Nele D’hooghe zorgt met haar gezin voor het zoontje van haar vermoorde zus: “Hij voelt zich goed tussen zijn nieuwe broers”
Deze week start het proces voor het hof van assisen in Brugge waar Pol Mistiaen terechtstaat voor de moord op zijn echtgenote Ellen D’hooghe (37). Voor de familie van het slachtoffer uiteraard een emotionele rollercoaster. “We zullen blij zijn als het achter de rug is”, zegt zus Nele D’hooghe (42).
De feiten speelden zich af in de nacht van 7 op 8 september in de Ketsersstraat in Oekene en zijn zowel gruwelijk als tragisch. Ellen D’hooghe had aangegeven haar man te verlaten, maar die zaterdagavond ging het koppel uit eten en in zijn verklaringen beweert Pol Mistiaen die nacht ook nog seks te hebben gehad met zijn vrouw.
Maar ’s nachts sloegen de stoppen van de man door. Met een ijzeren staf sloeg hij zijn vrouw dood, hun zoontje dat van het lawaai wakker was geworden suste hij met de bewering dat zijn mama ziek was. Zoon R., op dat moment 12 jaar, vond ’s ochtends een briefje aan de slaapkamerdeur waarop stond dat hij onder geen beding de ouderlijke slaapkamer binnen mocht en ook niet in ‘ons plekje’, de mancave in de tuin van het gezin. Toen de jongen beneden kwam zag hij zijn vader, die zichzelf van het leven had proberen te beroven, verdwaasd door de tuin lopen. Zoon R. verwittigde vrienden van het gezin, die meteen ter plaatse kwamen. “Wij kregen telefoon van die vrienden, dat er iets serieus was gebeurd”, herinnert Nele D’hooghe zich nog glashelder. “Toen wij naar Oekene reden, kruisten we nog een ambulance. Daar zal hij ( Pol Mistiaen, red .) ongetwijfeld in gezeten hebben. Het was ook allemaal zo onwezenlijk. Dat het niet goed ging tussen mijn zus en haar man, dat wisten we. Maar dat ze het met haar leven zou moeten bekopen, dat hou je toch niet voor mogelijk.”
Kletterende ruzie
Ellen D’hooghe was acht jaar jonger dan haar man, ze trouwden op 8 augustus 2008, op 08/08/08. Toen was hun zoontje al geboren. “Voor zijn geboorte had mijn zus al eens de intentie gehad om hem te verlaten. Het ging opnieuw slechter in het huwelijk toen Pol een motorongeval kreeg. Mijn zus werkte voor Familiezorg en besloot om thuis te blijven om hem te verzorgen. Maar plots zaten ze heel de tijd samen en alles wat zij voor hem deed kon op weinig appreciatie rekenen.”
Nele D’hooghe: “Mijn zus belde vaak met mij. Van zodra hij gaan werken was”
Uit de getuigenissen blijkt ondertussen ook dat Pol Mistiaen niet gegeneerd was om in bijzijn van vrienden zijn vrouw te kleineren. “Naast haar dagtaak ging mijn zus in het weekend ook nog bijklussen in de horeca, haar man deed vast de nacht. In feite zagen ze elkaar niet veel, maar toen ze door dat ongeval plots wel veel samen waren, ontplofte de bom. Mijn zus had ook contact met een vroeger vriendje, zij was een nieuw leven aan het voorbereiden. Wij wisten dat er wel eens kletterende ruzie was, maar bij mijn weten had hij daarvoor nog nooit fysiek geweld gebruikt. Maar hij kon haar wel op een andere manier kwetsen. Het is een erg dominante persoonlijkheid die enkel oog had voor zijn eigen goesting. Zijn vrienden waren daar welkom, zelf zijn we er nooit uitgenodigd. Dat mocht niet van hem, dat heeft hij ook zelf toegegeven. Toen we na de feiten in het huis zaten om nog wat spullen op te halen, realiseerden we ons dat we daar door hem eigenlijk nooit welkom geweest waren. Zijn maten waren belangrijker dan onze familie. Ik had wel veel contact met mijn zus, vaak telefonisch. Ze belde altijd ’s avonds. Als om 21 uur mijn telefoon ging, kon ik er prat op gaan dat het mijn zus was. Dan was hij gaan werken en kon ze ongeremd vertellen. Zo wist ik ook dat ze op zondag 8 september de praktische regeling van de scheiding zouden bespreken. Zover is het nooit mogen komen.” Aan de verklaring dat Pol Mistiaen zich weinig van de moord zelf herinnert, hecht Nele geen geloof. “Hij zou verdoofd zijn geweest. Hij was wel wakker genoeg om zijn zoon te gaan sussen en hem iets wijs te maken”, klinkt het nuchter.
Confrontatie met dader
Na dik anderhalf jaar staat het proces nu voor de deur. “We zullen blij zijn dat het achter de rug is”, zegt Nele. “Mijn man en ik moeten volgende dinsdag gaan getuigen. Ook mijn ouders Rik D’hooghe (62) en Marijke Vanlerberghe (61). Dat zullen moeilijke momenten zijn. We zullen ook voor het eerst weer geconfronteerd worden met de dader. Contact met hem hadden we nog niet. Maar R., die in juli 14 jaar wordt, ziet wel nog zijn tante ( de zus van Pol Mistiaen, red .) en ook zijn grootouders aan die kant. En hij krijgt ook brieven uit de gevangenis, eerst vanuit Ieper, nu vanuit Brugge.” R. werd meteen met open armen ontvangen bij Nele en Bart die in de Roeselaarsestraat in Rollegem-Kapelle wonen.
“Ik zou het mezelf niet kunnen vergeven hem naar een pleeggezin te sturen. Ook mijn ouders wilden hem opvangen. Maar hier zit hij beter, bij de jonge gasten. En hij heeft hier ook meteen zijn draai gevonden. De mensen van pleegzorg hebben hem verteld over het proces. ‘Dat is iets voor grote mensen en niet voor kinderen’, zegt R. daarover. Wij zullen blij zijn als alles achter de rug is en dat hij zijn verdiende straf heeft gekregen. Mijn zus heeft geen kans gekregen en haar leven is haar ontnomen. Maar nu ligt het in de handen van de rechtbank. Na het proces kunnen wij dan verder met ons leven. Met R., maar zonder mijn zus en zijn mama.”
Zoontje woont al anderhalf jaar bij tante: “Ik amuseer me met mijn nieuwe broers”
Eigenlijk zijn het zijn neefjes, maar voor R. M. ( wiens initialen we gebruiken omdat hij nog minderjarig is, red. ) voelt het aan als zijn broers. Zijn tante Nele D’hooghe is mama van vier zonen. Thybo (21) en de tweeling Arno en Lorenzo (20) Dutry uit haar eerste huwelijk, de kleine Artuur (4) uit haar tweede huwelijk met Bart Vandermeersch. En sinds september 2019 maakt ook R. M. deel uit van het kroostrijke gezin. “Ik zit hier met een huis vol mannen”, zegt Nele. Maar ook haar neefje voelt zich hier goed. “Ik amuseer me hier met mijn nieuwe broers.”
Zoontje R.: “Ik ga vaak naar het kerkhof, soms met het gezin, soms ook alleen”
Vroeger leed R. M. ook onder de gespannen situatie die heerste tussen zijn ouders. Nele: “Hij had altijd buikpijn. Mijn zus is ermee naar tal van dokters geweest, een oplossing vonden ze niet. Sinds hij bij ons woont is zijn buikpijn verdwenen.” R. M. knikt: “Behalve als ik naar de tandarts moet, dan durft dat wel eens terug te keren.”
R. M. was net van school veranderd toen de feiten zich in het eerste weekend van het schooljaar afspeelden. “Ik zit in het VTI in Roeselare en jeun me daar. Volgend jaar moet ik een nieuwe richting kiezen, maar ik ben nog aan het twijfelen. Ik ben nu ook aangesloten bij Winkel Sport. Matchen spelen zat er dit seizoen niet in, maar we mochten wel trainen en ik voetbal ook vaak met vrienden.”
Hij krijgt ook brieven van zijn papa vanuit de gevangenis die hij ook leest, maar waarop hij niet reageert. Ook hij zal blij zijn dat het proces achter de rug is. “Met mijn tante kan ik nog vaak eens over mijn mama praten. Dan hebben we het soms over haar lievelingseten en zo. Ik ga ook vaak naar haar begraafplaats in Sint-Eloois-Winkel, soms met het gezin, maar soms ook alleen.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier