Regionaal Landschap Houtland stelt eerste ‘Drevenmanager’ aan
Dat Beernem erg landelijke uitzichten heeft, is reeds lang geweten. De gemeente kent een groot aantal dreven met historische achtergrond. Samen met het Regionaal Landschap Houtland werd een langetermijnvisie voor het onderhoud van die dreven uitgetekend. Hiervoor heeft de provincie een ‘drevenmanager’ aangesteld: Ruben De Coninck.
De in Gent wonende Ruben De Coninck (30) legt zich al langer toe op het beheer van dreven en
In totaal lopen er drie projecten om de Beernemse landschappen structureel te onderhouden. Deze visies werden reeds uitgewerkt in de laatste drie jaar tijdens verschillende projecten en dit voor alle velddreefgebieden (15) binnen het Landschapspark Bulskampveld uitgewerkt. In Beernem zijn er vijf gelegen.
Er is enerzijds een landschapsbeheerplan uitgewerkt dat plotse kapping van volledige dreven waardoor het landschap er opeens compleet anders uit ziet, moet voorkomen. Daarnaast worden bomen met culturele en historische achtergrond geïnventariseerd. Tenslotte komt er ook een bomenbeheersplan voor ‘normale’ straatbomen.
“Elk project heeft dus als bedoeling om een langetermijnvisie vast te leggen, zodat alle betrokkenen op één lijn zitten. Dreven zijn namelijk vaak eigendom van particulieren, andere delen zijn dan weer eigendom van de provincie of nog anders, van de gemeente. Als elke betrokkene zijn eigen ding doet, dreigen sommige dreven of plekken er opeens helemaal anders uit te zien. Dat willen we vermijden”, legt Ruben De Coninck uit.
Ook milieuschepen Jan Vanassche is tevreden. In het project worden namelijk ook de andere gemeenten die bij Regionaal Landschap Houtland zijn aangesloten, betrokken. “Door alle krachten te bundelen kunnen we een toekomstvisie ontwikkelen die zorg draagt voor de bomen en de typische dreven in onze gemeente. Zo versterken we ook de habitat van dieren en planten. En de huidige, maar ook toekomstige generaties zullen zo nog lang kunnen genieten van het karakteristieke landschap in onze gemeente.”
Zo versterken we ook de habitat van dieren en planten
De gezamelijke aanpak is volgens ‘drevenmanager’ De Coninck nodig. We ontmoeten hem aan het kasteel in Sint-Joris, dat omringd is met dreven.
“De dreven vormen hier een soort dambordpatroon rond het kasteel. Elke dreef is ongeveer even oud en zonder visie kunnen we over enkele jaren overstelpt worden met aanvragen om de bomen, die tegen dan kaprijp zijn, om te zagen. Dat is ook logisch, want veel dreven zijn privébezit en die eigenaars willen op den duur de bomen kappen.”
“Als elke dreef ineens gekapt wordt, krijgt de belevingswaarde van deze mooie omgeving een stevige deuk. Bovendien krijgt Sint-Joris dan een heel ander zicht en kan het vee van de landbouwers niet meer in de schaduw staan. Tenslotte zou een plotse kap ook de connectiviteit tussen verschillende biodiversiteitshotspots teniet doen, bijvoorbeeld bij vleermuizen. Het is dus belangrijk om een beheersplan te maken.”
Na het finaliseren van alle plannen werd de visie besproken met de milieu- en erfgoedraden van de gemeenten.
Door de langetermijnvisie worden op regelmatige tijdstippen tussenbomen geplaatst, om later de oude, dikke bomen te kunnen kappen zonder een lege dreef achter te laten. Iedere dreef wordt apart benaderd met een eigen beheersplan.
“Als drevenmanager volg ik die planning op. Uiteindelijk moeten dreven minstens eens in de vijf jaar gecontroleerd worden”, vertelt Ruben De Coninck. Na een grondige kapbeurt in het velddreefgebied nabij Beverhoutsveld was een langetermijnvisie broodnodig: “Daar misten we die structurele visie, waardoor het noorderlijke deel van dat gebied nu erg leeg oogt. Daar zijn de bomen in enkele dreven in één keer omgelegd, waardoor je er nu alleen jonge bomen aantreft. Dat moest dus beter.”
Ruben De Coninck werkte samen met alle betrokken partijen de beheersplannen uit en verzorgt nu de opvolging. Daarvoor wordt ook rekening gehouden met de huidige toestand van de dreven. Vitale dreven worden zo lang mogelijk behouden om ze te laten uitgroeien tot ‘eeuwige dreef’. Daarbij wordt enkel ingegrepen wanneer bomen op natuurlijke manier uitvallen.
“Ook de keuze van de soort bomen bij herplanting is belangrijk. Door de klimaatveranderingen kunnen we sommige soorten zoals beuken, niet langer gebruiken in open veldgebieden. Er komen ook nieuwe bomenziektes op ons af, waar we ook rekening mee moeten houden”, besluit de drevenmanager. (AVH)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier