Oostende onder de loep (9) – Over een gekke geit en een kunstige kroeg
Velen (her)ontdekken tegenwoordig het plezier van het wandelen. Zowel in de natuur als in de stad. Wie Oostende doorkruist, passeert vele plaatsen, beelden of objecten met een bijzondere geschiedenis. Marc Loy, stadsgids bij Gidsenkring Lange Nelle, haalt elke week zijn loep boven, op zoek naar opvallende Oostendse verhalen. Vandaag: La Chèvre Folle.
Op de hoek van de Kerk-, Paulus- en de Prins Boudewijnstraat klopte tijdens de Golden Sixties het hart van avant-gardistisch en artistiek Oostende in de muziek- en kunstenaarskroeg La Chèvre Folle . Het café, amper een ‘schort’ groot, lag in de schaduw van de Peperbusse en aan de rand van het visserskwartier.
Een jonge Alain Depierre, bijgestaan door zijn moeder, gaf er in 1958 zijn Chèvre Folle en meteen ook kunstenaars, schrijvers, musici en intellectuelen onderdak. Later trok hij naar zuiderse oorden maar hij bleef tot zijn dood met kunst bezig. Jong artistiek en progressief Oostende maar ook talent van ver daarbuiten vond er exporuimte: Maurice Boel, Jan De Lee, Gerard Holmens, Charly Drybergh, Gustaaf Sorel, Hubert Minnebo, Jef Van Tuerenhout, Willy Bosschem, Jacky Demaeyer, Raoul Servais, Etienne Elias, Nadine Van Lierde, Kari Bert, Denise Verstappen, Yves Rhayé, …
Ze werden er ingeleid of gerecenseerd tussen de toog en de piano door door onder meer Jan Guillemin, Herman Moerman, Hugo Brutin, … Die laatste verwoordt het zo: “Het was een begenadigde plek op een begenadigd ogenblik waar spiritualiteit, creativiteit, geestelijke vrijheid en joie de vivre aanwezig waren en tal van kunstenaars hoopvol, vrij van sensatiezucht en met illusies vervuld, hebben tentoongesteld aan een hels ritme.”
Salut d’honeur
Nadat de laatste uitbater er de deur dichttrok, verkommerde het hoekhuis. De eigenaar, de burgemeestersfamilie Serruys, schonk het gebouwtje aan het OCMW. Begin jaren 80 stak een Brussels zakenman de pleisterplek van artistiek Oostende tussen de wereldtentoonstelling 58 en mei 68 in een ijzeren corset om er zijn reclamepanelen te afficheren. In 1999 werd het ondertussen tot ‘rattenkot’ verworden bouwsel gesloopt en het amper 30 vierkante meter kleine perceel werd geplaveid en geïntegreerd in het nieuw bestrate Lisandre Vilainplein.
Die nieuwe open ruimte in de stad werd op 2 juni 2000, precies 21 jaar geleden dus, ingehuldigd met de onthulling van Pierre Claes’ kunstwerk: een even zotte geit op een zuil ter herinnering aan en als salut d’honneur voor de ooit memorabele kroeg op die locatie. Arno gaf datzelfde weekend een liveconcert op het St.-Petrus en Paulusplein.
In 2002 was er ook nog een sfeerscheppende tentoonstelling in het toenmalig Stedelijk Museum voor Schone Kunsten over La Chèvre Folle en haar kunstenaars met conservator Norbert Hostyn als curator.
Work in progress
Pierre Claes (74) kennen we vooral van zijn kunstige fabeldieren: montages in gelast recuperatie-ijzer. Objecten die voor een tweede keer in het vuur zijn gedoopt en een poëtische naam meekrijgen. Ondertussen zag onze uit oud ijzer gerecycleerde geit al drie keer haar horens gekortwiekt door een niet zo minutieus opererende en afficherende hoogtewerker. Voor de kunstenaar, die om de hoek woont, blijft het dus tot op vandaag een ‘work in progress’.
(ML)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier