In hopboerderij ‘t Hoppecruyt in Proven spot je sinds kort zwartbles schapen op het hoppeveld. De dieren verwijderen het onkruid en hopblad van de hopranken. Een zwaar werk dat vroeger manueel gebeurde en ongeveer een maand werk in beslag nam. “De schapen leveren uitstekend werk en zijn ontzettend lief”, zegt hopteler Roel Desmyter. Ondertussen wordt ook al hun inzet in het najaar en het voorjaar getest en dan blijken ze ook nuttig. In de winterperiode lammeren ze en in de lente lopen ze in de omliggende weides.
De vierde generaties hoptelers zijn aan de slag in hopboerderij ‘t Hoppecruyt in Proven, die al bestaat sinds 1893. Samen met haar man Wout Desmyter (52) is Benedikte Coutigny (49) al meer dan twintig jaar actief als hopboer. Zoon Roel (25) stapte ook al in het bedrijf. Het familiebedrijf kiest voor een ecologische manier van telen en beschikt over 13 hectare hoppeveld, waarmee ze Belgische brouwerijen van hop voorzien. “De natuur bezorgt ons opnieuw een iets moeilijkere periode. De harde wind, de regen en temperaturen van ongeveer 30 graden zorgen ervoor dat onze hopplanten het hard te verduren krijgen. We proberen er het beste van te maken”, zegt Roel.
“Tot drie jaar terug rispten we zelf – manueel – de bladeren af. Een heel intensief en zwaar werk”
In het verleden was de maand juni niet de meest favoriete maand van het jaar bij ‘t Hoppecruyt. “Dan stond het afrispen van de bladeren op de agenda. Dat betekent het verwijderen van de onderste bladeren van de hopranken. Een heel intensief en zwaar werk. Meestal begonnen we rond 6 uur ‘s morgens om ‘s middags te stoppen, voor het warmste moment van de dag. Hiermee waren we toch zo’n viertal weken bezig.”
(Lees verder onder de foto.)
Zwartbles schapen
Het afrispen gebeurt sinds dit jaar uitsluitend door zwartbles schapen. “In 2013 ontmoetten wij een Nieuw Zeelandse hopteler tijdens het hopcongres in Poperinge, die vertelde ons dat daar schapen ingezet worden om bladeren van de hopranken en onkruid te verwijderen. Tot drie jaar terug rispten we zelf – manueel – de bladeren af. Een heel intensief en zwaar werk. Toen we in 2020 stopten met het vleesvee op de hoeve, zagen we de kans om wat schapen te houden en dit gekke idee eens te proberen”, vertelt Roel. “Tijdens de eerste testdag gaven we ze enkele ranken om de schade te beperken, moest het toch mislopen. We nestelden onze stoel bij de rank en hielden ze nauwlettend in de gaten en alles verliep vlekkeloos. Eigenlijk niet te geloven. In 2021 rispten we nog een groot deel zelf, omdat we nog niet genoeg schapen hadden. Vorig jaar rispten we nog een kleine oppervlakte zelf en dit jaar laten we alles aan hen over.”
(Lees verder onder de foto.)
In de hopvelden
Ondertussen ontlasten 37 schapen Wout, Benedikte en Roel van heel wat werk door het afrispen. “De schapen grazen in de hopvelden van ongeveer 15 juni tot en met eind juli, dan eten ze enkel de blaadjes op die aan de stengel hangen, tot op 1,5 meter. Zo moeten we de hop niet behandelen tegen de rode spint. Ondertussen testen we ook al hun inzet uit in het najaar (oktober-december) en het voorjaar (maart-april) en dan blijken ze ook nuttig: ze eten onkruid en de ingezaaide groenbemester op. We zien dat zij dat geen werken vinden, ze lopen liever in de hopvelden dan in de weides”, aldus Roel.
“Het werd een periode van zoeken. Hoe is hun gedrag, hoe moeten we met hen omgaan, welke zorg hebben ze nodig… Eigenlijk kan je om het even welk schaap in een hopveld loslaten, maar wij kozen voor Zwarbles omwille van hun vriendelijk en rustig karakter. Nu leven ze zich uit op de hopvelden. In de winterperiode lammeren ze (januari-maart) en in de lente (april-juni) lopen ze in de omliggende weides, waar er op dat moment heel veel gras is.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier
