Oostendse brandweer staat klaar voor tweede seizoen ‘Onder Vuur’
Onder Vuur, de fictiereeks op Een over een groep Oostendse brandweermannen die vechten voor het voortbestaan van hun brandweerpost op Oosteroever – scoorde lang niet slecht wat de kijkcijfers betreft. Er zit zelfs een tweede seizoen aan te komen. Brandweerkapitein Dries van der Veken blikt tevreden terug op het eerste seizoen van ‘Onder Vuur’.
Op 12 september werd de eerste aflevering van de fictiereeks uitgezonden op Een. Die was meteen goed voor 917.868 kijkers. De laatste aflevering scoorde met 865.522 kijkers niet veel slechter. ‘Onder Vuur’ vertelt het verhaal van het brandweerkorps in Oostende. Post Oosteroever dreigt gesloten te worden om te fusioneren met de brandweerpost van Gistel. Dik tegen de zin van de brandweerlieden van Post Oosteroever. Onder Vuur had het allemaal: reddingen op hoogte, verkeersongevallen, branden, enzovoort. Interventies waar de Oostendse brandweer in het dagelijkse leven bijna elke dag mee geconfronteerd wordt. Bovendien kreeg de reeks nog een portie drama erbovenop. En dat werd gesmaakt door het publiek.
Brandweerkapitein en postoverste van de Oostendse brandweerpost Dries Van der Veken blikt tevreden terug op de voorbije tien afleveringen van de fictiereeks. “Ik heb uiteraard zelf de reeks gevolgd”, zegt Van der Veken. “Wat ik vooral vind is dat er een evolutie in zit. Waar de serie het aanvankelijk vooral moest hebben van de spectaculaire scènes, vond ik het aangenaam dat de acteerprestaties en de verhaallijnen het naar het einde toe overnamen. Maar misschien dat de gemiddelde kijker de spectaculaire scènes net heel leuk vond en dat ik die met een gekleurde professionele bril heb bekeken.”
Heel realistisch
“De meeste van de collega’s vonden de serie trouwens fictie van de betere soort. Ook zij vonden dat de meeste van de scènes heel realistisch overkwamen. Vermoedelijk zal dat het gevolg zijn van enkele specialisten van de brandweer die de regisseur en scenaristen hebben bijgestaan bij het maken van de reeks. De opeenvolging van de spectaculaire interventies leek dan weer minder realistisch. De brandweer heeft veel interventies: zowel technische interventies, branden en dringende geneeskundige hulp, maar het gros is minder spectaculair van aard en dat is maar goed ook.”
Maakt een serie als ‘Onder Vuur’ de job als brandweerman extra populair? “Daar is het misschien nog wat te vroeg voor”, legt de brandweerkapitein uit. “De reeks is pas ten einde en de eerste aanwervingen moeten nog plaatsvinden. Beroepsbrandweerlieden vinden we doorgaans vrij gemakkelijk. Wat vrijwillige brandweerlui betreft loopt het wat stroever. Mensen zijn vaak lid van een sportclub, vereniging en hebben een uitgebreid sociaal leven. Daardoor is het uitoefenen van een job als vrijwillige pompier naast je gewone dagtaak, niet zo simpel. De brandweer biedt nochtans een erg uitdagend en afwisselend takenpakket en geeft enorme voldoening. Daarbovenop komt een goede verloning. Als brandweer surfen we zeker mee op de golf van de populariteit van een serie als ‘Onder Vuur’ doordat de cast meewerkt aan een promotiefilmpje. Als geen ander kunnen zij getuigen over de spanning, uitdaging en vriendschap die men ervaart bij de brandweer.”
Elk jaar meer interventies
Het aantal interventies in Oostende stijgt elk jaar. “Er was in een bepaalde scène een interventie met een geblokkeerde lift. Dat soort interventies hebben we dagelijks. De medische interventies stijgen jaar na jaar, en zeker ook in Oostende. Iedereen die in het centrum van Oostende woont of werkt is getuige van de dagelijkse passages van ziekenwagens. Brandweerpost Oostende is één van de drukste posten in Vlaanderen wat betreft ziekenwagenritten. De interventies in de serie komen realistisch over, maar worden telkens overgoten met een beetje fictiesaus.”
Naar verluidt zouden de opnames voor het tweede seizoen van ‘Onder Vuur’ terug starten in het voorjaar van 2022. “De samenwerking tussen de brandweer en het productiehuis was goed en we zijn zeker bereid om opnieuw mee te werken aan het tweede seizoen”, besluit Van der Veken.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier