Print shop en dagbladhandel ’t Schryverke uit Tielt bestaat 40 jaar: “We zijn vooral graag tussen de mensen”

Lucrèce De Koster en Franky De Pril vieren het 40-jarig bestaan van ‘t Schryverke. © foto WME
Lien Vansteenbrugge
Lien Vansteenbrugge Medewerker KW

Franky De Pril (68) staat al 40 jaar voor dag en dauw op om zijn klanten van het laatste nieuws en drukwerk te voorzien. Hij opende zijn dagbladhandel ’t Schryverke aan het Stationsplein in 1983. Zijn vrouw Lucrèce De Koster (68) baat sinds 2008 dagbladhandel Iris in de Stationstraat uit.

“Ik werkte enkele jaren als bouwkundig tekenaar voor een architect. De jaren 80 waren echter economisch zwaar voor de bouwsector en mijn baas had me tussen de regels door laten verstaan dat een ontslag eraan zat te komen”, vertelt Franky. “Ik wilde niet lijdzaam wachten. In Izegem opende een kopieercentrum de deuren en dat draaide goed. Zo kreeg ik het idee. We gingen op zoek naar de ideale stad: veel scholen, geen of weinig concurrentie en niet te ver van onze thuisbasis. Zo kwamen we in Tielt terecht.”

Geen kranten

“In het begin kreeg ik geen kranten geleverd omdat ik te dicht bij een ander verkooppunt zat. Iemand verkocht kranten op de parking van het station vanuit zijn auto. We gingen ’s ochtends bij andere winkels kranten kopen om de klanten toch te kunnen bedienen. We hielden daar uiteraard niets aan over. Na zes maanden is dat gelukkig toch in orde gekomen. Hetzelfde verhaal voor de Lotto, daarop moest ik twee jaar wachten. Nu kan je zelfs in de supermarkt loterijproducten kopen. Ik had dagen van 300 frank omzet. Ik haalde wel wat inkomsten uit mijn drukwerk. Ik begon met één machine. Nu kan je je dat niet meer voorstellen, met drukplaten en inkt in de weer, zonder computer. Het was zwaar en vuil werk. In 1987 investeerde ik in een eerste computer met een grafisch programma, een Apple Macintosh. Nu gaat alles digitaal natuurlijk, dat maakt het werk toch een pak lichter én gezonder.”

“In het begin kreeg ik geen kranten, dus ging ik er kopen in andere winkels”

Lucrèce werkte als apothekersassistente in Kortemark. “Maar dat viel moeilijk te combineren met drie kleine kinderen. Na school gingen ze naar de winkel bij Franky, maar die moest zich ook bezig houden met de klanten. Veel tijd om kattenkwaad uit te halen dus. Op een dag hadden ze elkaars haar geknipt in een onbewaakt moment, het zag er echt niet uit”, lacht Lucrèce. “Ik ben dan enkele jaren thuis gebleven. In 2008 nam ik dagbladhandel Iris in de Stationstraat over. De kinderen waren groter en ik wou wat om handen hebben.”

Het sociaal contact is voor beiden een belangrijke factor. “Lucrèce kent meer klanten bij naam. Aan het station moeten mensen zich vaker haasten om de trein te halen, het cliënteel is iets anders, maar ook ik ben graag tussen de mensen. We waren beiden heel blij dat we open mochten blijven tijdens de coronaperiode.”

Op adem komen

Het zijn lange dagen voor Franky en Lucrèce, maar ze denken nog niet meteen aan stoppen. “We doen niet verder tot we erbij neervallen, maar voorlopig zijn er geen plannen om te stoppen. We gaan er elk jaar twee weken tussenuit om te reizen. Dat hebben we echt nodig, die adempauze”, klinkt het. “De lange dagen en het vroege opstaan, ik ben dat gewoon”, zegt Franky. “Sinds kort zijn we wel op maandag elk een halve dag gesloten om op ons eerste kleinkind te kunnen passen. Prioriteiten stellen is belangrijk”, besluiten ze glimlachend.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier