Opnieuw Duitse onderzeeër voor onze kust geïdentificeerd: “Gebombardeerd door een tweedekker tijdens WO I”

De UB32 kwam begin 1916 in Zeebrugge aan, van waaruit hij zestien maanden dood en verderf op de Noordzee zaaide. © Tomas Termote
Philippe Verhaest

Op zo’n 65 kilometer ten noordwesten van Oostende is een Duitse onderzeeër uit de Eerste Wereldoorlog geïdentificeerd. Het gaat om een unieke vondst, want de UB32 werd op 12 september 1917 door een Britse tweedekker gebombardeerd en tot zinken gebracht. Alle 24 bemanningsleden kwamen daarbij om het leven. “Dat de piloot er meer dan honderd jaar geleden in slaagde om de U-boot tot zinken te brengen, is niks minder dan een huzarenstukje”, zegt maritiem archeoloog Tomas Termote.

Vandaag is de Noordzee een van de drukst bevaarde zeeroutes, ruim honderd jaar geleden vormde de randzee van de Atlantische Oceaan het decor voor een bloederig slagveld tijdens de Eerste Wereldoorlog. Tal van schepen en onderzeeërs langs Duitse en geallieerde kant rustten er sindsdien op de zeebodem en Bredenaar Tomas Termote (46) maakt er zijn levenswerk van om zoveel mogelijk wrakken te identificeren en het verhaal achter de oorlogstuigen in kaart te brengen. Hij leerde het vak van zijn vader Dirk (82) en identificeerde de voorbije 32 jaar al om en bij de 300 wrakken.

“Mijn terrein is zonder meer de Noordzee, al was ik ook al in het buitenland aan het werk”, legt hij uit. “In Haïti en Panama dook ik naar Spaanse zilverschepen en in Mozambique onderzocht ik een Portugese kraak. In 2006 was ik dan weer de eerste Vlaming die een onderzoeksduik deed naar het legendarische schip Belgica, dat in Noorwegen tijdens de Tweede Wereldoorlog tot zinken was gebracht.”

Tweede schroef gevonden

Hoewel Tomas al flink wat ervaring op de teller heeft staan, omschrijft hij zijn meest recente identificatie als ronduit uniek. “De bewuste onderzeeër staat al sinds de jaren tachtig op hydrografische kaarten en bevindt zich op 35 zeemijl ten noordwesten van Oostende. Zo’n 60 à 65 kilometer van onze kustlijn verwijderd en op amper twee zeemijl van de Britse territoriale wateren.”

De kapitein en crew zaten als ratten in de val. We kunnen enkel maar hopen dat ze allemaal op slag dood waren

In 2007 vond een eerste duik naar de U-boot plaats. “Toen gingen we uit van een UBI, het kleinste model van 28 meter lang. Tijdens de daaropvolgende jaren ondernam ik nog regelmatig duiken, maar pas dit jaar besloten we de schroef vrij te maken om het identificatienummer te weten te komen. Zo was het mogelijk om het verhaal achter de onderzeeër neer te pennen.”

Tijdens die ruimwerken ontdekte Tomas een tweede schroef die deels in de zeebodem verscholen zat. “Dat duidde onmiskenbaar op een UBII-type, een onderzeeër van liefst 36 meter lang. En nog veel opvallender: de impact van de bom of torpedo die het gevaarte had doen zinken, was bovenaan de duikboot te vinden. Dat wijst er op dat hij moet gebombardeerd zijn door een Britse tweedekker. Zonder meer een huzarenstukje van de piloot in kwestie. Het moet een enorm staaltje vliegkunde geweest zijn om een bewegend doel van slechts 36 meter lengte en zo’n vier meter breed te treffen.”

Tomas Termote, hier met zijn vader Dirk, identificeerde al zo'n 300 scheepswrakken in de Noordzee.
Tomas Termote, hier met zijn vader Dirk, identificeerde al zo’n 300 scheepswrakken in de Noordzee. © Davy Coghe

De UB32 stond tijdens de Eerste Wereldoorlog bekend als een berucht onderdeel van de Duitse oorlogsmachine. “De onderzeeër kwam begin 1916 in Zeebrugge aan, van waaruit hij zestien maanden dood en verderf op de Noordzee zaaide. In totaal werden 22 Engelse en Franse schepen getorpedeerd. 21 daarvan gebeurden onder het gezag van Oberleutenant Max Vieberg. Het grootste schip dat in het vizier van de UB32 kwam, was het Britse troepentransport SS Ballarat, met aan boord 1.750 Australische soldaten. “Heel wat onder hen sneuvelden door toedoen van de UB32.”

Lichamen in romp

Op 12 september 1917 liep het echter fataal af voor de UB32 en de 24-koppige bemanning. “Twee dagen eerder was de U-boot vanuit Zeebrugge vertrokken, klaar voor een tien- tot veertiendaagse missie in de Noordzee. Twee dagen later werd de duikboot gebombardeerd door een vliegtuig van de Royal Naval Air Service van de Britse zeemacht. “De kapitein en zijn crew zaten als ratten in de val. We kunnen enkel maar hopen dat ze allemaal op slag dood waren. Hun lichamen bevinden zich nog altijd in de romp van de onderzeeër, hun laatste rustplaats.”

Het lijvige rapport van Tomas Termote wordt nu aan federaal minister van de Noordzee Vincent Van Quickenborne (Open VLD) overgemaakt, die zal beslissen of het wrak in aanmerking komt als cultureel erfgoed onderwater. “Ook de Duitse ambassadeur in ons land zal op de hoogte worden gebracht, zo kunnen mogelijke familieleden van de bemanning gecontacteerd worden. Al leert de ervaring dat beide wereldoorlogen nog steeds gevoelig liggen aan Duitse zijde. Toen we in oktober 2017 het verhaal van de UB29 konden brengen, vond de Duitse ambassade zes familieleden terug. Het plan was om een plechtigheid te organiseren, maar niemand van de resterende familieleden toonde interesse om de herdenking bij te wonen…”

Voor Tomas zelf is het werk nog niet af. “De meeste wrakken in onze Noordzee zijn gevonden, maar een stevig percentage wacht nog op identificatie. Wanneer ik alles in kaart breng, voel ik wel eens koude rillingen over mijn rug lopen. Je vraagt je toch keer op keer af waarom die jonge mensen in zo’n wrede oorlog gesneuveld zijn…”

De onderzeeër rust sinds september 1917 op de bodem van onze Noordzee
De onderzeeër rust sinds september 1917 op de bodem van onze Noordzee © Tomas Termote

Gouverneur Carl Decaluwé: “Nog 52 sites te onderzoeken”

Ook West-Vlaams gouverneur Carl Decaluwé draagt de onderwatergeschiedenis van onze Noordzee een warm hart toe. “Dankzij mensen als Tomas Termote leren we beetje bij beetje meer over wat er zich onder de zeespiegel heeft afgespeeld. Al is er nog veel wat we niet weten. In de Belgische territoriale wateren zijn er 379 posities bekend, waarvan er naar schatting zo’n 280 scheepswraksites zijn. 228 daarvan zijn geïdentificeerd, afkomstig van schepen van 17 nationaliteiten. Het toont meteen het internationale karakter van ons onderwatererfgoed aan.”

“Twee derde van onze wrakken zijn toe te wijzen aan een van beide wereldoorlogen, 80 daarvan vormen een oorlogsgraf. Er zijn dus nog 52 scheepswraksites waar we zo goed als niets over weten. In de databank lees je dan onbekend en die sites zijn aangeduid omdat er ooit iets gezien is. Het kunnen resten van een schip of vliegtuig zijn, maar evengoed een rots of een zeecontainer. Er ligt dus nog werk op de plank.”