Paul (65) en Martine (64) plaatsen babbelbank aan versierde zijgevel: “Er wordt zelfs accordeon gespeeld”
Paul en Martine verbouwden een oud Iepers cafeetje tot hun gezinswoning en reserveerden er een plekje voor sociale interactie: aan de versierde zijgevel prijkt een babbelbank met zicht op de vaart Komen-Ieper. “Er wordt zelfs accordeon gespeeld.”
“Mijn papa heeft ons deze plek aangeraden: hij passeerde hier af en toe om te vissen”, vertelt de Ieperse Martine Claeys (64). “Dit was ooit een oud cafeetje en stond ineens te koop. Het gebouw is mooi gelegen op de hoek van de Diksmuidseweg en het Sluispad bij de vaart Komen-Ieper. Je zit in de stad en toch eigenlijk niet, het is er mooi wonen.”
Levenswerk
Martine en haar man Paul Deruyter (65) kochten het pand in 1979, verhuisden in 1980 en werden er voor het eerst ouder in 1981. Een drukke periode, want het jonge gezin ging het gebouw ook grondig verbouwen en een stukje uitbreiden. “Een badkamer was er nog niet en het toilet was buiten”, weet Paul nog. “Het was een klein huisje met veel werk. We hebben een aantal bijgebouwtjes afgebroken en een aanbouw geplaatst. Het merendeel hebben we zelf gedaan. Eigenlijk is dit ons levenswerk. We hebben een heel fotoalbum van onze verbouwingen.”
Je zit in de stad en toch eigenlijk niet, het is er mooi wonen
De grijze koer achter het huis is nu een kleurrijke tuin met beelden, een oud bad en zelfs een verroeste brandkast. “Met weinig kan je toch veel doen. Ik gooi niks weg en hergebruik zo veel mogelijk als decoratie”, aldus Martine. Binnen prijken ook tal van relicten, waaronder de typemachine van haar vader. De vernieuwde zijgevel aan de kant van de vaart is vergroend en versierd met bloemen, beelden en een bank.
“Onze babbelbank. Hoe we op het idee kwamen? Omdat ik een grote babbelaar ben”, grapt Paul. “En ik dacht: ik ga je daar een beetje zetten”, lacht Martine. “We hadden die eiken balk staan in de tuin, plaatsten hem aan de zijgevel en monteerden er een rugleuning op. Wij aperitieven daar wel eens of drinken een kopje koffie.”
Voor iedereen
Maar de babbelbank staat er voor iedereen. “Moh, e babbelbank, kjir ne ki were, klinkt het er een hele zomer. Hier passeren veel voetgangers en fietsers. We dachten dat het geen volk zou trekken, maar vanuit onze tuin achter het muurtje horen we hoe mensen er gaan zitten, foto’s nemen en een babbeltje slaan. Of je stuutjes opeten, even uitrusten na de boodschappen… alles kan. Af en toe komt zelfs iemand accordeon spelen. Dat vinden wij geestig. Vroeger was het er rustiger: de Diksmuidseweg lijkt nu wel autostrade vol zwaar verkeer dat naar de industriezone moet.”
De bloemen en beelden dragen bij tot de gastvrijheid en de ongedwongen sfeer van de ontmoetingsplek. “Als iedereen de eigen gevels versiert, zou het een mooiere wereld zijn. We hebben beeldjes in de zijgevel gemetst, die de jaargetijden uitbeelden, en de gedecoreerde muur boven de bank wordt aangepast volgens de seizoenen”, vertelt Martine. “In de paasperiode hangen er bijvoorbeeld eitjes boven de babbelbank. Er is te veel steen. Als ik de toelating zou krijgen, zou ik zelfs de bermen van de vaart volplanten met bloemen. Dat maakt me gelukkig. Ik vertoef dan ook graag in het Heuvellandse bloemendorp Westouter en het bloemenrijke Holland.”
We dachten dat het geen volk zou trekken, maar vanuit onze tuin achter het muurtje horen we hoe mensen er gaan zitten, foto’s nemen en een babbeltje slaan
Bij een overschot aan bloemen zijn ze zelfs gratis beschikbaar voor voorbijgangers. “Ik heb wel eens veel dahlia’s en zet die dan in bokaaltjes op de babbelbank met gedichtjes erbij. Die mogen de mensen meenemen. Zullen er bloemen zijn dit jaar, vraagt men dan wel eens. Helaas worden er soms bloemen brutaal losgetrokken en de voorganger van de babbelbank werd eens in de vaart gegooid. Blijkbaar moet je tegenwoordig werkelijk alles verankeren.”
Gezelschap voor de babbelbank
De babbelbank staat er al een poos, maar is nog niet af. “Ik ga er nog ‘een madam’ bijzetten”, verrast Martine. “Haar geraamte is al klaar. Ze zal van alles aanhebben: de hoed van mijn mama, het kleed van mijn dochter en de bottines uit de jeugdjaren van mijn zoon: ze zal de familie als het ware uitdragen. Je krijgt haar pas te zien wanneer ze helemaal af is. Misschien tegen volgende zomer.” (TP)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier