Wie zorgt straks voor ons? Aantal leerlingen in de zorg daalt alarmerend
De zorgsector kreunt nu al onder een groot personeelstekort, maar er is niet meteen beterschap op komst. Het aantal leerlingen dat in het middelbaar kiest voor een zorgrichting, is in tien jaar met ruim een kwart gedaald. “We doen er alles aan om het imago van de sector op te krikken”, klinkt het bij Vlaams minister van Welzijn Hilde Crevits.
Zondag vieren we weer de Dag van de Zorg. 200 zorg- en welzijnsorganisaties in Vlaanderen, waarvan 28 in West-Vlaanderen, zetten die dag de deuren open zodat iedereen kennis kan maken met de sector.
Lage instroom
Helaas valt er weinig te vieren. De zorg kampt nu al met een groot personeelstekort, maar de opvolging is allesbehalve verzekerd. In het schooljaar 2012-2013 kozen in West-Vlaanderen nog 8.701 tieners uit de tweede en derde graad van het secundair onderwijs voor een zorgrichting. Dat gaat over opleidingen tot zorgkundige en kinderbegeleider, maar ook animator in de ouderenzorg of tandartsassistente.
Vorig schooljaar trokken die richtingen nog slechts 6.288 leerlingen aan, een daling van liefst 28 procent. Er leek nochtans even beterschap op komst: in het schooljaar 2020-2021, het eerste na de start van de coronapandemie, schreven zich 128 leerlingen meer in dan het jaar ervoor. De vreugde was echter van korte duur: de West-Vlaamse zorgrichtingen startten in het volgende schooljaar met liefst 23 procent leerlingen minder, de sterkste daling van de afgelopen tien jaar. (lees verder onder de grafiek)
Volgens het kabinet van Vlaams minister voor Welzijn Hilde Crevits (CD&V) zijn er verschillende redenen voor die negatieve trend. “Vanuit de bevoegdheid Welzijn, Volksgezondheid en Gezin ijveren we uiteraard om zo veel mogelijk leerlingen te laten instromen in alle mogelijke zorg- en welzijnsopleidingen. De covidperiode heeft geleid tot een hogere instroom in de zorgopleidingen, vooral in het hoger onderwijs.
“We moeten eerlijk zijn: het negatieve imago van de zorgsector heeft een invloed op de instroom vanuit de scholen”
Nu is het tij precies opnieuw gekeerd, maar daar is geen eenduidige oorzaak voor te vinden. Sowieso worden er de afgelopen decennia steeds minder kinderen geboren, dus is het ergens ook logisch dat het leerlingenaantal daalt. Los daarvan moeten we inzien dat de negatieve beeldvorming rond de sector zeker een rol kan spelen. We werken er heel hard aan om dit te veranderen.”
Imago opkrikken
We vinden zorgopleidingen terug in zowel het voltijds beroeps- en technisch secundair onderwijs als in het deeltijds beroepssecundair onderwijs. De ene richting kreeg al zwaardere klappen dan de andere. Zo is het aantal leerlingen in de opleidingen verzorging-voeding, kinderzorg en leefgroepenwerking de voorbije tien jaar gehalveerd. Het aantal toekomstige zorgkundigen, logistiek medewerkers in zorginstellingen en algemene gezondheids- en welzijnsmedewerkers is dan weer gestegen.
Welke West-Vlaamse instellingen zetten zondag 19 maart de deuren open? Ontdek het hier.
Om ook de andere richtingen weer populairder te maken, lanceerde de overheid de afgelopen jaren verschillende campagnes. “We blijven inzetten op de aantrekkelijkheid van het beroep. Het is een positieve keuze wanneer je kiest voor de zorg, met een belangrijk maatschappelijk belang. De laatste jaren wordt in het onderwijs veel focus gelegd op de STEM-opleidingen, wij willen graag eenzelfde dynamiek realiseren voor zorgopleidingen. Om het imago van de sector op te krikken, en zo meer jongeren aan te trekken, plannen we gerichte acties om een heel eerlijk beeld te schetsen over hoe zo’n job er kan uitzien”, klinkt het bij het kabinet van Hilde Crevits.
Anderen helpen
Weinig verrassend is het grote aandeel meisjes in de zorgrichtingen. Zij maken liefst 80 procent uit van het totaal aantal leerlingen. Grace Cnudde (16) uit de Harelbeekse deelgemeente Hulste is daar een van. Zij zit nu in haar vierde jaar zorg en welzijn in het Guldensporencollege, campus Harelbeke. “Ik wist al lang dat ik iets in de sociale sector wou doen. Ik heb heel even getwijfeld over welke richting ik precies zou uitgaan, maar het is dan toch zorg en welzijn geworden. Ik ben graag omringd door andere mensen en het geeft mij heel veel voldoening om iemand te kunnen helpen”, vertelt Grace.
“Ik krijg veel voldoening wanneer ik iemand kan helpen”
“Ik merk wel dat onze klassen veel kleiner zijn dan die in andere richtingen, al weet ik zelf niet goed waarom. De hoge werkdruk in de sector schrikt mij alleszins niet af. Het liefste zou ik als verpleegkundige in een ziekenhuis werken, op die manier ben ik bezig met mensen uit elke leeftijdscategorie. Maar daar zijn we nu nog niet, eerst studeren voor de examens. We leren ontzettend veel interessante dingen, over de behoeften van zowel kinderen als ouderen. Ik kan het eigenlijk iedereen aanraden.”
Aandeel mannen stijgt
Hoewel het totaal aantal leerlingen in zorgrichtingen zowel bij jongens als bij meisjes de voorbije jaren stevig gedaald is, neemt het aandeel van de jongens wel toe. Tien jaar geleden was 16,5 procent van alle zorgleerlingen van het mannelijk geslacht, vandaag gaat het om 20 procent. In de opleiding internaatswerking zitten zelfs meer jongens dan meisjes en ook animatie in ouderenzorg, sociale en technische wetenschappen en jeugd- en gehandicaptenzorg doen het opvallend goed bij jongens. (lees verder onder de grafiek)
Die laatste richting valt ook in de smaak bij Rune Vandeginste (17) uit Ingelmunster, zesdejaars in het MMI in Kortemark. “Mijn stiefvader is leerkracht in het bijzonder onderwijs en nam mij een paar keer mee naar de klas”, vertelt hij. “Die leefwereld sprak me al snel aan. In mijn omgeving zijn er ook een paar mensen die kinderen met een beperking hebben. Ik heb dat dan ook altijd al een interessante doelgroep gevonden.”
“Het schrikt me totaal niet af dat ik als man in de minderheid ben”
Rune loopt momenteel stage in Tordale in Torhout, als begeleider voor jongeren met gedragsproblemen. Een job die hij zichzelf zeker ziet uitvoeren na zijn schoolcarrière. Nochtans staan zijn mannelijke leeftijdsgenoten niet echt te springen om in de zorg te werken, maar dat schrikt Rune allesbehalve af. “Ik ben nooit de enige jongen in de klas geweest, daar was ik wel blij om. Dat we in de minderheid zijn en ik later op de werkvloer ook vooral vrouwelijke collega’s zal hebben, maakt me niets uit. Het is wel jammer, maar ik denk dat veel mensen gewoon een verkeerd beeld hebben van wat wij precies doen. Als je interesse hebt in de zorg, moet je het gewoon proberen. Je kan zoveel richtingen uitgaan.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier