Omstreden ‘nazi-monument’ Letse Bijenkorf verlaat Zedelgem: “Geen gepaste bestemming meer gevonden”
Nadat het eerder al uit het straatbeeld was verdwenen, verlaat het omstreden kunstwerk De Letse Bijenkorf nu ook definitief het Zedelgemse grondgebied. Het monument – volgens sommigen een eerbetoon aan de nazi-collaboratie – verhuist naar Letland waar het zijn stek krijgt in een museum. “We hebben gezocht naar een nieuwe, lokale bestemming, maar vonden die niet”, aldus schepen van Erfgoed Jurgen Dehaemers (CD&V-Nieuw).
In juni 2021 kwam het Zedelgemse gemeentebestuur in het oog van de storm terecht toen het Franse tijdschrift Paris Match in het monument De Letse Bijenkorf een eerbetoon had ontwaard aan de 12.000 Letse nazi-collaborateurs die na de oorlog in het krijgsgevangenkamp in Vloethemveld opgesloten zaten. Oppositiepartij Vooruit eiste de verwijdering van “De schande van Zedelgem”, maar Erfgoedschepen Jurgen Dehaemers (CD&V-Nieuw) stelde dat het werk geen ode vormt aan het nazisme, maar enkel aan de vrijheid.
Toch besliste de gemeente om het infobord bij het werk van een nieuwe, genuanceerdere tekst te voorzien. Later werd ook de naam van het plein waar het kunstwerk stond, het Brivibaplein, opnieuw veranderd in de oorspronkelijke naam Peerdenbilk. Volgens critici gaf de naam briviba, het Letse woord voor vrijheid, namelijk de indruk dat het monument in het teken staat van de vrijlating van de Letse krijgsgevangenen, die zo hun straf ontliepen.
Nieuwe bestemming
Eind 2021 oordeelde een internationale groep van historici dat het gemeentebestuur nooit de intentie had om een eerbetoon te brengen aan het naziregime of oorlogsmisdaden goed te praten. Tóch adviseerden diezelfde experten om het kunstwerk weg te nemen. Eind mei 2022 werd De Letse Bijenkorf weggehaald en ondergebracht in een gemeentelijke loods. Maar ook daar zal het monument binnenkort verdwijnen.
Samen met het internationaal begeleidingscomité werd gezocht naar een nieuwe bestemming voor De Letse Bijenkorf. “Maar die hebben we niet gevonden”, stelt schepen van Erfgoed Jurgen Dehaemers (CD&V-Nieuw). “We hoopten om het werk een nieuwe stek te kunnen geven in het Vloethemveld, waar het krijgsgevangenkamp zich bevond. Maar de diverse partners die bij dit gebied zijn betrokken, waren daar niet happig op. Daarom verhuist het werk nu naar Letland, waar het een vaste stek krijgt in het Museum van de bezetting van Letland. Het land was zélf vragende partij om het werk niet jarenlang te laten liggen in een stoffige ruimte.”
Op eigen kosten
Om de overdracht mogelijk te maken wordt donderdag een overeenkomst ter goedkeuring voorgelegd aan de Zedelgemse gemeenteraad. Daarna krijgt de Letse overheid twee maanden de tijd om het monument – op eigen kosten – op te komen halen.
Kamerlid Vicky Reynaert (Vooruit), die destijds de kat de bel aanbond, is tevreden met de beslissing. “Een eerbetoon aan de SS en de oorlogsmisdaden die zij begaan hebben, hoort niet thuis in onze publieke ruimte”, zegt ze. “Het monument riep – zeer terecht – enorm pijnlijke gevoelens op bij nabestaanden van de mensen die onder de nazigruwel overleden zijn, de vaderlandslievende verenigingen en de Joodse gemeenschap. Een verduidelijkende tekst en een extra bordje bij het monument zetten, was voor ons absoluut geen oplossing. Ik ben tevreden dat het gemeentebestuur heeft ingezien dat er in ons land absoluut geen plaats is voor een haatzaaiend monument vermomd als een kunstwerk voor de vrijheid.”
Pol Denys (Vlaams Belang) was destijds de bezieler van De Letse Bijenkorf. Toen de gemeente Zedelgem besliste om het werk te verwijderen, nam hij ontslag uit de gemeenteraad. Volgens Denys ging het gemeentebestuur veel te snel mee in de afkeur. “De manier waarop dit dossier wordt aangepakt, is schandalig”, stelde hij toen. (AFr)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier