Pastoor Noë Clarysse (72) krijgt eervol ontslag en verlaat Oudenburg: “Ik had mijn taak graag hier volbracht”
Noë Clarysse is op 1 januari 2023 niet langer de pastoor van de Arnoldusstad. De parochieherder krijgt eind dit jaar eervol ontslag en zal dus Oudenburg verlaten. Hij werd er pastoor op 5 januari 2010. “Het bisdom heeft nog een taak voor mij in petto, maar wat het wordt weet ik nog niet. Ik had graag mijn taak hier volbracht tot 75 jaar”, zegt Noë Clarysse, die nu 72 is.
Dat Clarysse eervol ontslag krijgt als pastoor van de federatie Oudenburg, heeft alles te maken met de hervorming van de parochies die eraan komt. “De vorming van pastorale eenheden komt in ons bisdom stilaan in een eindfase. De meeste federaties zijn intussen doorgegroeid tot pastorale eenheid of zijn aangemeerd bij een grotere pastorale eenheid”, meldt het bisdom.
Wat de federaties Gistel en Oudenburg betreft, heeft het vicariaat voor de parochies besloten om die te laten ontwikkelen naar een nieuwe pastorale eenheid. Dat wordt dan dus de nieuwe parochie, bestaande uit drie entiteiten: Eernegem-Bekegem, Gistel en Oudenburg. Mathias Parret wordt vanaf 1 januari 2023 pastoor in de federatie Gistel en de federatie Oudenburg.
Graag naar Brugge
“Ik werd gevraagd om in de nieuwe pastorale eenheid medewerkend priester te worden, maar heb daarvoor bedankt”, zegt Clarysse. Hij bereidt zijn verhuizing voor. “Ik zou graag naar Brugge gaan wonen. Ik denk dat het bisdom mij daar een taak zal geven. En mijn broer en zus wonen er. Ik hou van Brugge en heb er mooie herinneringen aan mijn tijd in het seminarie, nabij de mooie parochie en kerk Sint-Anna.”
Noë Clarysse (72) groeide op in Koekelare, in de wijk De Mokker, waar zijn 93-jarige moeder nog altijd woont. Hij doorliep de middelbare school in het toenmalige Sint-Jozefscollege in Torhout. “Op 20-jarige leeftijd volgde ik mijn roeping en ging binnen in het seminarie van Brugge. We waren dat jaar met dertien.”
Op mijn leeftijd is het goed geweest. Ik zit met wat fysieke probleempjes
“In die zes jaar opleiding leer je heel veel over het pastorale leven. Dat houdt onder meer in:leren les geven, leren prediken, stages lopen. Het laatste jaar is het pastorale jaar en toen fungeerde ik al als diaken.” Clarysse werd in 1976 tot priester gewijd.
Intussen heeft hij er een hele loopbaan op zitten. “Ik was veertien jaar leraar godsdienst in het college van Izegem. Daarna kreeg ik de taak van aalmoezenier in het Maria rustoord en revalidatiecentrum Ten Bos in Izegem. Alvorens pastoor van een parochie te worden, vervulde ik ook nog de taak van geestelijk directeur van de zuster van Lendelede en Menen.”
Van 1990 tot 1994 was Noë Clarysse medepastoor van de Sint-Pieterskerk in Torhout en kapelaan van Maria Assumpta. Hij verhuisde dan naar Wakken, waar hij tot 1999 pastoor was. “Toen was de omschakeling naar federaties al begonnen”, zegt Clarysse. Daarna werd zijn nieuwe thuis Ieper, waar hij van 2000 tot 2010 pastoor was. En uiteindelijk werd hij op 5 januari 2010 aangesteld als parochieherder van de federatie Oudenburg.
Een grote dankjewel
“Ik koos dus niet verder voor parochiewerk en pastoor zijn, hier. Ik ben 46 jaar in priesterdienst, waarvan 32 in de parochie. Dat laatste was nooit zomaar een parochietje. Ik ben overal zeer graag geweest, groot of klein, noorden of zuiden van de provincie, zeer divers van mentaliteit, met pastorale opdrachten en je telkens aanpassen aan het stedelijk of landelijk milieu. Ik mag en moet tegen elk van die parochies een grote dankjewel zeggen. Maar op mijn leeftijd is het goed geweest.”
“In de wereld gaat men op 65 jaar met pensioen. Sommigen hebben ook wel gemerkt dat ik de jongste twee jaar met fysieke probleempjes zit. Ook vertelde ik aan mijn bisschop dat ik graag nog enige tijd intenser bezig wil zijn met de Bijbel, liturgie, spiritualiteit… onze kern, onze bron, en ook meer tijd wil geven aan gebed. Dat is in een drukke parochiepastoraal wat ondergesneeuwd, onder administratie, vergaderen, en veel praktische bezwaren. Ik denk dat voor de komende, kleinere opdracht in die richting gedacht wordt. Ik ben sowieso heel dankbaar.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier