Op de Mercator met pionier onder water bevallen dr. Herman Ponette: “Hoe minder je eraan komt, hoe beter”

Herman Ponette: “Bevalling onder water kost iets meer tijd steken, maar het resultaat is zoveel mooier.” © Davy Coghe
Hannes Hosten

Dr. Herman Ponette (82) is de grondlegger van de onderwaterbevalling in Oostende. Al van in zijn opleiding wou hij de geboorte dichter bij de natuur brengen. Een zoektocht in Frankrijk en communistisch Rusland bracht hem bij de bevalling onder water. Ondanks veel scepsis introduceerde hij de methode in het Serruysziekenhuis, dat er vandaag internationaal om bekend is. “Onder water bevallen, voor mij was dat een droom. Het stelde een vrouw in staat de baby op eigen kracht ter wereld te brengen.”

Herman Ponette noemt zich een man van de zee, maar op de Mercator was hij nog nooit. Vandaag komt hij er met enige moeite, want de gynaecoloog herstelt van een zwaar verkeersongeval dat hij in juni opliep op een Franse autosnelweg toen hij met de wagen op doorreis was naar Italië. “Ik mag blij zijn dat ik er nog ben. Maar ik was altijd een vechter. Nu ben ik goed aan het herstellen.”

Hoe ben je als gynaecoloog in Oostende terechtgekomen?

“Ik groeide op in Ronse en zou eigenlijk huisarts worden. Ik liep stage in Oostende, was goed in bevallingen en deed het ook graag. De gynaecoloog bij wie ik stage liep, vroeg zelfs om hem niet meer te bellen bij een geboorte ‘s nachts. ‘Doe dat maar zelf’, zei hij. Dat was blijkbaar ook mijn prof verloskunde niet ontgaan, want die stelde me voor om de opleiding tot gynaecoloog te volgen. Na die opleiding keerde ik terug naar Oostende. De lokroep van de zee was te sterk.”

Je was altijd voorstander van de zogenaamde ‘zachte’ bevalling.

“In de kraamafdeling in Leuven, waar we onze opleiding kregen, waren alle bevallingen extreem geprogrammeerd en overgemedicaliseerd. Daar voelde ik me absoluut niet goed bij. Ik liet mij eerst inspireren door de Franse gynaecoloog Frédérick Leboyer, die een methode ontwikkelde om de kindjes op een zachte wijze ter wereld te brengen, in stilte en onder gedempt licht. Ik werkte twee jaar zo, maar vond die methode te eenzijdig op de baby gericht. Later ontmoette ik Michel Odent, ook een Frans gynaecoloog, die als militair chirurg in Tunesië had gezien hoe vrouwen tijdens de arbeid in warm water lagen. Dat ging bij sommigen zo vlot dat ze zelfs ook bevielen onder water.”

Je ging ook in Rusland je licht opsteken?

“Ik had gehoord dat daar bevallingen gebeurden in de Zwarte Zee. Ik sprak af met de betrokken specialist in een hotel in Moskou. Het was nog volop Koude Oorlog en dat gebeurde in het volstrekte geheim. Ik moest in de hal van het hotel wachten tot een dame met een zwarte handtas me kwam omarmen. Ze viel op omdat alle andere vrouwen bruine handtassen droegen. Zij nam me mee naar een kamer in het hotel, waar ik de gynaecoloog kon spreken. Hij gaf me heel wat interessante informatie, zodat ik in 1983 met de eerste onderwaterbevallingen kon starten in Oostende.”

Werd de methode er meteen aanvaard?

“Ik werd nooit tegengehouden, maar er was veel scepsis. Zo mochten de vroedvrouwen mij in het begin niet bijstaan. ‘Laat Ponette maar doen’, zei diensthoofd gynaecologie dr. Bricart. Ik bleef dus zelf bij de moeders tijdens de arbeid, soms urenlang. Ook de vroedvrouwen vertrouwden het eerst niet, maar gaandeweg werden ze snel pro. Ik vond wel vlug moeders die het wilden proberen. We startten in een hydraulisch bad, oorspronkelijk voor senioren bedoeld. Pas later, toen de methode succesvol bleek, werd geïnvesteerd in een bevallingsbad en een ontspanningsbad.”

Intussen is het een paradepaardje van het ziekenhuis.

“Van mijn 10.000 bevallingen deed ik er 3.500 onder water, daarbij ook een 50-tal stuitbevallingen en een tiental tweelingen. Dat is erg uitzonderlijk. Natuurlijk moet je daarvoor een ruime ervaring hebben en beschikken over grondig opgevolgde zwangerschappen, met echo’s en foto’s. Ik blijf ervan overtuigd dat in 85 procent van de bevallingen geen medicatie, instrumenten of knippen nodig zijn. Een Nederlandse professor gynaecologie zei ooit: ‘Hoe minder je eraan komt, hoe beter het marcheert.’ Het warme water maakt dat de arbeid veel vlotter verloopt. Je moet als gynaecoloog iets meer geduld opbrengen, maar het resultaat is veel gezonder voor moeder en kind. De ouders zijn veel gelukkiger achteraf met hun prachtige, zachte, non-traumatische bevalling. Let wel: wij dringen niets op. Wie een epidurale verdoving vraagt, krijgt die. Ik deed nooit meer dan 15 procent keizersneden, terwijl het Vlaamse gemiddelde al tegen de 25 procent zit. Er zijn nu zelfs al ziekenhuizen waar je zonder medische reden kan kiezen voor een keizersnede… Onbegrijpelijk. De gezondste verloskunde biedt een evenwicht tussen de natuur zijn gang laten gaan en ingrijpen waar nodig.”

Waren er nooit complicaties?

“Natuurlijk, maar veel minder door de minimuminterventieaanpak. Bovendien zijn we perfect op complicaties voorzien door de veilige infrastructuur, waardoor we direct kunnen ingrijpen. Serruys is het enige ziekenhuis ter wereld waar de onderwaterinfrastructuur zo mooi geïntegreerd is in de klassieke verlosafdeling.”

Hoe lang deed je bevallingen?

“Normaal moest ik stoppen op mijn 65ste, maar ik kreeg een uitzondering tot ik 75 was. En nu mis ik het niet meer, ik deed voldoende bevallingen. Tot vorig jaar deed ik wel nog consultaties thuis. Mijn collega-opvolgers zetten mijn project verder. Een kleine 50 procent van de bevallingen in Serruys zijn nu onder water.”

Nu de Oostendse ziekenhuizen fuseren, verhuist de kraamafdeling in 2023 naar de campus Damiaan. Hoe kijk je daar naar?

“Het is raar omdat het verloskwartier van Serruys nog maar pas volledig vernieuwd werd. Het team van het AZ Damiaan werkt omzeggens uitsluitend op de klassieke manier. Bovendien werken wij volgens de richtlijnen van de WHO (moeder- en babyvriendelijk label). Het zal een hele uitdaging zijn om beide visies harmonieus te laten samenwerken. Wij zijn het kleine broertje in dit nieuwe geheel, maar ik denk toch dat de onderwaterbevalling de fusie zal overleven. De vraag zal sterker zijn dan de weigering.”

Bio

Privé: geboren op 26 mei 1940, opgegroeid in Ronse. Vestigde zich in 1970 in Oostende. Heeft een partner, vijf zonen en een dochter, kleinkinderen en achterkleinkinderen.

Opleiding en loopbaan: gynaecoloog (KU Leuven). Bouwde sinds 1970 een grote praktijk uit in Oostende, privé en in het ziekenhuis: achtereenvolgens privékliniek Cléménce Wante en vanaf 1981 het Henri Serruysziekenhuis.

Vrije tijd: kusthengelen, skiën, wandelen, de actualiteit volgen, de Belgische politiek en nieuwe gynaecologische ontwikkelingen.

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier