Rumbekenaar Wilfried Vervisch is kunstschilder én dichter
Naar aanleiding van de jaarlijkse Week van Poëzie (deze week) en gedichtendag (gisteren, donderdag 28 januari) hadden we een boeiend gesprek met de Rumbeekse kunstschilder én dichter Wilfried Vervisch.
Wilfried is 83, Ieperling, woont al meer dan 60 jaar in Rumbeke, sinds vele jaren in de Koning-Leopold-I-laan. Hij is gehuwd met Lina Tommeleyn. Marleen, Siegfried, Stefaan en Jürgen zijn hun kinderen. Hij begon zijn professionele carrière als hulpboekhouder in de Filature Cambier in Rumbeke. Na de sluiting van de fabriek in 1967 werkte hij bij het Christelijk Ziekenfonds ‘De Verbroedering’ in Roeselare, eerst als bediende en vanaf 1981 als secretaris. Van 1970 tot 2002 was hij ook rechter in sociale zaken als vertegenwoordiger van de zelfstandigen bij de arbeidsrechtbank in Kortrijk. Hij kreeg meerdere onderscheidingen, zowel nationaal als regionaal. In 2002 werd hij tot Ridder in de Orde van Heilige Blasius opgenomen voor zijn sociale verdiensten op de parochie Sint-Petrus en Paulus en bij uitbreiding voor Rumbeke.
Spelen met kleuren
Hij begon reeds op vijftienjarige leeftijd te experimenteren met verf. “Ik ben autodidact, ik volgde geen academie, ik had geen leraar. Ik wilde mijn eigen weg gaan en mijn eigen stempel zetten”, begint Wilfried geamuseerd te vertellen. Ik heb de gave, maar het werd toch, met vallen en opstaan, een lastige zoektocht: het samenstellen van de precieze kleuren, het gebruik van de juiste borstels, materiaalkennis, de moeilijke techniek van het schilderen,… Ten slotte ontwikkelde ik, zeker vanaf de jaren 70, een eigen stijl die zowel modern als figuratief is.”
“Mijn gedichten zijn volkse schrijfsels”
“Toen ik nog ging werken, trok ik me na de dagtaak in mijn atelier terug en schilderde ik nog drie à vier uur. Inspiratie had en heb ik nog voldoende. In mijn eigen leefwereld en op wereldvlak zijn er mooie momenten die ik wil vastleggen of er zijn droevige, dramatische impressies die ik wil verwerken door ze van me af te schilderen en daarmee hopelijk ook een boodschap aan de kijker te geven. In 1963
Spelen met woorden
“Een tweede uitlaatklep is schrijven”, vervolgt Wilfried. “In 1983
“Ik kan zot doen, maar ben soms ook bloedernstig en dat komt terug in mijn poëzie”
“In 2002
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier