De vrije basisschool Sint-Katrien is een van de zestig Vlaamse scholen waar vijfdejaars meedoen aan een pilootproject van uitgeverij Van In. Met ‘Reken Maar! Basis Digitaal’ kan elke leerling op zijn laptop, in combinatie met een papieren werkschrift, op zijn eigen niveau oefenen. “Innovatie is belangrijk in onze school”, zegt directeur Bert De Booserie.
Sinds corona werken scholen steeds meer met digitale leerplatformen en beschikken leerlingen steeds meer over laptops of tablets. Uitgeverij Van In ontwikkelde een ‘Basis Digitaal’-module voor haar wiskundepakket ‘Reken Maar’. De nadruk ligt op digitaal leren in de klas met oefeningen die zich automatisch aanpassen aan het niveau van elke leerling én met een licht werkschrift – dat een belangrijke rol speelt.
Niet meer ontmoedigd
“Leerkrachten zien voor de leerlingen alleen een meerwaarde in digitaal oefenen thuis of in de klas, als dat in combinatie met papier (een papieren werkschrift) gebeurt. Omdat de leerlingen die dan niet meteen mee zijn, kunnen terugvallen op een structuur in hun schrift, waarin strategieën kunnen uitgeschreven worden, waarin ze oefeningen kunnen maken… Ze hebben kladruimte, ze kunnen tussenkomen als ze niet helemaal mee zijn. Iedere leerling kan mee en geraakt vooral niet ontmoedigd.”
“Het grote verschil? Leerlingen zaten vroeger wel eens met de vingers te draaien als ze iets niet begrepen in de wiskundeles”, zegt de directeur. “Met die nieuwe module en werkschrift gaan ze nu aan het werk en maken veel moeilijke oefeningen!”
De VBS Sint-Katrien stapte volgens Bert De Booserie om meerdere redenen mee in dat pilootproject.
“In onze school zijn er wél nog kerst-, paas- en eindejaarproeven waarop punten gegeven worden in plaats van smileys. En de ouders van onze leerlingen waarderen ook wel dat we met onze school niet op om het even welke boot springen. We hechten wel veel belang aan innovatie. En meestappen in ‘Reken Maar! Basis Digitaal’ is innovatief. Dit project betekent leerwinst voor alle leerlingen, tijdwinst en minder verbeterwerk voor onze leerkrachten.”
“We stappen ook in dat pilootproject omdat onze school al langer met het ‘Bingel’-digitaal platform van uitgeverij Van In werkt. Als we zouden werken met verschillende uitgevers, met telkens andere digitale platformen, dan zouden we het bos door de bomen niet meer zien. En met dezelfde uitgeverij werken is ook economisch goed voor de school.”
De uitgever koos ervoor die nieuwe methode te introduceren in het vijfde jaar omdat de digitalisering op het vlak van lesmethodes en infrastructuur in dat jaar het verst gevorderd is.
Durven terugkoppelen
“Net vóór de vakantie stond alles op punt”, zegt juf Rune Bartier van het vijfde leerjaar. “Al in de eerste les waren de leerlingen enthousiast. En we zijn ook nog maar twee weken bezig met dat nieuwe digitaal platform, nieuwe taken, nieuwe oefeningen… Ik voel nu al dat ze daarin vlot meedraaien. Ze stellen vragen, ze hebben bedenkingen, ze durven terugkoppelen naar een oefening die niet gelukt is.”
“Het papieren werkschrift vind ik heel belangrijk. Van een alleen digitale methode zou ik geen grote voorstander zijn. Omdat ik als leerkracht dan ‘het lesgeven’ te veel zou moeten missen. Met die nieuwe methode worden heel bewust oefeningen op papier uitgeschreven om ons ‘lesdoel’ te bereiken. En de ontelbaar veel sommetjes moet de leerkracht niet manueel verbeteren, de laptop of chromebook doet dat. Leerlingen die niet meteen mee zijn, neem ik afzonderlijk om ze bij te spijkeren, terwijl ik de leerlingen die wel mee zijn eventjes kan loslaten.”
Directeur Bert gelooft honderd procent in die methode. “Omdat het een project is dat het lesgeven niet vervangt. Er komt wel een tool bij in de klas, maar de leerkracht blijft er zelf nog evenveel toe doen. Onze leerlingen zijn bij dit pilootproject zeker geen proefkonijnen, maar die nieuwe methode is beslist de weg waar het in de toekomst naartoe gaat!”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier