Opgraving legt voormalig bisschoppelijk paleis bloot, archeologen vinden ook kanonskogels van voor WO I
Ieper was ooit een bisschopstad en de bisschoppen uit die tijd resideerden in een imposant paleis, dat meer dan een eeuw geleden voorgoed verdween. Maar de funderingen zijn nog altijd goed bewaard en worden nu voor het eerst op grote schaal blootgelegd tijdens opgravingen.
Het was de Fransman Martinus de Ratabon, de dertiende bisschop van Ieper, die het paleis op het einde van de zeventiende eeuw bouwde in Franse stijl naast de Sint-Maartenskathedraal en bij het huidige Astridpark, dat toen de tuin van het paleis was. Na de Franse Revolutie en de afschaffing van het bisdom Ieper in 1801 werd het gebruikt als militaire opslagplaats, bisschoppelijk college en justitiepaleis. De Eerste Wereldoorlog wiste dit imposant gebouw voorgoed uit de stad, want het werd nooit heropgebouwd.
“Tijdens opgravingen voor een nieuwbouwproject in de buurt werd eens een deel van een goed bewaarde muur ontdekt, maar nu wordt voor het eerste zo’n grote oppervlakte opgegraven”, zegt Jan Decorte, erfgoedcoördinator bij CO7, een intergemeentelijk samenwerkingsverband voor cultuur en erfgoed in de regio.
Unieke kans
De opgravingen kaderen in de voorbereidende werken voor riolerings- en vernieuwingswerken rond de Leet in de Ieperse binnenstad. Olivier Van Remoorter, de archeoloog van dienst bij BAAC Vlaanderen, noemt de vondsten spectaculair. “We zijn al sinds november vorig jaar gefaseerd bezig in de buurt van de Leet, maar afgelopen maandag begonnen we aan dit stuk. Langzaam maar zeker komen de resten van het paleis naar boven, een unieke kans om het op zo’n grote schaal te onderzoeken”, vertelt Van Remoorter.
Het paleis herinnert aan de vergane religieuze glorie van de Kattenstad. “Een bisschop was toen de belangrijkste persoon in de ruime regio en zo’n paleis toont hun macht”, aldus Decorte. “Het bisdom creëerde een nieuw elan voor de stad, die na de Beeldenstorm leegliep, en trok kloosterstichtingen en abdijen aan.”
Kanonskogels
Verder troffen de archeologen in de schaduw van de kathedraal munitie aan. Veelal resten van obussen en geweren uit de Eerste Wereldoorlog, maar ook getuigen van een oudere belegering van Ieper. “Het gaat om vier gietijzeren kanonskogels uit de zeventiende of achttiende eeuw”, zegt Van Remoorter. “Wij registreren alles digitaal in het veld en onderzoeken dit na de opgraving op kantoor. Onze bevindingen worden de komende twee jaar in een rapport gegoten.”
En dan volgt misschien een tentoonstelling in het nabijgelegen Yper Museum. Educatief medewerker Wouter Sinaeve passeert regelmatig langs de opgravingen met zijn camera. “Ik wil een educatieve film maken voor scholen, die ons museum bezoeken”, aldus Sinaeve.
De opgravingen schuiven stelselmatig op rond de kathedraal. Op termijn worden menselijke resten uit een voormalig kerkhof opgegraven onder het Sint-Maartensplein.
(TP)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier