Revalidatieziekenhuis BZIO start eigen kinderafdeling

BZIO-directeur Nick Marlein: “Om de gespecialiseerde revalidatie verder te kunnen uitbouwen, is een link met een academisch/universitair ziekenhuis zoals dat van Brugge noodzzakelijk.” © EFO
Edwin Fontaine
Edwin Fontaine Medewerker KW

Het BZIO op de Zeedijk in Mariakerke sloot een samenwerking met het AZ Sint-Jan Brugge, startte gespecialiseerde pediatrie en heeft grote renovatieplannen. En dat is nog maar de voorbode. “We worden geen tweede Oostends ziekenhuis, maar stellen wel de belangen van de patiënt centraal”, luidt het.

BZIO staat voor Bundeling ZorgInitiatieven Oostende, maar is een verwijzing naar het Belgisch Zee-Instituut voor Orthopedie, gestart in de 19e eeuw om mensen te laten revalideren aan zee. In de volksmond is het bekend als ‘den Imbo’, naar de vroegere Franstalige naam (Institut Maritime Belge d’Orthopedie). In het gebouw verwijzen foto’s en affiches naar de rijke geschiedenis. Sinds 2011 voorziet het BZIO in de Koninklijke Villa ambulante therapie en herstelverblijf. Er is ook een nauwe samenwerking met zusterorganisatie Zeepreventorium in De Haan. Het woonzorgcentrum werd begin dit jaar stopgezet, de vrijgekomen verdieping dient om andere afdelingen naartoe te verhuizen als die worden gerenoveerd.

Twee locaties

In het BZIO zijn er 125 bedden voor revalidatie en 30 voor herstel, die quasi altijd bezet zijn. Daarnaast komen er dagelijks 200 patiënten (die niet verblijven in het BZIO) voor ambulante therapie. “Hier bieden we uiteraard de klassieke kinesitherapie en ambulante revalidatie, maar we zijn gespecialiseerd in alles wat te maken heeft met revalidatie, zoals locomotorische en neurologische revalidatie, met specialisaties bij amputaties of zware verkeersongevallen”, zegt algemeen directeur Nick Marlein. Het BZIO heeft een erg goede naam, vanuit heel het land komen er patiënten. “De werking in de Koninklijke Villa kent zijn oorsprong bij de oncologie. Er zijn speciale programma’s rond oncologie, stakeholders houden er groepssessies en lotgenoten ontmoeten er elkaar. Het is er geëvolueerd naar een zorghotel, herstelverblijf en revalidatiecentrum. De rugschool is er uitgebreid en er zijn meer ambulante therapieën. In het herstelprogramma ontvangen we verschillende keren per jaar de slachtoffers van de terreuraanslagen in Brussel.”

met Brugge

“We werken samen met iedereen die revalidatie nodig heeft, zoals ziekenhuizen in Gent, Antwerpen en ook het AZ Oostende. De patiënten komen niet enkel uit de regio, maar uit het hele land”, duidt Nick. Vorige maand kondigde BZIO een nauwere samenwerking aan het AZ Sint-Jan Brugge. “We willen ons nog nadrukkelijker toeleggen op specialistische revalidatie. Als we dat de komende jaren willen uitbouwen, dan is een link nodig met een ziekenhuis met een academisch/universitair karakter. En ook het AZ Sint-Jan Brugge heeft 160 universitaire bedden. We vonden elkaar op het niveau van wetenschappelijk onderzoek of uitwisseling van moderne technologieën”, luidt het. De defusie van het Serruys heeft, volgens het BZIO, niet meteen iets te maken met de samenwerking. “We blijven wel samenwerken met het nieuwe fusieziekenhuis. Hun patiënten komen voor revalidatie nog steeds naar hier. We worden nooit een acuut ziekenhuis en geen tweede Serruys. We zijn er voor gespecialiseerde revalidatie. Trouwens, de instroom van patiënten van het AZ Sint-Jan is maar een fractie van wat we landsbreed ontvangen.” Ook ‘Brugge’ doet een goede zaak, want daar is er nu niet zo’n gespecialiseerd aanbod en hebben ze enkel korte revalidatietrajecten.

Gespecialiseerde pediatrie

Het BZIO zorgt bij de renovatie voor meer groen, een parkje aan de zuidzijde, een doorgang voor buurtbewoners naar de Zeedijk en een beschut terras achteraan het gebouw.
Het BZIO zorgt bij de renovatie voor meer groen, een parkje aan de zuidzijde, een doorgang voor buurtbewoners naar de Zeedijk en een beschut terras achteraan het gebouw. © EFO

Vorige week werd nog een nieuwe samenwerking aangekondigd: de gespecialiseerde pediatrie. Het zal tussen AZ Sint-Jan Brugge en het BZIO trouwens niet de laatste samenwerking worden. “Zo vreemd is die keuze niet, want de oorsprong van BZIO is pediatrisch. 100 jaar geleden kwamen kinderen naar hier die kampten met polio of infectieaandoeningen. We hadden al lang de wens om te differentiëren, want revalidatie is vaak toegespitst op ouderen. We beslisten om de banden met het Zeepreventorium nauwer aan te halen, want zij werken louter residentieel. Wie voor kinderen ambulante therapie wil, moet nu de trein op naar Gent. We willen niet met hen concurreren, maar enkel in de regio meer aanbieden”, zegt Nick Marlein. Een gewone pediatrie-afdeling ambiëren ze niet. “We werken wel samen met negen gespecialiseerde pediaters rond nier- of chronische aandoeningen, diagnose van diabetes, kinderneurologie, slaapproblematiek, kinderlongziekten en allergie, maag- en darmproblemen, plaskliniek en kinderhematologie. En opnieuw zien we dit niet als concurrentie voor het AZ Oostende. Vanuit dat ziekenhuis en het AZ Sint-Jan horen we dat de dokters blij zijn dat er geen verlies is van het zorgaanbod in Oostende.” En de samenwerking werd al heel concreet gemaakt met nieuwe consultatieruimtes op maat van kinderen.

Renovatie

De (bovenste) verdiepingen met bedden werden de voorbije jaren gerenoveerd: het resulteert in kamers en ruimtes voor revalidatie met zicht op zee of de luchthaven. “Structurele problemen moesten wel opgelost worden. Mensen waaien hier soms letterlijk binnen, ambulante patiënten komen binnen via de Duinenstraat, er was nood aan een personeelsingang en we wilden ook voldoende ruimte voor therapiezalen. Een nieuwbouw zou oneer aandoen aan het gebouw en ook te veel kosten.” De goedgekeurde renovatieplannen worden weldra voorgelegd aan de buurt. Het BZIO zorgt bij de renovatie voor meer groen, een parkje aan de zuidzijde, een doorgang voor buurtbewoners naar de Zeedijk en een beschut terras achteraan het gebouw. Er komt ook een goed georganiseerde parking. “De verblijvende patiënten zullen van de werkzaamheden weinig hinder ondervinden. De vrije verdieping van het woonzorgcentrum zal gebruikt worden om het tijdelijk plaatsgebrek tijdens de werken op te vangen. We hopen rond de zomer 2024 te starten met de werken, die in 2026 klaar zullen zijn. Er wordt 14 miljoen euro geïnvesteerd, waarvan 90 procent uit eigen middelen.”

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier