Ouders dove Victor (10) zien verkeerde focus in onderwijs voor slechthorenden: “Een doof kind kan alles wat een ander kind kan”

In de uitdagende luisteromgeving van een klaslokaal optimaliseren extra luisterhulpmiddelen zoals soloapparatuur de verstoorde signaal-ruisverhouding. De leerkracht draagt dan een zender waarbij zijn stem rechtstreeks in de hoortoestellen of cochleaire implantaten van het kind terecht komt. © MD
Margot Demeulemeester
Margot Demeulemeester Stadsreporter Kortrijk

Achtennegentig procent van de Vlaamse kinderen met gehoorverlies heeft op school meer aan een taalbad in gesproken taal dan aan gebarentaal. Dat zeggen Wevelgemnaars Mathias Vandycke (39) en Kim Follens (39), ouders van de bilateraal dove Victor (10) en Martine de Smit (60), kinderaudiologe bij CAR Overleie Kortrijk. “Gebarentaal, een visuele taal, is voor de meeste kinderen met gehoorverlies eerder belemmerend voor hun integratie in de horende maatschappij”, klinkt het.

Victor (10) is bilateraal doof ten gevolge van een hersenvliesontsteking op de leeftijd van 20 maanden, maar kan met de hulp van zijn cochleaire implantaten en extra luisterhulpmiddelen perfect mee in het reguliere onderwijs. Toch wordt deze nieuwe generatie kinderen met gehoorverlies jaar na jaar geconfronteerd met besparingen in ondersteuning, terwijl het recent goedgekeurde decreet dat tweetalig onderwijs moet organiseren met Nederlands en Vlaamse Gebarentaal (VGT) slechts ten goede komt aan een kleine minderheid.

“Het decreet steunt op bepaalde misvattingen. VGT is niet nodig voor de meerderheid van de kinderen met gehoorverlies dankzij vroegtijdige gehoorscreening (door Kind & Gezin of de CLB) en de snelle evolutie binnen de hoortechnologie. We willen die eenzijdige kijk wegwerken en de grote groep kinderen met gehoorverlies die communiceren in gesproken taal meer in de kijker zetten”, zeggen ouders Kim Follens (39) en Mathias Vandycke (39).

Ouders Mathias Vandycke, Kim Follens, Victor en zus Alice (12).
Ouders Mathias Vandycke, Kim Follens, Victor en zus Alice (12). © MD

beeldvorming

Vanaf september 2024 krijgen reguliere basisscholen de mogelijkheid om een afdeling Nederlands-Vlaamse Gebarentaal op te richten. “Op die manier zullen dove en slechthorende kinderen ook kunnen deelnemen aan het reguliere onderwijs”, lichtte minister van onderwijs Ben Weyts toe. Maar vandaag neemt het overgrote deel van die kinderen al deel aan het reguliere onderwijs omdat ze communiceert in gesproken taal. “Het beeld dat de meerderheid van de Vlaamse bevolking heeft over dove en slechthorende kinderen is vaak niet correct. Men gaat er vaak ten onrechte van uit dat zij enkel via gebarentaal kunnen communiceren en daardoor enkel les kunnen krijgen in het buitengewoon onderwijs. In werkelijkheid betreft dit slechts 2% van de kinderen met gehoorverlies”, zegt Martine de Smit (60), kinderaudiologe bij CAR Overleie Kortrijk.

“Slechts twee procent van alle slechthorende kinderen communiceert met hulp van gebarentaal” – Martine de Smit (60), kinderaudiologe CAR Overleie

De dienst gehoor binnen het Centrum voor Ambulante Revalidatie (CAR) Overleie begeleidt kinderen met gehoorverlies en hun families. Met een multidisciplinair team van experts ondersteunen zij momenteel 80 kinderen, waaronder Victor Vandycke.

“We zien te vaak een eenzijdige en onevenwichtige beeldvorming in de media als het gaat over de huidige generatie kinderen met gehoorverlies. In programma’s zoals Droomfabriek zien we bijvoorbeeld enkel maar dove kinderen met gebarentaal. Misschien komt dat spectaculairder over, maar is voor het overgrote deel van de kinderen met gehoorverlies in Vlaanderen niet representatief”, zegt Kim. “We hopen ook een positieve boodschap uit te dragen en mensen die deze diagnose krijgen bij hun kind tonen dat het goed komt. Met de juiste begeleiding en investeringen kan jouw kind alles doen als een goedhorend kind”, vult Mathias aan.

Victor bij kinderaudiologe Martine de Smit in CAR Overleie.
Victor bij kinderaudiologe Martine de Smit in CAR Overleie. © MD

Luisterhulpmiddelen

Op initiatief van CAR Overleie – en zijn partners: de Federatie van CAR, de universitaire CAR, het samenwerkingsverband Hoorexpert en de Vlaamse vereniging van en voor Ouders van kinderen met gehoorverlies (VLOK-CI) – werd een open brief opgesteld. “Sinds de start van de neonatale gehoorscreening door Kind & Gezin in combinatie met de technologische evolutie binnen de hoorapparatuur, krijgt de meerderheid van de kinderen met gehoorverlies nu de kans om een leeftijdsadequate taal en spraak te ontwikkelen op basis van luisteren”, legt Martine de Smit uit. “Dankzij deze aanpak kunnen zij succesvol integreren in het regulier onderwijs en in onze maatschappij die vanzelfsprekend overwegend horend is.”

De nieuwe generatie kinderen met gehoorverlies die kan integreren in het regulier onderwijs wordt jaar na jaar geconfronteerd met besparingen in ondersteuning. “Het is goed dat de minister aandacht heeft voor een minderheidsgroep, maar meer dan 98% van de kinderen met gehoorverlies heeft hier geen nood aan. Deze grote groep mag niet uit het oog verloren worden. Gebarentaal, een visuele taal, is voor de meeste kinderen met gehoorverlies eerder belemmerend voor hun integratie in de horende maatschappij en de ontwikkeling van hun schoolse vaardigheden. Om hun taalachterstand in te halen is een zo groot mogelijk taalbad in de gesproken taal nodig. Op die manier hoeven ze ook niet afhankelijk te zijn van een gebarentolk. Wel hebben deze kinderen nood aan goede hoortechnologie en aanvullende luisterhulpmiddelen om ook in moeilijke luisteromstandigheden de spraak optimaal te blijven horen.”

Akoestiek

Het is dan ook belangrijk te investeren in het akoestiekvriendelijk maken van klaslokalen of het installeren van versterkingsapparatuur in klassen. “Daarmee zou zowel het spreekcomfort van elke leerkracht als het luistercomfort van alle leerlingen enorm toenemen. Ondersteuning die ook heel waardevol kan zijn voor kinderen met andere leerproblemen”, besluit Martine De Smit.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier