst, want de donaties vanuit de voedingsindustrie zijn sinds de energiecrisis beperkter”, legt Marleen uit. Producenten zijn volgens haar door de torenhoge energieprijzen kostenefficiënter beginnen werken, waardoor ze minder overschotten hebben.
“Producenten zijn volgens haar door de torenhoge energieprijzen kostenefficiënter beginnen werken, waardoor ze minder overschotten hebben.”
“Enerzijds is het goed dat er minder verspilling is, maar wij waren wel grotendeels afhankelijk van die overtollige productie… Daarom gooien we dit jaar onze hele strategie om. We hebben in samenwerking met VOKA een werkgroep opgestart die bedrijven moet overtuigen om na te denken over maatschappelijk ondernemerschap. We willen de voedingsindustrie vragen om ons een plekje te geven binnen hun productieproces, in plaats van enkel datgene te doneren dat ze écht niet verkocht meer krijgen. Er zal heel veel energie in kruipen, maar het is noodzakelijk als we ons voortbestaan willen garanderen voor mensen die ons nodig hebben.” (lees verder onder de getuigenis)
Dirk gaat sinds twee maanden naar de Voedselbank: “Ik leerde nooit met een budget omgaan”
Dirk* is 47 jaar en woont in Kortrijk. Hij werkt fulltime als technisch assistent in de transportsector en krijgt daar elke maand een mooi loon voor. Toch werd Dirk twee maanden geleden door het OCMW doorverwezen naar de Voedselbank. De reden? Een vechtscheiding.
“In 2015 kwam een einde aan mijn huwelijk. Daar gingen heel wat zware kosten mee gepaard, die ik initieel wel kon dragen”, begint Dirk zijn relaas. Hij moest zijn leven van 0 weer beginnen opbouwen. Op materieel en financieel vlak, maar ook zijn sociaal leven leed onder de scheiding. Dirk raakte in een depressie verzeild, daarnaast kampte hij met ADHD en extreem uitstelgedrag. Als resultaat werd zijn persoonlijke administratie een ramp. “Ik werkte wel en verdiende geld, maar al mijn post bleef ongeopend liggen thuis. Openstaande facturen – ook die van mijn gerechtskosten – stapelden zich op en mijn schuldenput werd steeds dieper”, klinkt het.
Met hulp van het OCMW kon hij die put bijna volledig weer dichten, daar krijgt hij hulp om zijn budget te beheren. “Ik groeide zelf op in armoede, ik heb thuis nooit geleerd hoe ik met geld moet omgaan. Mensen met een beperkt inkomen denken enkel op korte termijn, zo geraak je natuurlijk nooit uit de problemen. Toen ik getrouwd was regelde mijn vrouw de geldzaken. Eén tegenslag en zelf een fout maken was voor mij genoeg om in financiële moeilijkheden terecht te komen. Gewoon omdat ik de kennis en mentale veerkracht niet had om het probleem vroeger aan te pakken.”
Veel marge is er nog steeds niet, daarom kreeg hij van het OCMW toelating om naar de Voedselbank te gaan. “Dit neemt één van mijn zorgen weg. Ik weet dat ik een deftige maaltijd op tafel kan zetten als de kinderen bij mij zijn én tegelijk ook mijn andere kosten en schulden kan betalen. Er is een zekere schaamte, ja, maar ik doe er alles aan om weer financieel gezond te leven.”
*Dirk is een schuilnaam, zijn echte naam is bekend bij de redactie
Gelukkig kan de Voedselbank op nog een andere speler rekenen voor de aanlevering van voeding, naast de privébedrijven. De basisproducten zijn namelijk vooral afkomstig van het Europees Sociaal Fonds Plus, een budget van de Europese Unie waarmee levensnoodzakelijke producten worden aangekocht. “Dat zijn meteen ook de meest gevraagde producten, denk maar aan melk, eieren, bloem, suiker… Ook verse groenten, vlees en kaas zijn populair. Dat zijn in de gewone winkel zeer prijzige producten. Tot slot hebben we veel vraag naar eieren, maar het aanbod daarvan is helaas bijzonder klein”, vertelt Marleen.
“Mensen kunnen nu echt gratis ‘winkelen’ in de verdeelpunten, dat is belangrijk voor hun waardigheidsgevoel”
Vroeger kregen klanten van de Voedselbank een vast pakket, er was geen productkeuze mogelijk. Tegenwoordig fungeert Voedselbank West-Vlaanderen vooral als organisator die de donaties verzamelt, sorteert en op zijn beurt uitdeelt aan 82 verenigingen verspreid over de hele provincie. Zij staan dan zelf in voor de verdeling van de producten en ze zorgen ervoor dat die enkel terechtkomen bij mensen die het echt nodig hebben. Dat zijn in veel gevallen vzw’s die zich op verschillende vlakken inzetten voor kwetsbare doelgroepen, die al dan niet een link hebben met het plaatselijke OCMW. Een van de meest bekende spelers is De Sociale Kruidenier, de winkel waar onder meer gratis voedingsmiddelen worden aangeboden.
“We merken dat heel wat verenigingen op die manier hun bedeling op poten zetten. Zo krijgen de minderbedeelden meer het gevoel dat ze een gewone supermarktklant zijn, het enige verschil is dat ze aan de kassa hun portefeuille niet moeten bovenhalen. Dat haalt de schaamte deels weg en draagt bij aan hun waardigheidsgevoel. Daarom zijn we ook blij met programma’s zoals Zorgen voor Mama waarin zo’n verdeelpunt te zien is. Dat werkt echt drempelverlagend.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier