Het aantal zomerscholen kreeg afgelopen zomer een stevige boost. Bij de allereerste editie in 2020 waren er in onze provincie 18 initiatieven met telkens een tiental leerlingen. Dit jaar ging het over 1.454 leerlingen op 26 locaties. Dat blijkt uit cijfers die Vlaams parlementslid Loes Vandromme (CD&V) opvroeg bij onderwijsminister Ben Weyts (N-VA).
In een zomerschool volgen kinderen en jongeren vrijwillig en gratis minstens tien dagen een lesaanbod op maat om leerachterstand te voorkomen of te verhelpen. De lessen worden afgewisseld met sport, spel en cultuur.
In 2020, in volle coronapandemie, werden zomerscholen een eerste keer geïntroduceerd. “Toen moesten scholen lange tijd sluiten en dat zorgde bij veel kinderen voor een leerachterstand”, stelt Loes Vandromme. “Daarom werden die zomer in Vlaanderen 122 zomerscholen in het leven geroepen. Een jaar later waren dat er 125. Nu zijn ze structureel verankerd in een decretaal kader.”
Niet zaligmakend
Dit jaar steeg het aantal aanvragen overal, ook bij ons. West-Vlaanderen was goed voor 26 zomerscholen met 1.454 leerlingen. Koploper is Antwerpen, met 78 locaties.
“Zomerscholen zijn een goed initiatief, vooral voor onze meest kwetsbare kinderen. Maar het is natuurlijk niet zaligmakend. We bereiken een deel van die kwetsbare kinderen, maar lang niet allemaal. Zomerscholen hebben in de landelijke regio’s van onze provincie bijvoorbeeld nog geen ingang gevonden. Daarom blijven wij pleiten om in te zetten op extra ondersteuning binnen de klasmuren.”
Tussenkomst
Zomerscholen focussen zich op extra oefeningen voor Nederlands en wiskunde. Onderwijsinstellingen of lokale besturen die een zomerschool willen inrichten, kunnen rekenen op een tussenkomst van de Vlaamse overheid.
Zomerscholen waren deze zomer in Roeselare het populairst. Daar spijkerden op drie locaties 320 leerlingen hun kennis bij. In Brugge tekenden 239 kinderen op vijf plekken in. Knokke-Heist kreeg 160 leerlingen over de vloer.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier