Somers verdedigt beslissing over privatisering thuiszorgdienst Oostende
Vlaams minister van Binnenlands Bestuur Bart Somers heeft zich in het Vlaams Parlement verdedigd tegen de kritiek op zijn beslissing in het dossier van de privatisering van de thuiszorgdienst in Oostende. Volgens oppositiepartijen Vooruit en PVDA is die privatisering onwettig. Zij verwijzen naar het advies van het Agentschap Binnenlands Bestuur (ABB). Minister Somers zegt dat hij zijn beslissing “niet lichtzinnig” heeft genomen en dat hij juridische redenen heeft om in te gaan tegen het advies van zijn eigen administratie.
Eind augustus vorig jaar beslist de raad voor maatschappelijk welzijn van het OCMW van Oostende om de thuiszorgdienst over te dragen naar een private speler, de vzw i-Mens. De Oostendse oppositiepartij Vooruit en de sociale partners dienen een klacht in tegen die privatisering bij de gouverneur van West-Vlaanderen en het Agentschap Binnenlands Bestuur.
Het antwoord op de klacht komt niet van het ABB of van de gouverneur, maar van het kabinet van Vlaams minister van Binnenlands Bestuur Bart Somers. Die laat in zijn antwoord weten dat hij geen redenen ziet om de beslissing over de overdracht te vernietigen.
Volgens parlementsleden Kurt De Loor (Vooruit) en Lise Vandecasteele (PVDA) gaat de minister daarmee regelrecht in tegen het advies van zijn administratie. In dat advies staat namelijk dat er geen decretale grondslag is voor de operatie. De administratie adviseert ook om het betrokken besluit te vernietigen. Door dit advies naast zich neer te leggen, “maakt minister Somers zich verdacht”, meent Vandecasteele.
Minister Somers heeft nu in het Vlaams Parlement omstandig zijn beslissing verdedigd en uitgelegd waarom hij is afgeweken van het advies van zijn administratie. Zo is er volgens hem wel degelijk een juridische rechtsgrond om personeel over te dragen. Daarnaast is er volgens Somers ook discussie mogelijk over de interpretatie van een 20 jaar oud arrest van de Raad van State over de voorwaarden waaronder een OCMW diensten kan afstoten. “Ik volg daarin de ‘conservatievere’ interpretatie van mijn administratie niet”, geeft Somers toe.
Somers vindt het daarom een goede zaak dat de vakbonden al hebben aangekondigd dat ze naar de Raad van State trekken. “Als de Raad van State dan toch een andere beslissing neemt, is dat voor mij een zuiver signaal dat we de wetgeving moeten bijstellen”, aldus Somers.
De Open Vld-minister betreurt de “toonzetting” van de kritiek. “Mijn administratie krijgt jaarlijks zo’n 1.000 klachten waarvan er jaarlijks 30 of 40 op mijn bureau belanden. Jaarlijks wijkt een minister 1, 2 of 3 keer af van zijn administratie. Dat was ook onder mijn voorgangers zo. Als ik blind de adviezen van mijn administratie moet volgen, dan moet je de ministers afschaffen en krijg je een technocratie”, aldus Somers.
Kurt De Loor (Vooruit) en Lise Vandecasteele (PVDA) namen geen genoegen met het antwoord van de minister. “U gebruikt juridische argumenten waarvan u weet dat ze geen steek houden en bedient zich van kromme redeneringen om uw gelijk te halen”, aldus De Loor. Volgens Vandecasteele springt Somers “creatief om met de wetgeving” en maakt hij zich in dit dossier “verdacht”.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier