Schendt Brugse woontoren zicht op werelderfgoed?
Tot vreugde van de erfgoedverenigingen heeft de stad Brugge, bij gebrek aan advies van UNESCO, geen omgevingsvergunning verleend aan projectontwikkelaar CAAAP voor een woontoren in het Kaaidistrict in Sint-Pieters. Mag hoogbouw rond het werelderfgoed?
De Brugse skyline verandert. In de stationswijk Nieuw Brugge staan al flatgebouwen van 40 meter hoog, binnenkort komen er nog twee even hoge blokken met appartementen bij. Hogeschool Howest bouwt aan het station, de kant Sint-Michiels, een nieuwe campus van 30 meter hoog. Langs de Koningin Astridlaan staat de 25 meter hoge Queen’s Tower in de steigers. Het Concertgebouw op ‘t Zand is 35 meter hoog, het nabijgelegen beurs- en congrescenter BMCC in de Hauwerstraat eveneens.
Kaaidistrict
Brugges oudste burgerlijke hoogbouw, de Leeuwerik in de Parklaan in Sint-Michiels, die in 1968 door de Interbrugse Maatschappij voor Huisvesting opgetrokken werd, wordt gerenoveerd. Maar de plannen van projectontwikkelaar CAAAP voor vier woon- en kantoortorens (drie van 30 en één van 50 meter) vlakbij de Krakelebrug zijn terug naar af gestuurd.
Diverse erfgoedverenigingen waaronder de vzw Marcus Gerards voerden hevig campagne tegen dit ambitieus project op de voormalige site van natuursteenfabriek Lanssens. Ze vrezen dat dit dossier een precedent is om ook op andere plekken ongebreidelde hoogbouw toe te laten.
Ondanks gunstig advies van Onroerend Erfgoed Vlaanderen weigerde het college voorlopig de omgevingsvergunning. Urbanisatieschepen Franky Demon en milieuschepen Minou Esquenet willen op veilig spelen, ze hebben advies gevraagd aan ICOMOS (International Council on Monuments and Sites), een onderafdeling van Unesco in Parijs. Dé vraag is of zo’n woontoren aan de rand van de stad het zicht op het erkend werelderfgoed schendt.
Voorstander
Hoe dan ook blijft het stadsbestuur voorstander van dit project: “De omgeving kan een opwaardering gebruiken.” Wat zijn de regels inzake hoogbouw? Schepen Franky Demon: “Hoe definieer je hoogbouw? In Brugge spreken we liever van hoger bouwen, we leggen de relatie met de omgeving en omliggende bebouwing. De Queen’s Tower, bijvoorbeeld, past zich in de omgeving in: tussen andere hoge gebouwen, op een voldoende groot perceel, met behoud van open ruimte.”
Volgens de urbanisatieschepen is er in Brugge nog voldoende marge om op sommige plaatsen hoger te bouwen dan de actuele omgeving: “We houden daarbij uiteraard de relatie met het erkende Unescowerelderfgoed goed in het oog. In de rand zijn er verschillende woonprojecten gerealiseerd die hoger zijn dan de omgeving: Rond den Heerd in Sint-Pieters, de Leeuwerik en Stockvelde in Sint-Michiels. Ook industriële gebouwen, zoals de bloemmolens in Christus Koning, maken deel uit van de skyline. Met de bouw van het Concertgebouw en het BMCC is de skyline in de 21ste eeuw gewijzigd.”
De wetgeving op de ruimtelijke ordening sluit hoger bouwen niet uit en legt globaal geen hoogtebeperkingen op. De algemene regel om hoogtes te beoordelen is de goede ruimtelijke ordening. Via bijzondere plannen van aanleg (bpa’s), ruimtelijke uitvoeringsplannen (rup’s) en stedenbouwkundige verordeningen kan het lokaal bestuur hoogtebeperkingen opleggen.
10 meter
Volgens Franky Demon heeft Brugge op dat vlak een lange traditie. Hij wijst op de stedenbouwkundige verordening die bepaalt dat langs invalswegen de bouwhoogte beperkt is tot 10 meter. In diezelfde verordening zijn de hoogtes beperkt tot 13 meter op ’t Zand, Hoefijzerlaan, Gulden Vlieslaan, Koningin Elisabethlaan, Komvest, Fort Lapin, Hendrik Consciencelaan, en Guido Gezellelaan.
In het rup stadslandschap voor de binnenstad is de harmonieregel bepalend. In het bpa voor de Stationsomgeving geldt hoogtebeperking van 40 meter. In het rup Christus Koning Noord-Oost zijn langs het water verschillende hoogteaccenten voorzien in een omgeving met een algemene hoogte van drie bouwlagen.
Kaaidistrict
Voor het kaaidistrict is er (nog) geen rup dat bepaalt hoe hoog er kan gebouwd worden. “Daar gebeurt de beoordeling binnen de goede ruimtelijke ordening”, legt Franky Demon uit. Een conceptstudie bepaalt hoe die goede ruimtelijke ordening moet worden geïnterpreteerd. “Op de kruising van stad en haven is hoger bouwen mogelijk tot 50 meter. Op andere plaatsen in het kaaidistrict kunnen, met voldoende afstand van elkaar, gericht hoogtes gehaald worden tot 30 meter. De bedoeling is om de conclusies van de conceptstudie, de mobiliteitsstudie en de makersstudie te verankeren in een rup voor het kaaidistrict”, besluit de urbanisatieschepen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier