Natuurpunt-bijtjes en de kinderen van kinderdagverblijf Tanneke zoeken elkaar op

Redactie KW

Begin dit jaar is Natuurpunt De Torenvalk gestart met een nieuw Leaderproject samen met zeven partners uit de zorgsector. Een van deze partners is Stad Tielt of beter gezegd Stedelijk kinderdagverblijf Tanneke.

Tanneke heeft drie locaties in Tielt (Tielt, Kanegem en Aarsele) en op elk van deze locaties heeft Natuurpunt De Torenvalk tijdens de laatste week van de Paasvakantie een natuurdag georganiseerd.

“Deze dag ging specifiek over wilde bijtjes. De bijen hebben het moeilijk, niet enkel in de steden maar ook op het platte land waar ze normaal met velen zouden moeten voorkomen. Dit komt vooral door het verlies van hun voedselbronnen, hun nestgelegenheid en het gebruik van pesticiden. Het gebruik van pesticiden is gelukkig in de steden aan banden gelegd en worden niet meer gebruikt door Stad Tielt maar meer bloemen en nestgelegenheid voor de bijtjes kan nooit geen kwaad”, klinkt het bij Natuurpunt.

“Daarbovenop hebben heel wat kinderen schrik van bijtjes en daar willen we toch ook verandering in brengen. Het start allemaal met bijtjes leren kennen: wat eten ze? Wanneer prikken ze? Kunnen alle bijen steken? Wat maakt een bijtje gelukkig? Om van je angst af te raken De antwoorden op deze vragen hebben we proberen uitzoeken tijdens de natuurdagen. Kinderen keken toneel, zaaiden bloemen en maakten bloembommen om ervoor te zorgen dat er voldoende eten in de buurt was voor bijen. Daarna maakten we een insectenhotel om de wilde bijtjes een veilige plek te geven om hun eitjes te leggen”, klinkt het.

De vrijwilligers van Natuurpunt De Torenvalk waren de hele dag aanwezig om alle grote en kleine vragen te beantwoorden. “Door dit soort biodiversiteitsacties in de stad geven we de lokale natuur een plekje dichtbij. De kinderen kunnen de insectenhotels iedere dag in de gaten houden om te zien of al een bijtje heeft besloten om een eitje te leggen. De bloemen komen hopelijk even snel hun kopje boven steken. Zo blijven de kinderen zorgen voor de natuur en kunnen ze genieten van hun mooie werk”, aldus Natuurpunt.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier