Opvang Safira vangt knaagdieren op voor Blauwe Kruis Kust: “Konijnen zijn de meest mishandelde diersoort”
Wendy Van Ham vangt gedumpte, gevonden en in beslag genomen knaagdieren op bij haar thuis in Bredene. Dat doet ze onder de vleugels van het Blauwe Kruis van de Kust. “Heel veel mensen denken dat wij enkel katten en honden opvangen, maar niets is minder waar.”
De coronacrisis heeft er het laatste anderhalf jaar voor gezorgd dat mensen sneller een dier in huis namen. Ze deden dat voornamelijk om de eenzaamheid, die de lockdown met zich meebracht, te verdringen. Toen we stilaan het leven mochten hernemen, en het huisarrest werd opgegeven, werden heel veel van die toen geliefde huisdieren gedumpt.
Ze werden achtergelaten op straat en kwamen zo in het asiel terecht. Het Blauwe Kruis van de Kust, sinds jaar en dag de opvang voor allerhande dieren, kende een ware overrompeling. Heel veel mensen denken dat het Blauwe Kruis van de Kust enkel katten en honden opvangt. Maar wat dan met konijnen, muizen, cavia’s, hamsters en andere dieren? Ook daarvoor heeft voorzitter Fabrice Goffin een oplossing in de vorm van opvanggezinnen.
Per twee adopteren
Opvang Safira herbergt drie opvanggezinnen. Evy Zwaenepoel in Oostende, Petra Camerlynck in Meetkerke en dan is er ook nog Wendy. Wendy Van Ham vangt al enkele jaren gedumpte, gevonden en in beslag genomen knaagdieren op voor het Blauwe Kruis. Dat doet ze in Bredene, waar ze alle ruimte heeft om de dieren een goed leven te geven.
“Als de diertjes binnen komen worden ze eerst en vooral aan een controle onderworpen bij de dierenarts”, legt Wendy uit. “De dieren moeten ingeënt worden. Als ze aangesterkt zijn, worden ze ter adoptie afgestaan. Tenzij een van de vrouwtjes drachtig is. Dan blijven ze hier tijdens de periode dat ze drachtig zijn en dat is ongeveer een maand. We willen niet dat adoptiegezinnen opeens twaalf cavia’s moeten verzorgen.”
Veel konijnen mogen eerst in de living, dan in de keuken en eindigen ergens in een hoekje in de garage
“De mannetjes worden dan weer gecastreerd. Onze konijnen gaan altijd per twee buiten, want heel veel mensen weten dat niet: een konijn zit niet graag alleen. Het kan ook dat mensen al een konijn hebben en dan proberen we ze eerst te koppelen.”
Een kleine zoo
Wendy heeft als het ware een mini-dierentuin in Bredene. “Het begon zo’n vier jaar geleden toen een vriendin van mij een konijn had zitten die ze opving”, vervolgt Wendy. “Ik heb hier sowieso heel veel ruimte en zo zijn we aan het praten gegaan. Korte tijd later ving ook ik knaagdieren op bij mij thuis. Een kleine zoo? Zo kan je het stilaan wel noemen. We hebben varkens, kippen, eenden, honden en uiteraard ook onze konijnen, cavia’s hamsters, enzovoort. Het is moeilijk om mezelf een halt toe te roepen. Ik heb hier alle ruimte, dus waarom niet.”
Konijnen zijn volgens voorzitter van het Blauwe Kruis van de Kust, Fabrice Goffin, de meest mishandelde diersoort in onze maatschappij. “Ik heb daarvoor de statistieken van Dierenwelzijn geraadpleegd”, zegt Fabrice.
“In België leven 1,1 miljoen konijnen bij mensen thuis. Die zitten dan meestal in een klein bakje. Dat begint in de living, dan vliegen die naar de keuken en eindigen doen ze ergens in een hoekje in de garage. En dat tot ze gedumpt worden. Konijnen zijn meestal erg eenzame dieren. Er zijn natuurlijk ook heel veel konijnen die als een volwaardig lid van het gezin gezien worden, maar er zijn ook heel veel anderen.”
Dank aan vrijwilligers
“Hebben de mensen een koppeltje, dan zitten ze soms ook met een nestje. Na de dracht kunnen die een dag later alweer drachtig zijn. En dan moeten die diertjes ook ergens heen. Het zijn knaagdieren, geen knuffeldieren en dat wordt dikwijls vergeten. Die beesten kunnen bijten. Als een kindje dan gebeten wordt door het knaagdiertje, dan moet het in de meeste gevallen buiten. Dikwijls wordt het diertje dan als agressief verweten, maar dat is niet waar: dat zit nu eenmaal in hun dna.”
“Zonder onze vrijwilligers stonden we echt nergens”
De vrijwilligers blijven de basis voor de werking van het Blauwe Kruis. “Die mensen zijn voor ons heel erg belangrijk. Niet alleen de vrijwilligers die een handje toesteken in het asiel, maar ook de opvanggezinnen. We wisten al hoe belangrijk ze waren, maar we hebben tijdens de coronacrisis nog meer gezien hoe hard we die mensen nodig hadden. We zijn blij dat we op hen kunnen rekenen. Zonder hen stonden we nergens”, besluit Goffin.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier