“Ouders bij school betrekken”

Directeur Monika Lanckriet samen met een aantal van de in totaal 230 kleuters van De Oefenschool. (Foto JS)
Johan Sabbe

Torhout onderwijsstad ook bij de kleuters, zo blijkt. Waar in naburige steden zoals Brugge, Kortrijk, Roeselare en Oostende tussen de 2,5 en de 10 procent van de kleuters onvoldoende halve dagen naar school komt, is daar in Torhout totaal geen sprake van. Integendeel, bij de 3-jarigen scoort Torhout zelfs de volle 100% inzake voldoende aanwezigheid van kleuters op school. “We doen daar dan ook serieuze inspanningen voor”, zegt Oefenschool-directeur Monika Lanckriet. “En dat levert resultaat op.”

Dit artikel maakt deel uit van ons ‘Dossier Kleuters Naar School’.

De Oefenschool, met een omvangrijke vestigingsplaats in de Papebrugstraat en een kleinere locatie op de wijk ‘t Rozeveld (afdeling De Koornbloem), telt een grote groep kleuters. Dat zijn er momenteel 230. “Daar zijn we blij om, al besef ik natuurlijk wel dat niet zozeer de kwantiteit, maar vooral de kwaliteit telt”, zegt Monika Lanckriet, die samen met Sabine De Zutter het directieduo van De Oefenschool vormt. “En voor die kwaliteit leveren we de grootste inspanningen. Zo splitsen we op onze vestigingsplaats Papebrug na de krokusvakantie de peuterklas op in twee afzonderlijke groepen, elk met eigen juffen. We hebben er onze infrastructuur voor aangepast. Die opsplitsing is meer dan nodig, want straks hebben we 45 peutertjes.”

Fundamenten leggen

Waar Sabine zich als directeur specifiek over de tweede en derde graad van de basisschool ontfermt, doet Monika dat over de eerste graad en over de kleuterafdeling. “Op de locatie Papebrug tellen we nu twee peuterklassen, twee eerste kleuterklassen, twee tweede kleuterklassen en twee derde kleuterklassen”, zegt ze. “Met in De Koornbloem daar nog eens drie kleinere kleuterklasjes bovenop. “Ik vind het erg belangrijk dat iedereen beseft dat een kleuterafdeling al lang niet meer de bewaarschool van vroeger is. We zijn er niet op de eerste plaats om op de kinderen te passen, maar om hen gaandeweg voor te bereiden op het basisonderwijs. In het kleuteronderwijs leggen we heel wat super belangrijke fundamenten voor het latere leren en leven van de jongens en meisjes. En net dát maken we met alle mogelijke middelen duidelijk aan de ouders. We sensibiliseren de mama’s en papa’s constant om hun peuters en kleuters zo veel mogelijk naar school te sturen. In dat opzicht is het cruciaal om de ouders nadrukkelijk bij de school te betrekken. En kijk, het werkt. De cijfers liegen er niet om. Het aantal kleuters met onvoldoende halve dagen per jaar op school is zo goed als nul. Bij de jongsten, de 3-jarigen, scoren we zelfs 100% inzake voldoende aanwezigheid en ook bij de 4- en 5-jarigen bereiken we zo goed als het maximum.”

“We geven onze jonge kindjes de kans op een middagdutje”

Voor de kinderen uit de derde kleuterklassen vindt Monika het belangrijk dat ze volle dagen komen. De ouders van jongere kinderen daarentegen kiezen soms enkel voor halve dagen.

“Maar ook voor de kleinsten doen we er alles aan om ze maximaal op school te laten zijn. Zo geven we onze jonge kindjes en al wie er behoefte aan heeft de kans op een middagdutje. Dankzij die zogenoemde slaapklassen kiezen meer mensen ervoor om hun peuter of kleuter voor een volle dag naar school te sturen. We begeleiden tevens het middageten.”

Vertrouwensband

De Oefenschool doet, net als zonder twijfel tal van andere kleuterscholen uit de regio, nog veel meer om de ouders bij de schoolwerking te betrekken. “Elke dag kunnen de papa’s en de mama’s of de grootouders het kindje afhalen in de klas en intussen eventueel een kort gesprekje voeren met de juf”, licht Monika toe. “Zo ontstaat er spontane interactie. Ook hebben we heen-en-weerschriftjes en organiseren we vooraf aangekondigde oudercontacten. De goede vertrouwensband tussen ouders en school doet wonderen.”

Wat als sommige peuters of kleuters toch veel afwezig blijken te zijn? “Dan gaan we met de betrokken ouders in gesprek. Zeker niet met de vermanende vinger, maar met argumenten waarom de aanwezigheid van de kinderen op school bijdraagt aan hun ontwikkeling. Die gesprekken lonen bijna altijd om de aarzelende of overbezorgde ouders over de streep te halen. Ik probeer als directeur ook zelf zo veel mogelijk op school aanwezig en bereikbaar te zijn.”