Stad Roeselare in beroep tegen vergunning voor vijfde oven van Desotec
In het voorjaar werd door Desotec nv een vergunning aangevraagd voor de bouw van een vijfde oven op de site in de Regenbeekstraat 21. Oven 5 zou worden gebruikt om filters te verwerken uit de biogasindustrie en het vrijgekomen zwavel om te zetten in gips voor de gipsindustrie.
Op 26 oktober 2021 ontving het stadsbestuur het bericht dat de deputatie van de provincie West-Vlaanderen een omgevingsvergunning onder voorwaarden heeft verleend aan Desotec nv. Tegen deze omgevingsvergunning gaat de Stad Roeselare in beroep. Dat besliste het College van Burgemeester en Schepenen op 15 november 2021. Het is nu aan Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir om zich opnieuw uit te spreken over de vergunning. Door dit beroep kan de vergunning van de provincie niet worden uitgevoerd. Zolang er geen definitieve uitspraak is van de minister, kunnen er geen werken voor een nieuwe oven worden opgestart.
In tegenstelling tot de Vlaamse en andere adviesinstanties, leverde de Stad Roeselare tot tweemaal toe een ongunstig advies af.
“Tijdens het openbaar onderzoek, ontving de Stad 100 bezwaarschriften uit Rumbeke. Dat gaf duidelijk aan dat er bij de buurtbewoners geen draagvlak is om de zware bedrijvigheid in deze zone verder uit te breiden. Enerzijds omwille van de bestaande geurproblematiek, anderzijds maakt de buurt zich ook zorgen over de impact op de gezondheid”, verduidelijkt schepen Nathalie Muylle.
“Zolang de geurproblematiek blijft aanhouden, vindt de Stad het voorbarig om de vergunning af te leveren. Recente studies die door het bedrijf zelf werden aangeleverd in september 2021, gaven aan dat er op de al bestaande sites van het bedrijf nog veel ruimte is voor verbetering. Dit is vooral het geval voor oven 4, nog maar actief sinds het voorjaar van 2020. De nodige aanpassingen moeten eerst daar worden uitgevoerd en geëvalueerd op hun effectiviteit. Ook andere bedrijven in het havengebied die een aandeel hebben in de geurproblematiek, zijn op vandaag bezig met het uitrollen van maatregelen die de geuroverlast moeten beperken.”
Als stad willen we alle mogelijke middelen blijven aanwenden om de geurhinder verder terug te dringen
De geuroverlast is een oud zeer. Na de grote hinder in 2010-2011, stak het probleem na enkele jaren rust, in 2020 opnieuw de kop op. Het blijft ook tot op vandaag aanhouden, zeker als de wind vanuit de havenzone richting Rumbeke waait.
“De Stad volgt deze complexe problematiek aandachtig op. Binnen haar wettelijke mogelijkheden, wordt door de Stad aanhoudend druk gezet op de vele betrokken partijen, zoals de verschillende bedrijven, de Deputatie en de controlerende Vlaamse overheidsdiensten.”
“Voor een lokaal bestuur als de Stad is dit niet eenvoudig, gezien het de Vlaamse Omgevingsinspectie is die verantwoordelijk is voor de controle op deze bedrijven en het behandelen van klachten. Net zoals het de provincie is die verantwoordelijk is voor het behandelen van de aanvragen voor omgevingsvergunningen en het opnemen van voorwaarden in de vergunningen van deze bedrijven.”
“Desondanks wil het stadsbestuur, binnen de beperkingen die door de wetgeving worden opgelegd, alle mogelijke middelen blijven aanwenden om de geurhinder verder terug te dringen. Zo is het opstarten van deze beroepsprocedure één van de maatregelen die de Stad hier neemt.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier