Tien jaar na het tragisch overlijden van Deerlijkse brandweerman Wouter Vancraeynest

Wouter Vancraeynest, met de onafscheidelijke zonnebril, werd door de brandweercollega’s op handen gedragen. © DRD
Redactie KW

Vorige week vrijdag was het precies 10 jaar geleden dat brandweerman Wouter Vancraeynest op een tragische manier om het leven kwam tijdens een interventie op de autosnelweg E17. “De brandweer was zijn leven maar het werd jammer genoeg ook zijn dood”, blikt moeder Rita Boone terug. “Het verlies heeft diepe sporen nagelaten. Het verdriet is nog altijd immens. Het slijt nooit.”

26 november 2011 blijft voor altijd de zwartste dag in de geschiedenis van het Deerlijkse brandweerkorps. In de nacht van vrijdag op zaterdag gebeurt rond halfvier ‘s morgens een kop-staart-botsing op de E17 ter hoogte van Deerlijk. Even later kan een derde wagen het ongeval niet ontwijken, botst en gaat over de kop. De brandweer van Deerlijk haast zich ter plaatse met een ambulance en een signalisatiewagen. De ravage is groot maar gelukkig zijn er alleen lichtgewonden.

Eerste sergeant Wouter Vancraeynest zet de signalisatie uit, maar dan gebeurt er iets verschrikkelijks. Een vierde wagen komt met hoge snelheid aangereden, knalt door de signalisatie, veegt de brandweerman van de weg, botst op de derde wagen en schiet in brand. De balans is vreselijk. De twee inzittenden overlijden in het brandende wrak en Wouter Vancraeynest (33) is op slag dood.

Zwarte dag

Een week later wordt de onfortuinlijke brandweerman begraven. In plaats van de viering van Sint-Barbara wordt het een begrafenis. Op de uitvaart van Wouter zijn 1.600 aanwezigen. Daarna begeleiden zijn familie en honderden brandweermannen hem naar zijn laatste rustplaats. Begin 2014 wordt aan het op- en afrittencomplex van de E17 een gedenkteken voor Wouter Vancraeynest onthuld als blijvend eerbetoon en aandenken aan een gedreven jongeman die stierf tijdens zijn opdracht: mensen in nood helpen.

Daar hebben we, precies 10 jaar na de rampdag, afspraak met moeder Rita Boone. Het is even koud en druilerig weer als de dag van de begrafenis. Rita en familieleden hebben voor een nieuw bloempje gezorgd en na een laatste aai over het gedenkteken gaat het in gezelschap van schoonbroer Johan naar haar woning in de Boudewijnlaan. Foto’s alom in de woonkamer, niet alleen van haar zoon Wouter maar ook van haar man Gaby, van wie ze in februari 2019 al even onverwacht moest afscheid nemen. Hij stierf op 68-jarige leeftijd in nauwelijks drie dagen tijd aan de gevolgen van een sepsis, een ernstige ontsteking die leidt tot een multipel orgaanfalen (MUF).

“Ik heb die foto’s echt nodig”, start Rita haar verhaal. “Al die mooie herinneringen. Gaby en Wouter zijn nog altijd bij mij, de ene op mijn linker-, de ander op mijn rechterschouder. Ik praat er nog vaak mee. We waren zo gelukkig tot die verschrikkelijke zaterdag… Wouter kreeg de liefde voor de brandweer en voor vrijwillige inzet mee van zijn vader, maar ook van zijn oom Johan en neef Pieter-Jan. Hij liep van in zijn kinderjaren mee met Gaby naar het brandweerarsenaal in de Hoogstraat. Tijdens opendeurdagen was hij een en al aandacht en ook uitstappen met het korps wilde hij niet missen. Dat hij voor een beroepsloopbaan bij de brandweer opteerde, was niet meer dan een logische stap…”

“Hij was beroepsbrandweerman in Gent. Hij was er sergeant en nam enkele maanden voor het tragisch ongeval nog deel aan het examen voor officier. Pas veel later zijn we te weten gekomen dat Wouter geslaagd was… Hij was ook eerste sergeant bij de vrijwillige brandweer in Deerlijk. Anderen helpen, was zijn devies. Onverklaarbaar dat precies hij in een dergelijk ongeval betrokken werd. Hij was altijd de voorzichtigheid zelve, punctueel, stipt, alles volgens het boekje. Hij had die nacht geen schijn van kans… Gestorven op een plaats die hij zo goed kende, op weg naar zijn werk of naar zijn vriendin Malaika Pannecoucke in Gent…”

Verwerking

“Het jongste decennium is heel moeilijk geweest. Het verlies heeft heel diepe sporen nagelaten en laat een onvervangbare leegte na. Samen met Gaby gingen we soms twee tot drie keer per dag naar het kerkhof. Ook het gedenkteken hebben we vaak bezocht. Wouter was graag gezien bij zijn collega’s van de brandweer. Ik hoor vaak zeggen dat hij niet alleen een steengoed brandweerman was, maar ook een lieve, zachtaardige man met een hart van goud. Daarom kan ik het ook enorm appreciëren dat hij nog altijd zijn kastje met zijn brandweeroutfit heeft in de nieuwe Fluvia-kazerne op de wijk Belgiek. Ook het oefenplein is naar zijn naam genoemd.”

“Regelmatige bezoeken aan het kerkhof en het gedenkteken, mijmeren bij foto’s en spreken met mijn twee ‘schoudergenoten’… het is mijn manier van rouwverwerking en ik voel me daar goed bij. Maar het blijft onmenselijk om te dragen. Gelukkig kan ik steevast een beroep doen op mijn schoonbroer Johan en schoonzus Annemie. Zij betekenen een onvoorwaardelijke steun voor mij. Ik heb ook nog altijd een heel goede band met zijn toenmalige vriendin Malaika. Wouter en Gaby blijven voor altijd bij mij. Ik vergeet hen nooit.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier