Niet Dancing Dimi of The Hurricane, maar fenomeen Luc Marreel uit Gullegem was échte pionier van het tv-darts

Luc gaf de microbe door aan zijn zoon Wesley. © JD
Redactie KW

Tegenwoordig vliegen de Belgische dartspijlen je vanop de beeldbuis rond de oren. Dankzij Dancing Dimi of Kim ‘The Hurricane’ Huybrechts. Maar de échte tv-pionier voor de sport is een Gullegemnaar. Begin jaren tachtig vogelpikte Luc ‘Lucky Luke’ Marreel al op de BBC. Zijn zoon Wesley, zelf gebeten door de dartsmicrobe, vertelt zijn verhaal.

Een dartsbord waar de verschillende vakjes afgebakend worden door een dikke ijzerdraad. Het publiek houdt bij elke worp de adem in om het geringste geluid te vermijden. En dan komt ‘Loek Mahrel’, zoals de Britse commentator het uitspreekt, in close-up in beeld. De zelfgedraaide sigaret bengelend in de mondhoek om daarna zijn pijltje vlotjes in de ‘tripel twintig’ te piloteren.

Al begin jaren 80

Nog altijd zijn de beelden te vinden op YouTube, begin jaren tachtig zaten menig Belgen voor de beeldbuis gekluisterd om de live verslaggeving van het WK darts op de BBC te volgen. Begin jaren tachtig, inderdaad. Waar het vandaag de normaalste zaak van de wereld lijkt dat we ’s lands beste pijltjesgooiers op televisie hun ding zien doen, was dat toen pionierswerk.

(lees verder onder de video)

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Niet Dancing Dimi, noch Kim ‘The Hurricane’ Huybrechts waren de wegbereiders voor het televisiedarts in ons land. Neen, Luc Marreel uit Gullegem was de eerste die zijn kunnen wereldwijd etaleerde. Een naam als een klok in de dartswereld, maar een vergeten naam voor de menigte. Luc overleed op 11 mei 2015, maar gaf de microbe door aan zijn zoon Wesley (45).

Sinds een goed half jaar baat hij samen met zijn partner Deborah café De Gilde in Beveren-Leie uit. Het café ademt darts. Zes dartsborden aan de muur, een dartsshopje – dat anderhalf jaar geleden al op het wereldwijde web werd gelanceerd – aan de andere kant van de toog. “Ik ben dan ook in het wereldje geboren”, vertelt Wesley.

“In het Vlaamse darts mik je met zelfgemaakte pijltjes op een houten blok”

Grootvader Leopold legde de kiem voor het dartshart van zijn nageslacht. “Hij speelde Vlaamse darts. Met vier zelfgemaakte pijltjes met daaraan een kiekenpluim mik je daarbij op een houten blok”, klinkt het. “Ook mijn vader was er bedreven in en werd zelfs Belgisch kampioen. Toen stapte hij over naar de Engelse darts.”

Toptalent

Toen begon het avontuur pas echt. “Mijn vader bleek een toptalent. Hij speelde grotere en grotere tornooien en schopte het uiteindelijk tot Belgisch kampioen in 1981”, weet Wesley. Dat bracht Luc in Engeland, waar hij de bijnaam Lucky Luke kreeg. “Daar speelde hij in 1983 en 1985 op het wereldkampioenschap van de Britse dartsbond. Geen evidentie als Belg, je moest daar op uitgenodigd worden.”

Zieke moeder

Maar de Britten zagen Luc graag komen. “Op een gegeven moment kreeg hij een contract van 2 miljoen Belgische frank aangeboden, maar dat weigerde hij. Mijn moeder was op dat moment ziek geworden en verhuizen zag hij niet zitten. Hij verkoos zijn gezin boven een carrière in de darts – en het geld.”

“Wanneer mijn vader de slaap niet kon vatten, stond hij op en ging hij gooien”

Dat hij zo ver raakte, was zijn eigen verdienste. “Let op, mijn vader was écht een toptalent. Hij en zijn generatiegenoten zouden met gemak meekunnen met de toppers van nu, zeker aangezien de borden en pijltjes nu veel beter zijn. Maar het vergde ook veel training. Wanneer mijn vader de slaap niet kon vatten, stond hij op en ging hij gooien.”

‘Smijten’ voor een bak bier

Hij was een toptalent die daar ook graag wat show aan verbond. “Hij was toch wat een rebel”, gniffelt Wesley. “Op café sprak hij ooit iemand over het darts en probeerde hij hem te overtuigen van zijn talent. Daags nadien keerde hij terug en zette hij de trofee van de Dutch Open op de toog. Ook op café verweet iemand hem ooit dat hij er niks van kende. Hij wenkte de barman, vroeg drie pijltjes en met zijn elleboog op de toog mikte hij ze alle drie in de tripel twintig. Ooit werd hij zelfs geschorst in België. Hij had gesmeten voor een bak bier en dat was tegen de regels. Buiten de lijntjes kleuren deed hij wel graag.”

“Hij gebruikte zijn zelfgedraaide sigaretten om beter te kunnen richten”

Of dat roken op het podium ook een rebels kantje van zijn vader was? Niet in het minst. “Hij gebruikte zijn zelfgedraaide sigaretten om beter te kunnen richten. Wanneer roken op het podium verboden werd, schakelde hij over op tandenstokers. Tijden veranderden nu eenmaal. Vroeger stonden de bierkannen ook naast de spelers. Nu drinken ze water.”

‘Zoon van’

Wesley kijkt er met heel veel trots op terug. “Ik herinner mij dat mijn meter mijn mama overtuigde dat we langer mochten opblijven om mijn vader te zien spelen op tv – ook al namen we dat op op videocassette. Die beelden blijven mooi om naar te kijken. Toen mijn moeder ziek werd, stopte mijn pa, maar hij bleef in het wereldje door mijn broer en ik. Overal waar ik kwam, was het ‘Ben jij de zoon van?’.”

Nu vergeten

Die bekendheid lijkt nu wel wat tanende. Onterecht, vindt Wesley. “Er worden op televisie veel namen gedropt, maar mijn pa lijkt te zijn vergeten. En hij niet alleen, want mijn pa was dan wel de eerste op tv, hij was niet de enige grondlegger. Soms zouden ze toch wat meer erkenning mogen krijgen.”

Daar wil Wesley zelf ook voor zorgen. In zijn café organiseert hij vaker tornooien. “Maar ik droom ervan om een memorial in naam van mijn vader op poten te zetten”, aldus Wesley. “Als dat dan nog eens zou kunnen als een tornooi dat deel uitmaakt voor de ranking van een Belgische bond zou het heel goed zijn. Maar die moet nog opgericht worden, en dat is allerminst evident.”