Over nestblijvers
Sinds 1 juli mogen we elk weer 15 mensen zien. Maar niet iedereen is even happig om die bubbel uit te breiden. Omdat ze bang zijn, of voorzichtig. Of omdat het leven in het lockdown-nestje nog zo slecht niet was.
Eind juni sprak de West-Vlaming met gemiddeld 6,75 mensen per dag. Dat zijn er meer dan tijdens de lockdown, toen we 3 à 4 mensen per dag spraken.
Maar zoveel meer nu ook weer niet. Beelden van feestende menigtes doen vermoeden dat niemand nog met corona bezig is, maar het tegendeel is waar. De meerderheid houdt de contacten beperkt, ook al mogen we intussen sporten, op café gaan, met 15 vrienden afspreken, winkelen, gaan werken en dagtrippen. Anders gezegd: het deurtje van onze kooi staat open en toch blijven heel wat mensen zitten. Hoe komt dat?
Omdat we bang zijn om besmet te geraken, natuurlijk. Of omdat we anderen niet willen besmetten. “Zolang er geen vaccin is, blijft een kleine bubbel onze maatschappelijke verantwoordelijkheid”, bracht een goede vriend in herinnering.
Anderen geven dan weer aan heimelijk niet veel zin te hebben in dat drukke terras en al die prikkels. Nog anderen houden de weekends bewust vrij, en willen niet terug naar het scenario van voor corona, toen ze slaaf waren van hun eigen agenda.
Ja, die lockdown was zo gek nog niet
Over dat laatste kan ik alvast meespreken. De lockdown was op dat gebied een ware bevrijding. Een wandelingetje in het park was wekenlang de enige uitstap, en dat was goed zo. Geen keuzestress van waar naartoe, geen rush om alles en iedereen op tijd in de auto te krijgen, geen vermoeide kinderen op de achterbank, niks. Alleen een loopfietsje en een buggy, en was je je portefeuille vergeten dan was dat niet erg want er was toch niks open.
Het was natuurlijk niet allemaal rozengeur en maneschijn. Een lockdown met twee piepjonge kinderen is best pittig, zodanig zelfs dat ik, gevraagd naar welk cadeau ik wilde voor Vaderdag, ongegeneerd ‘een weekend weg van jullie’ vroeg (en kreeg).
Maar toch. Toch denk ik nu met heimwee terug aan de lockdown, aan die ‘milde verveling’ zoals Kathleen Cools het zo mooi zei, aan die cyclische sleur, die warme zee van tijd.
Ik denk eraan als mijn hongerige vrienden aanbellen, terwijl ik zelf nog maar net thuis ben. Als ik mijn elektronische agenda vol gekleurde vakjes zie staan. Als ik in de file sta, of eindeloos scrollend de perfecte reis probeer te plannen. Als ik me ‘s morgens in zeven bochten wring om iedereen op tijd op kamp of in de crèche te krijgen. Als ik uitga, daarna opsta en als ik het saldo op mijn zichtrekening bekijk.
Dan denk ik: ja, die lockdown was zo gek nog niet.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier