Na Maurice en Patrick neemt moeder Sintobin nu al voor de derde keer afscheid van een zoon: “Hij is altijd ons Pietje Stek gebleven”
Piet Sintobin (58) die vorige week overleed nadat hij in een werfput was terecht gekomen was de jongste van zes. Eerder al overleden zijn broers Maurice en Patrick op respectievelijk 57- en 56-jarige leeftijd. Moeder Jeanninne Moerman moest zo al drie van haar zonen afgeven. “Een moeder is niet gemaakt om haar kinderen te ‘over leven’ zegt men, maar mij overkomt me dit nu al voor de derde keer.” Van Piet wordt vrijdag 4 februari afscheid genomen.
De tragische omstandigheden waarin Piet Sintobin vorige week het leven liet zijn ondertussen bij iedereen bekend. De familie heeft advocaat Kurt Vanthuyne onder arm genomen. “Maar eerst moet het parket het onderzoek verder zetten, pas daarna zien we wel welke stappen we ondernemen. Maar het kan er bij mij nog altijd niet in hoe die werken daar in die omstandigheden werden uitgevoerd en dan nog pal bij het stadhuis”, zegt broer Stefaan Sintobin. Ook zus An is aangeschoven bij ma Jeanninne op het appartement op de Melkmarkt waar ze al sinds 1993 woont. En dat al die tijd met haar jongste zoon Piet. “Hij was er altijd voor haar. Hij deed boodschappen en was ook haar gezelschap. Deze week ben ik hier bij mijn moeder blijven slapen, we kunnen haar moeilijk alleen laten”, zegt Ann.
Na zijn auto-ongeval lag Piet maandenlang in het ziekenhuis
Jeanninne Moerman was moeder van zes. “Ik was 20 jaar toen ik trouwde, mijn man Joseph die in 1998 op 74-jarige leeftijd is overleden was toen 31 jaar. Elf jaar ouder dus. En in zeven jaar tijd kregen we zes kinderen.”
Maurice (1956), An (1957), Patrick (1958), Stefaan (1960), Geert (1961) en Piet (1963) groeiden samen op langs de Zuidkaai. “We hebben een gelukkige jeugd gehad. We woonden er in de witte villa, tussen het spoor en het kanaal. Het zwembad bevond zich toen daar nog, wij zwommen letterlijk van in het kanaal de zwemkom binnen. En als we op de wipplank stonden hoorden we ons moeder roepen dat het eten klaar was”, getuigen Stefaan en An. “Onze grootouders hadden er een textielbedrijf Sintobin-Neirynck, onze pa en zijn broers namen dit over. Dat was aan de overkant van het kanaal gelegen, maar moest wijken voor de verbreding van de vaart. Het verhuisde nog naar de zuidkant van het kanaal, in de vroegere gebouwen van Bana. Maar toen werd de concurrentie uit de lageloonlanden in de textielsector te groot. Ons vader is dan eigenlijk ook vrij vroeg gestopt met werken.”
An was de zus tussen vijf broers. “Als ze voetbalden moest ik altijd in de goal staan. Ik had één pop, maar daar hadden ze de armen van afgetrokken (lacht). Ik heb mijn plan moeten leren trekken. Maar ik zorgde als een klokhen voor hen.” An was leidster en hoofdleidster bij de Roodkapjes, de vijf zonen gingen allemaal naar de KSA en ook naar het College. Piet was de jongste in de rij. “Het kakkernestje, hij was ook altijd graag gezien door ons pa.” Studeren deed Piet aan Ter Groene Poorte in Brugge, zijn broer Patrick in Koksijde. Patrick zou La Gare openen, de zaak die Piet later overnam. “Piet was amper 19 jaar toen hij een zwaar auto-ongeval kreeg. Zijn arm was eigenlijk zo goed als afgerukt, met de nodige operaties is die gered kunnen worden. Maar hij moest toen maandenlang in het ziekenhuis verblijven. Helemaal hersteld is hij nooit. Hij ging later als garçon nog helpen in diverse zaken: van de Marquette tot de Visscherie.”
Maar uiteindelijk verhinderde zijn gezondheidstoestand om nog verder te werken. Stefaan: “In zijn vrije tijd hield hij de bolletra open en was hij ook militant bij het Vlaams Belang. Eén keer per maand hielden we de bar open in ons lokaal in Kachtem en daar konden we steeds op Piet rekenen. Hij was ook een fervent supporter van Club Brugge. Hij had jarenlang een abonnement en ging nu nog af en toe eens kijken.”
Immer vrijgezel
Piet is altijd vrijgezel gebleven. “Hij is altijd bij mij blijven wonen”, getuigt mama Jeanninne. “Hij ging ook nog haast iedere dag naar het familiegraf in de Nederweg, dan ging hij tegen zijn vader praten.” Maar ondertussen moest Jeanninne eerder al haar zonen Maurice en Patrick afgeven. “Ook in tragische omstandigheden”, voegt Stefaan toe. “Maurice ontnam zichzelf het leven, Patrick leed aan een zware ziekte.”
Vrijdag moet Jeanninne nu al voor de derde keer een begrafenis van een van haar zonen bijwonen. “Ik ben er nu al drie kwijt”, klinkt het met een zachte zucht. “En Piet woonde hier nog bij mij, met een vrouw zou hij het niet zo lang uitgehouden hebben”, klinkt het. Stefaan: “Als familie hebben we ook altijd goed aan elkaar gehangen. Daarom ook dat we dit tragisch voorval ook niet zomaar laten passeren. We willen gerechtigheid voor Piet. Weet je dat we nog niemand ‘van het stadhuis’ gehoord hebben. We spreken hier nog niet over wiens schuld het is, maar eens tot bij ons moeder komen zou van wat respect getuigen.”
Begrafenis op 4 februari om 11 uur in Sint-Tillokerk: Lijkkist gedrappeerd met Vlaamse Leeuw
De gebedsdienst in de Sint-Tillokerk op vrijdag 4 februari om 11 uur wordt voorgegaan door E. H. André Kambula. Op de lijkkist zal de Vlaamse Leeuw gedrappeerd zijn. Op diverse schermen verspreid over de kerk zullen foto’s vertoond worden. Enkele van de favoriete liedjes van Piet zullen gespeeld worden. “We openen met My Way van Frank Sinatra, dat behoeft weinig uitleg. Daarna het instrumentale Ave Maria van James Last, vervolgens Vlaanderen Mijn Land van Will Tura, You Are The First, My Last, My Everything van Barry White en als Club-fan laten we ook You’ll Never Walk Alone horen. Afsluiten doen we met Sweet Caroline van Neil Diamond. Dat liedje speelde Tom Sintobin ook telkens als Piet vertrok in café De Koornmarkt. Zo hopen we afscheid te nemen van Piet zoals we hem gekend hebben.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier