Master in de geschiedenis, dat is Marc Lemaitre dit jaar op 74-jarige leeftijd geworden. “Toen ik in 2018 niet meer verkozen werd in de gemeenteraad, had ik plots tijd om de studies te doen die ik als jonge kerel al had willen aanpakken”, klinkt het. Dit is het eerste interview in een minireeks over ondernemende Kortrijkzanen die na hun pensioen opnieuw gaan studeren.
Marc Lemaitre geniet al decennialang respect als lokaal politicus bij de socialistische partij, een tijdlang als schepen. Een tafelspringer is hij nooit geweest. Hij liet zich altijd kennen als iemand die zijn dossiers kent en de gewone man een luisterend oor geeft. Op vandaag is hij alleen nog actief in het partijbestuur van Vooruit en dus is er veel tijd voor zijn andere passies: lezen en studeren. De ochtendlectuur ligt nog op tafel. Behalve De Morgen zijn dat Knack, het Franse weekblad Le Nouvel Obs en Krant van West-Vlaanderen. De Kortrijkzaan heeft er ook zijn masterscriptie bijgelegd, het bewijs dat hij eerder dit jaar de graad van master in de geschiedenis wist te behalen aan de Universiteit Gent.
Proficiat, Marc. Kostte het je veel moeite om na je pensioen opnieuw in de boeken te duiken met als doel een universitaire graad te behalen?
“Dat viel goed mee. Het studeren is me altijd goed afgegaan. Als ik iets gelezen heb, beheers ik het ook meestal meteen en daarna is het een kwestie van hier en daar nog wat structuur aan te brengen in de leerstof om alles helemaal vast te hebben.”
Hoe voelde het om in de aula te gaan plaatsnemen tussen al dat jonge geweld?
“Ik blik daar met veel genoegen op terug, maar ik was daar zeker niet de enige 65-plusser. Meer nog, de eerste twee rijen waren gevuld met vergrijsde koppen (lacht), die allemaal heel aandachtig zaten mee te volgen. Daarna zaten de vele reguliere studenten en ik zat ergens achteraan. Ik ging twee of drie keer per week naar Gent en na verloop kende ik daar toch ook wel wat mensen. Eén van mijn docenten was Bruno De Wever (bekend historicus en broer van Bart De Wever, red.). Zijn lessen waren heel interessant en ik was er toch wel trots op dat ik voor zijn vak 18 op 20 behaald heb.”
Als jonge kerel heb je je studies afgebroken. Wilde je als gepensioneerde bewijzen dat je wel degelijk de universiteit aankon?
“Neen, ik wilde vooral doen wat ik als 18-jarige graag had gedaan: geschiedenis studeren. Mijn vader heeft me dat toen afgeraden. Wat kan je daar nu mee doen, zo zei hij. Lesgeven, en ze leggen de straten met geschiedenisleraars. En dus ben ik toen op zijn advies rechten gaan studeren aan de KULAK. Ik behaalde er het diploma Kandidaat in de Rechten, maar ik ben daarna gestopt. Het was de periode van mei ‘68 en ik had het te druk met politieke actie voeren (glimlacht). Al heb ik dat veel later wel goedgemaakt. In 2007 heb ik aan Open Universiteit Nederland alsnog een getuigschrift wetenschappelijk onderwijs Recht behaald. Ik mag de titel meester in Nederlands Recht voeren en door dat diploma kon ik in het Vlaams Parlement promoveren tot commissiesecretaris.”
Jouw vader drong aan om rechten te gaan studeren, zeg je. Dat lijkt me ook niet het klassieke advies van een ouder uit een arbeidersgezin.
“Ik kom dan ook niet uit een arbeidersgezin, want mijn vader was ondernemer. Hij had een eigen bedrijf en voerde garen in vanuit de Italiaanse streek Piëmont om het hier dan weer door te verkopen in de textielsector.”
In deze rubriek komen vooral ondernemers aan bod. Je bent ondernemend als student, maar geen ondernemer. Hoe kijk je naar hen?
(Denkt heel lang na) “Ik heb grote bewondering voor mensen die innovatief bezig zijn en iets nieuws ontwikkelen waar de mensheid baat bij kan hebben. Voor mensen aan de top die hun werknemers uitbuiten, heb ik alleen maar misprijzen. Ik heb altijd een hele grote verbondenheid gevoeld met de arbeidersbeweging en als er onrecht te bestrijden was, stond ik vaak mee op de barricades. Overigens klopt het niet dat ik zelf nooit ondernemer geweest ben. In de jaren negentig heb ik een jaar of drie gewerkt als zelfstandig traiteur van groentebereidingen. Het was een mooie job en ik had zelfs mijn eigen winkel: Seizoen. Ik kook trouwens nog altijd graag.”
En dan bij wijze van uitsmijter. Is er in Kortrijk een plek die je koestert?
(Meteen) “Ik ben weg van de Collegebrug die de Diksmuidekaai met de IJzerkaai verbindt over de Leie. Ik noem het graag een van de zeven wereldwonderen van Kortrijk. Die brug is van een grote schoonheid, maar vooral een architectonisch huzarenstukje. Als ik er voorbij kom, blijf ik er toch altijd opnieuw enkele minuten naar staan kijken.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier