Rik uit Roeselare: stapelgek op de kermis, maar nooit zelf op een attractie

Rik Boddaerd met zijn fototoestel in aanslag op de kermis. (foto SB) © (foto SB)
Philippe Verhaest

Dit weekend gaat de Roeselaarse kermis weer van start, voor Rik Boddaerd hét sein om met zijn fototoestel naar het stadscentrum te trekken. De man is verzot op alle mogelijke kermissen en bezoekt er jaarlijks zo’n 150 in binnen- en buitenland. Niet om de attracties te testen, maar om ze op de gevoelige plaat vast te leggen en te delen met gelijkgestemde zielen. “Elke kermis dompelt me onder in vakantiesfeer”, zegt hij.

Om de kern van Rik Boddaerds (68) passie voor kermissen te begrijpen, moeten we terug naar zijn prille jeugd. “Ik groeide op in Menen en elke keer de kermis de stad binnen reed, was ik niet te houden”, mijmert hij. “Ik wilde er geen minuut van missen. Als kleine jongen zette ik me toen op de zulle van het bankkantoor op de Markt en bekeek ik met grote ogen de opbouw. Zelfs dat vond ik fantastisch. En eenmaal de kermis geopend was, was ik er niet weg te slaan. Tot grote ergernis van mijn moeder”, glimlacht Rik. “Die lichtjes, de geuren, het ritje op een echte pony… Dat was met niks te vergelijken. Doodjammer dat die diertjes nu niet langer op de kermis te vinden zijn. Ze kregen er uitstekende zorgen, maar blijkbaar is dit anno 2019 niet langer aanvaard.”

Ook toen Rik volwassen werd, bleef de fascinatie voor de kermis groot. “Ik kan het niet verklaren, maar de ambiance die er hangt, kan ik met niks vergelijken. Iedereen is er ook goed geluimd. Vroeger was de kermis hét evenement in het dorp, iets anders was er niet. Nu is dat toch wat veranderd. Maar de magie is al die jaren intact gebleven.”

Rond zijn 45ste startte Rik met het fotograferen van de kermissen die hij bezocht. “Aanvankelijk gewoon voor persoonlijk gebruik”, verduidelijkt hij. “Ik wilde een soort inventaris aanleggen en een tastbare herinnering hebben van elke kermis. We trokken toen zelfs al naar Duitsland om kermissen te bezoeken. Trips van 600 tot 700 kilometer vormden geen uitzondering. Ooit hebben mijn vrouw Francine en ik op één dag 1.000 kilometer afgelegd om vier verschillende kermissen te bezoeken.”

Zijn eerste foto’s nam Rik nog met het toestel dat hij als handelsvertegenwoordiger in zijn bezit had, maar toen hij op zijn 53ste met pensioen ging, raakte zijn hobby in een stroomversnelling. “Ik kon destijds écht geen goeie foto nemen, maar heb alles al doende geleerd. Nu ben ik aan mijn vijfde toestel toe. Een spiegelreflex die ik tot in de details beheers. Een genot om daarmee te werken.”

Op zijn hoogtepunt bezocht Rik tot 250 kermissen per jaar. “Niet enkel in België, ook de ons omringende landen verkenden we. Erg intensief, maar ik kon het gewoon niet laten. Nu beperken we ons tot zo’n 150-tal trips per jaar. Goed voor 30.000 kilometer per jaar in de auto.”

Forains als vrienden

Met enkele collega-kermisfanaten sloeg Rik de handen in elkaar en werd de website kermisland.be opgericht. “Daar plaatsen we onze fotoreportages op, met het doel om een zo volledig mogelijk overzicht te brengen. Die website is ondertussen omgevormd naar een Facebookpagina met ruim 5.500 volgers. “Daar ben ik dagelijks zo’n vijf uur mee bezig”, benadrukt Rik. “Ik zorg dat alle foto’s online komen en maak elk jaar ook een sluitende kermiskalender. Daarvoor mail ik liefst 270 steden en gemeenten.”

Riks absolute topattractie, de Popcorn Party, strijkt ook weer in Roeselare neer. (gf)
Riks absolute topattractie, de Popcorn Party, strijkt ook weer in Roeselare neer. (gf)© (gf)

Hoewel Rik de zeventig nadert, denkt hij nog niet aan stoppen. “De kermis is voor mij nog altijd thuiskomen. Een weekend is pas geslaagd wanneer ik een kermis gezien heb. Sommige kermissen heb ik al twintig keer bezocht en ken ik van buiten, maar toch voel ik me elke keer opnieuw dat kleine kindje op de zulle van het bankkantoor… En tijdens de ‘dode’ periode tussen half november en februari bezoeken we kerstmarkten. Ook met veel lichtjes en lekkere geuren”, knipoogt hij.

Door zijn jarenlange fascinatie leerden Rik en Francine een pak forains persoonlijk kennen. “Velen onder hen zijn echte vrienden geworden”, stelt hij. “Ik geniet er veel meer van om met hen een praatje te slaan dan zelf een attractie uit te testen. Meer nog: ik kruip nergens op. Hoogtevrees en het feit dat ik niet tegen hoge snelheden kan… Veel mensen vinden dat vreemd, maar mijn genot zit in het bekijken van al die kermispracht. Ik mis die kicks niet echt.”

Opbouw het leukst

Zijn favoriete kermis is en blijft die van Brussel. “Omwille van de opstelling”, legt Rik uit. “Alle attracties staan in één lang lint en dat is redelijk uniek. Ook de paasfoor in Kortrijk kan ik niet links laten liggen en Roeselare is ook een topper, moet ik toegeven. De nieuwe opstelling op het Polenplein is bijzonder geslaagd en het aantal attracties is voor een middelgrote stad als Roeselare erg hoog. 37 in totaal, waarvan zeven grootformaten.”

De voorbije week volgde Rik de opbouw van erg dichtbij. “Voor mij de leukste periode, want dan zie ik al mijn vrienden uit het wereldje in mijn eigen stad neerstrijken. Ik ben elke dag langs geweest, maar eenmaal de kermis van start gaat, beperk ik me tot een tweetal bezoeken.”

Dat Rik zelf in de wieg was gelegd om foorreiziger te worden, ontkent hij met klem.

“Een prachtige wereld, maar een erg risicovol beroep. Je inkomen hangt vrijwel louter van externe factoren af. Het weer kan een kermis maken of kraken en de mensen moeten hun portefeuille willen openen. Kermissen hebben de reputatie duur te zijn, maar dat is volledig ten onrechte. Een uitstapje naar de kermis is veel goedkoper dan een dagje naar het pretpark met het hele gezin. En net zoals zoveel mensen sluit ik de Roeselaarse kermis af met een goeie zak oliebollen. Bij elk kermisbezoek heb ik er ongelooflijk veel zin in, maar ik beheers mezelf. Als ik per jaar vier keer oliebollen bestel, zal het al veel zijn. Maar voor mijn eigen Roeselare maak ik graag een uitzondering!”

Vind kermisland – pays Forain op Facebook.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier