Philippe Gardyn uit Wervik was maar liefst 49 jaar vrijwillig brandweerman: “Loslaten? Nu ga ik de bar doen”

Adjudant Philippe Gardyn, zondag na zijn laatste oefening met zijn sectie, die naar zwembad Ter Leie trok. (foto EDB)
Erik De Block
Erik De Block Medewerker KW

Adjudant Philippe Gardyn is dinsdag toe aan zijn laatste dag als vrijwillig brandweerman. Hij startte op zijn zeventiende en heeft na 49 jaar engagement de leeftijdsgrens bereikt – woensdag wordt de voormalige cipier 66. Maar ‘zijn’ brandweer helemaal loslaten, nee, dat kan hij niet: “Nu ga ik de bar doen.” Zijn overste heeft niks dan lof: “Philippe is het voorbeeld van hoe het echt moet.”

“Het is eigenlijk allemaal begonnen met een dakbrand in een café vlak naast de spoorweg in de Molenstraat”, vertelt Philippe Gardyn. “Mijn vader Germain kwam thuis en vertelde over die brand. Hij nam mijn broer Louis en mij naar daar mee, om eens te tonen hoe gevaarlijk het is. ‘Ze gaan nooit meer spelen met vuur’, zei mijn vader. Door die brand was ik zodanig geïntrigeerd en koste wat het kost wilde ik dat ook doen.”

Zonder opleiding

“Op een bepaald moment was de brandweer gehuisvest in de garage Vantomme in de Speiestraat, aan de overkant van waar we woonden. Bij een oproep stonden we dus op de eerste rij. Dat wakkerde de vlam bij me aan. In onze buurt woonden heel wat brandweermannen, trouwens. Zoals luitenant Ivan Vranken. Hij raadde me aan om op mijn zeventiende te beginnen bij de brandweer, en zo won ik een jaar. Samen met Bernard Desbonnets hebben mijn broer en ik ons ingeschreven. Opleidingen bestonden toen niet. Collega’s droegen toen hun kennis over. We waren bij de eersten die naar de brandweerschool in Poperinge moesten, en zo is dat gegroeid. Om onderofficier te worden volgde ik les in Kortrijk.”

Onderhoud materiaal

Door de jaren heen is er heel veel veranderd. “We waren op een bepaald moment met 57 brandweermannen, nu nog met een kleine veertig”, klinkt het. “Orde, respect, tact en tucht staan bij mij hoog aangeschreven, en die pijlers missen we bij een deel van de jeugd.”

Philippe is een van de verantwoordelijken voor kleine herstellingen aan het materiaal, het onderhoud en de radiocommunicatie. “Wat ik doe, doe ik graag”, zegt hij. “Ik ben altijd liefhebber van ons materiaal geweest en vind het daarom belangrijk dat het goed wordt onderhouden. Ik heb graag dat het in orde is. Het is altijd mijn bedoeling geweest om mijn kennis over te dragen. Ik heb hier nooit de slimste willen zijn. Er zijn altijd moeilijke en droevige momenten.”

“Orde, respect, tact en tucht: die pijlers missen we bij een deel van de jeugd”

Grote branden zijn er alvast geweest. Zoals de snooker Poseidon in de Komenstraat. “Maar toen was ik op mijn werk”, blikt Philippe terug. “Ik heb wel tweemaal de brand in de schrijnwerkerij Wertim in de Rapetstraat meegemaakt. De tweede keer verzwikte ik mijn voet en belandde in het ziekenhuis. Mijn allereerste brand was in de wijk ’t Park. Helaas kwam bewoner Valeer Mortier daarbij om het leven. De tweede was de uitslaande brand in de bar One Dollar, aan de overkant van de kerk. Als ambulancier maakte ik ook twee kettingbotsingen op de A19 mee.”

Goede opleiding

Philippe woont in de Duivenstraat, op wandelafstand van het brandweerarsenaal in de Gasstraat. Nu hij ‘afzwaait’, is het zeer de vraag of hij het allemaal zal kunnen loslaten. “Nooit, dat bestaat niet. Ik zal de uitbating van de bar doen.”

Achter iedere sterke man staat een sterke vrouw. In dit geval Hilde Marez, jarenlang verpleegkundige in het AZ Delta Menen. “Mijn vrouw is nooit een grote liefhebber geweest van mijn engagement voor de brandweer, maar ze heeft ermee leren leven. Al die jaren zijn voorbijgevlogen. Het is in die bijna vijftig jaar een heel andere wereld geworden.”

De opleidingen nu zijn lang en zwaar. “Goed opgeleid draagt alleen maar bij tot een doeltreffende interventie. Het is ook nodig om te oefenen, om niet te vervreemden van het materiaal.”

Het voorbeeld

Ze gaan Philippe Gardyn vanzelfsprekend missen in het brandweerarsenaal. “Meer jaren op de teller krijgen is echt wel uitzonderlijk”, zegt kapitein-postoverste Johan Bonnier. “Het gaat alvast om een unicum in onze brandweerpost, en zelfs in heel de hulpverleningszone Westhoek. Plus: het is niet te schatten wat hij hier allemaal doet. Philippe is een heel gedreven brandweerman. Hij staat aan het hoofd van een van de vier secties, en is heel vaak het voorbeeld van hoe het echt moet. Hij is een zeer open mens. En hij is een geboren verteller. Al die anekdotes. (lacht)

“Het is eigenlijk allemaal begonnen met een dakbrand in een café vlak naast de spoorweg in de Molenstraat”, vertelt Philippe. “Mijn vader Germain kwam thuis en vertelde over die brand. Hij nam mijn broer Louis en ik naar daar mee om eens te tonen hoe gevaarlijk het is. ‘Ze gaan nooit meer spelen met vuur’, zei mijn vader aan mijn moeder. “Door die brand was ik zodanig geïntegreerd en koste wat kost wilde ik dat ook doen.”

“Op een bepaald moment was de brandweer tijdelijk gehuisvest in de garage Vantomme in de Speiestraat, aan de overkant waar we woonden. Bij een oproep stonden we dus in de eerste rij. Zo wakkerde de vlam bij me aan. In onze buurt woonden heel wat brandweermannen trouwens. Zoals luitenant Ivan Vranken. Hij raadde me aan om op mijn zeventiende te beginnen bij de brandweer en zo won ik een jaar Samen met Bernard Desbonnets hebben mijn broer en ik ons ingeschreven. Opleidingen bestonden toen niet. Collega’s droegen toen hun kennis over. We waren bij de eersten die naar de brandweerschool in Poperinge moesten en zo is dat gegroeid. Om onderofficier te worden volgde ik les in Kortrijk.”

Door de jaren heen is er heel veel veranderd. Generaties kwamen en gingen. “We waren op een bepaald moment met 57 brandweermannen, nu nog een kleine 40”, klinkt het. “Orde, respect, tact en tucht staan bij mij hoog aangeschreven en die pijlers missen we bij een deel van de jeugd.”

Kennis overdragen

Philippe is één van de verantwoordelijken voor kleine herstellingen aan het materiaal, het onderhoud en de radiocommunicatie. “Wat ik doe, doe ik graag”, zegt Philippe. “Ik ben altijd liefhebber van ons materiaal geweest en vind het daarom belangrijk dat het goed wordt onderhouden. Het was me niet te veel. Ik heb graag dat het in orde is. Het is altijd mijn bedoeling geweest om mijn kennis over te dragen. Ik heb hier nooit willen de slimste zijn. Er zijn altijd moeilijke en droevige momenten.”

Grote branden zijn er alvast geweest. Zoals de snooker Poseidon in de Komenstraat. “Maar toen was ik op mijn werk”, blikt de gewezen cipier terug. “Ik maakte tweemaal de brand in de schrijnwerkerij Wertim in de Rapetstraat mee. De tweede keer verzwikte ik mijn voet en belandde in het ziekenhuis. Mijn allereerste brand was in de wijk ’t Park. Helaas kwam bewoner Valeer Mortier daarbij om het leven. De tweede brand was de uitslaande brand in de bar One Dollar aan de overkant van de kerk. Als ambulancier maakte ik ook twee kettingbotsingen op de A19 mee.”

Uitbating bar

Philippe woont in de Duivenstraat, op wandelafstand van het brandweerarsenaal in de Gasstraat. Nu hij ‘afzwaait’ is het zeer de vraag of Philippe het allemaal zal kunnen loslaten. “Nooit, dat bestaat niet”, benadrukt hij. “Ik zal de uitbating van de bar doen.”

Achter iedere sterke man, staat een sterke vrouw. In dat geval Hilde Marez, jarenlang verpleegkundige in het AZ Delta Menen. “Mijn echtgenote is nooit groot liefhebber geweest van mijn engagement voor de brandweer maar ze heeft er mee leren leven”, zegt Philippe. “Al die jaren zijn voorbijgevlogen. Het is in die ondertussen bijna 50 jaar een heel andere wereld geworden.”

De opleidingen nu zijn lang en zwaar. “Goed opgeleid draagt alleen maar bij tot een doeltreffende interventie”, geeft Philippe aan. “Het is ook nodig om te oefenen om niet te vervreemden aan het materiaal.”

Anekdotes

Ze gaan de actieve Philippe Gardyn vanzelfsprekend missen in het brandweerarsenaal. “Het is niet te schatten wat hij hier allemaal doet”, vertelt kapitein-postoverste Johan Bonnier. “Reken maar dat Philippe hier dagelijks anderhalf tot twee uur is. Philippe is een heel gedreven brandweerman. Hij staat aan het hoofd van één van de vier secties en is heel vaak het voorbeeld hoe het echt moet. Hij is een zeer open mens. En hij is een geboren verteller. Al die anekdotes.” (lacht)

(Erik De Block)

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier