Maarten is doctor in de kunstgeschiedenis: “Het is een eenzame bezigheid”

Maartens Bassens (35) met zijn tweedelige proefschrift over Pieter Bruegel. © JS
Johan Sabbe

Torhoutenaar Maarten Bassens (35) is aan de Leuvense universiteit doctor in de kunstgeschiedenis geworden. Zopas verdedigde hij met verve zijn knappe proefschrift over de relatie tussen woord en beeld in de prenten die de Belgische kunstenaar Pieter Bruegel de Oude in de 16de eeuw gemaakt heeft.

Bruegel mag dan vooral bekendheid genieten als kunstschilder, hij heeft ook heel wat prenten getekend, die via koperplaten op een groot aantal exemplaren werden afgedrukt door Hieronymus Cock. Laatstgenoemde zorgde met andere woorden voor de commercialisering ervan.

Nederlands en Latijn

Onderaan de meeste prenten staan zinsneden, vaak tegelijk in het Nederlands en het Latijn.

“Ik heb onderzocht waar die tekst vandaan komt en of er een rechtstreeks verband bestaat met het beeld”, zegt Maarten. “Wat blijkt? Hoogstwaarschijnlijk heeft Cock die zinnetjes er zelf bijgevoegd, los van Bruegel. Hij wou zoveel mogelijk verkopen en vond de prenten voor de kopers aantrekkelijker met wat tekst erbij. We moeten er dus niet veel achter zoeken. De inbreng van Bruegel is ter zake heel beperkt geweest.”

Het proefschrift van Maarten bestaat uit twee delen: enerzijds een volume met zijn uiteenzetting en anderzijds een catalogus met de prenten van Bruegel.

In londen gewerkt

Maarten is opgegroeid in de Leiestraat op de wijk Torhout-Oost. Hij is de zoon van Rudi Bassens en Rita Lingier (beiden 65) en heeft een oudere zus Kim (37). Eerst heeft hij de masterdiploma’s geschiedenis en archivistiek behaald, respectievelijk in 2010 aan de KU Leuven en in 2011 aan de VUB. Daarna heeft hij enkele jaren gewerkt voor Vlaamse musea, privé kunstcollecties en culturele organisaties. In die periode werd hij ook bachelor en vervolgens master in de kunstwetenschappen, na studies die hij in 2016 aan de Leuvense universiteit afrondde. Eind 2016, toen hij net afgestudeerd was als kunsthistoricus, mocht hij als wetenschappelijk medewerker starten in het Prentenkabinet van de Koninklijke Bibliotheek van België op de Kunstberg in Brussel.

“Ook heb ik twee en een half jaar in Londen gewoond, waar ik als kunsthistoricus werkte voor het Courtauld Institute of Art”, vertelt Maarten. “Dat was een mooie, maar helaas ook bijzonder lastige periode, want corona doorkruiste veel te vaak mijn plannen.”

“Momenteel ben ik aan de slag als conservator van het Snijders & Rockoxhuis in Antwerpen. Dat is het museum van KBC, dat de collectie met 16de- en 17de-eeuwse kunst van de bank en verzekeraar bevat. Tegelijkertijd ben ik beheerder van de hedendaagse kunstverzameling van KBC. Om dichter bij mijn werk te kunnen wonen, verhuis ik eerstdaags naar een appartement in Antwerpen.”

Maarten is de voorbije acht jaar met de prentkunst van Pieter Bruegel bezig geweest. “De fascinerende wereld van de 16de-eeuwse Zuid-Nederlandse teken- en prentkunst boeit me”, zegt hij. “Wat Bruegel aan kunst gecreëerd heeft, is fenomenaal.”

Eenzame bezigheid

Nu hij doctor in de kunstgeschiedenis geworden is, zou Maarten een academische carrière kunnen nastreven, maar dat is niet zijn bedoeling. “Zo’n doctoraatsverhandeling schrijven, is een heel eenzame bezigheid”, erkent hij. “Je wordt helemaal opgeslorpt door je research en op die manier mis je sociale contacten. Let wel: ik heb dat onderzoek graag gevoerd en ben blij dat ik nu doctor ben, maar toch vertel ik mijn verhaal liever door tentoonstellingen op te zetten. Wat ik met mijn huidige job voor het KBC-kunstmuseum zal kunnen doen.”

De proffen Jan Van der Stock en Lieve Watteeuw waren de promotoren van Maarten tijdens zijn doctoraatsstudies. Lieve is overigens uit Brugge afkomstig.

“Voor de verdediging van mijn proefschrift daagden er zo’n 130 mensen op. Dat hoge aantal heeft me oprecht deugd gedaan.” (JS)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier