De universiteiten van Leuven en Gent zoeken samen met de instituten ILVO en VIB duizend burgers met een tuin voor een groot onderzoeksproject rond duurzame sojateelt in Vlaanderen. Minister Hilde Crevits heeft zich als eerste van de groep gezochte ‘burgerwetenschappers’ aangeboden voor het project.
ILVO is het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek en VIB het Vlaams Instituut voor Biotechnologie. Samen met de UGent en de KULeuven werd het project Soja in 1000 tuinen dinsdagvoormiddag gelanceerd in de volkstuintjes bij de Torhoutse stadsbibliotheek. Daar stond Pol Diopere een vierkante meter van zijn grond aan de minister af om in mei in functie van het experiment de soja te zaaien.
Ultieme doel is duurzame sojateelt in Vlaanderen
Als Vlaams minister van Landbouw, Innovatie en Voeding was Hilde Crevits direct bereid om de tuinhandschoenen aan te trekken. Zeker in haar eigen stad, waar ze met een knipoog de grond nog net iets beter noemde dan elders.
Het doel van het onderzoek is duurzame sojateelt in Vlaanderen stimuleren door de lokaal aanwezige bodembacteriën in kaart te brengen. Sojabonen staan als plantaardige eiwitbron voor menselijke en dierlijke voeding aan de top, maar bijna alle soja moet momenteel uit verre landen ingevoerd worden.
“In onze contreien soja telen, blijft vooralsnog een hele uitdaging”, aldus professor Sofie Goormachtig van UGent en VIB. “De lokale productie, die nochtans heel wat voordelen zou hebben voor het milieu, het klimaat en de economie, botst op te beperkte kennis, onder meer op het vlak van de ideale natuurlijke processen die zich afspelen in de bodem rond de sojaplant. Vandaar het experiment van de 1000 tuinen. We willen in kaart brengen welke bacteriesoorten in de Vlaamse bodem goed samenwerken met soja. Of anders gezegd: welke bodembacteriën de soja bij ons helpen groeien. Vergeet niet dat je in één gram aarde ongeveer een miljard bacteriën terugvindt. Er zitten met andere woorden veel meer bacteriën in een handvol aarde dan er mensen rondlopen op onze planeet. Vandaag is soja een subtropische plant die niet aangepast is aan de Vlaamse omgeving. Willen we soja zich hier laten thuis voelen, dan moeten we de juiste microbiële partners in de bodem vinden.”
Burgeronderzoekers krijgen uitgebreid takenpakket
Om in die opzet te slagen, zijn de onderzoekers dus op zoek naar 1000 zogenoemde burgerwetenschappers, die één vierkante meter van hun tuin willen vrijmaken om een 60-tal toegestuurde sojabonen te planten. Er zal voor een zo goed mogelijke spreiding over heel Vlaanderen gezorgd worden met een zorgvuldige selectie uit de brede variatie aan omgevingen en bodemtypes. Onder de 1000 burgers die zich aanbieden, graag ook 200 landbouwers, weliswaar niet om de soja op hun akkers te planten, maar in hun tuin.
De taken voor de burgeronderzoekers zijn omvangrijk. Ze moeten de richtlijnen qua zaai, teelt, bemonstering en oogst strikt opvolgen, geregeld bodemstalen nemen en die op een bepaalde temperatuur bewaren tot ophaling. Ook moeten ze de kieming, de groei, de peulvorming en de externe omstandigheden documenteren en krijgen ze vragenlijsten in te vullen. Bovendien is er maar één kans op de vijf dat op hun vierkante meter grond de soja effectief aanpakt.
“Dit soort projecten verkleint de kloof tussen wetenschappers en burgers”, vindt minister Crevits. “Als mensen zelf aan een wetenschappelijk onderzoek kunnen meewerken, creëer je er een veel groter draagvlak.”
Interesse om deel te nemen? Soja in 1000 tuinen
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier
