Ook op dierengedenkplaats de Koude Keuken wordt gerouwd

Veronique Bleyaert bij de gedenksteen ontworpen door Pieter Boudens. (foto CGRA)
Redactie KW

Veronique Bleyaert (48) uit Sint-Andries moest enige tijd geleden afscheid nemen van haar acht jaar oude Franse bulldog Jerom. Een heftige periode, zo blikt ze daarop terug.

“Jerom bleek een tumor te hebben. Na een operatie was hij helemaal verlamd, maar daarna is hij er dankzij onder andere hydrotherapie weer bovenop geraakt. Maar de tumor kwam terug. Wekenlang heb ik in de zetel bij hem gelegen en heb ik hem ook om de twee uur verlegd. Uiteindelijk hebben we hem dan laten inslapen. Jerom was voor ons als een familielid. Toen hij er niet meer was, voelde het aan alsof ik een ledemaat kwijt was, want we waren altijd samen.”

“In het dierencrematorium van Roeselare heb ik op een waardige manier afscheid kunnen nemen. Zijn urne staat nu op de kast in de living, samen met zijn foto en een kaars. Zo denk ik nog elke dag aan hem. En dat doe ik ook wanneer ik de dierengedenkplaats op het domein van de Koude Keuken passeer. Wat heel vaak gebeurt, want een wandeling met de hond in de Koude Keuken is een dagelijkse routine geworden. Mijn man gaat er soms ook met de hond wandelen, maar meestal ben ik het toch die met de hond op stap ga.”

“In een eerste reactie wou ik geen hond meer in huis. Ik heb namelijk ook drie katten, maar dat is toch nog iets anders. En zo heb ik toch snel beslist om een andere hond te nemen. Kamiel, ook een Franse bulldog, is nu twee jaar”, vertelt Veronique.

Serene omgeving

De dierengedenkplaats in de Koude Keuken kwam er begin 2020 en ligt vlak langs de hondenlosloopweide. “Een serene omgeving voor een dierengedenkplaats en een nabijgelegen hondenlosloopweide botst niet: er wordt geen kabaal gemaakt en het enige wat je hoort, is af en toe een hond die blaft. De gedenksteen, ontworpen door kunstenaar Pieter Boudens, is een blikvanger. Mensen gaan er naartoe om het van dichtbij te bekijken, en soms kom je er tot een gesprek met mensen die ook afscheid moesten nemen van hun hond. Zo’n gesprekken helpen bij de rouwverwerking.” (CGRA)