Het gemeenschapsonderwijs doet het gebied achter de leefschool Stimuland van de hand. Met de opbrengst wil scholengroep Impact, de regionale afdeling waar de Beernemse school onder valt, investeren in modernere gebouwen. “Er gaan nu te veel middelen naar energie- en onderhoudskosten.”
Vorige week publiceerde de onderwijsverstrekker een lijst met sites en gebouwen over heel Vlaanderen die worden verkocht. Het oude patrimonium afstoten om te investeren in nieuwe gebouwen, dat is wat het gemeenschapsonderwijs wil doen met de grootschalige verkoopactie.
“De site achter Stimuland is eigenlijk te groot voor de school die daar zit”, legt coördinator infrastructuur van scholengroep Impact Wim Speecke uit. Bij scholen waar het totale gebied groter is dan tachtig vierkante meter per leerling, wordt een deel verkocht. Tussen de Burgemeester Claeysstraat en de Parkstraat verkoopt de scholengroep 13.617 vierkante meter van de site, die in totaal 19.724 vierkante meter groot is.
Als er per leerling meer dan tachtig vierkante meter is, wordt een deel verkocht
“We hebben onvoldoende middelen om alle gebouwen en sites in ons bezit te onderhouden. Voor iedere euro die we krijgen, zouden we zes euro nodig hebben. Om die onderfinanciering aan te pakken, moeten we dus een deel van de gebouwen verkopen”, vervolgt Speecke.
De eerste verkoopacties werden al in 2020 afgerond en het hele plan om de scholen klaar te maken voor de toekomst duurt een tiental jaar.
“Het kadert allemaal in een plan dat we in 2016 op gang hebben getrokken. We hebben scholen in het gebied van Lichtervelde tot Knokke, een hele oppervlakte dus. Momenteel wordt de opbrengst van verkochte sites al ingezet voor bouwdossiers van scholen in Jabbeke en Zedelgem. Bovendien worden er in de nabije toekomst nog dossiers opgestart.”
Leeftijd van gebouwen
Vooral de leeftijd van de bestaande gebouwen zorgt ervoor dat Impact niet eenvoudigweg tot renovatie kan overgaan. “We maakten dus de afweging om te blijven investeren of om gebouwen te verkopen. Momenteel gaan te veel middelen naar de energie- en onderhoudskosten. Wat we de komende dertig jaar daar niet aan moeten betalen, kunnen we inzetten voor leermiddelen. Dat is het uiteindelijke doel van ons plan”, besluit Speecke.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier