“Het was een eer om voor blauw-zwart te mogen voetballen”: oudste Club Bruggespeler José Reynaert (102) overleden
José Reynaert, de oudste nog in leven zijnde ex-speler van Club Brugge, is overleden. De Beernemnaar mocht op 7 december nog zijn 102de verjaardag vieren.
José Reynaert zag het levenslicht op 7 december 1921 in Beernem. Hij begon zijn voetbalcarrière bij het lokale SC Beernem, maar verkaste in 1939 naar Club Brugge.
Zijn voetbalcarrière werd door de Tweede Wereldoorlog onderbroken en uiteindelijk bleef hij tot in 1947 bij zijn geliefde blauw-zwart.
“Ik was al 15 jaar toen ik me bij Beernem aansloot”, vertelde hij aan KW tijdens een uitgebreid interview voor zijn 100ste verjaardag. “Jeugdreeksen, daar deden ze indertijd niet aan mee, hé. Ik schopte het, samen met mijn broers Lionel, Charles en Ghislain, tot het eerste elftal en onze vader Achiel was voorzitter van de club. Heerlijke tijden waren het.”
De Klokke
Op zijn 17de maakte José de overstap naar Club Brugge. “Al heb ik daar veel chance gehad”, glimlacht hij. “Eigenlijk kwamen ze mijn broer Lionel bekijken, maar uiteindelijk namen ze mij mee naar De Klokke (het toenmalige stadion van Club, red.). Ik tekende als scholier mijn aansluitingskaart op 29 april 1938 en moest 10 frank lidgeld betalen.”
José, die samen met de in 2019 jammer genoeg overleden Maria De Smet een familie met dochter Rika (67), zoon Paul (72), zes kleinkinderen en liefst veertien achterkleinkinderen heeft, debuteerde elf maanden na zijn aansluiting in het seizoen 1938-1939 in het fanionelftal van Club.
“Winst betekende 300 frank, een gelijkspel 200 frank en verlies was 100 frank. Als je weet dat een pint bier toen 1 frank kostte, weet je dat we toen veel geld verdienden met het voetbal”
“Mijn eerste wedstrijd was tegen Daring Brussel. Ik was nog piepjong, maar het seizoenseinde naderde en de jonge gasten werden uitgetest. Blijkbaar viel ik in de smaak. Al zal ik mijn tegenstander van toen nooit vergeten, die kerel was zeker 40 centimeter groter dan ik!”
Van een profstatuut was eind jaren dertig allesbehalve sprake, al leverde Club Brugge wel extra zakgeld op. “Winst betekende 300 frank, een gelijkspel 200 frank en verlies was 100 frank. Als je weet dat een pint bier toen 1 frank kostte, weet je dat we toen veel geld verdienden met onze liefhebberij. Maar ik voetbalde vooral voor het plezier. Het was een eer om voor Club te mogen spelen.”
Zelfstandig kleermaker
Na Club Brugge verkaste José naar FC en SK Eeklo, waar hij zich – net als zijn vader – als zelfstandig kleermaker vestigde.
In 1971 keerde José met zijn gezin terug naar Beernem, maar voetbal bleef een prominente plaats in zijn leven innemen. “Ik heb tot mijn 75ste geminivoetbald”, zegt hij trots. “En mijn kleinzoon Joeri Sabbe schopte het tot de A-ploeg van Cercle.”
‘Bluvn goan’
Ook Jos Sypré, burgemeester van Beernem, betuigt zijn medeleven. “We koesteren warme herinneringen aan José”, zegt hij. “Zijn rug rechten en bluvn goan stond op zijn lijf geschreven. Tot op hoge leeftijd zagen we José tussen de palen van het minivoetbaldoel. Stralen deed hij vooral tussen zijn warme familie en zijn Bosbolders.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier