“Mijn wieg stond gewoon in de brandweerkazerne”: bij de familie Vanhee uit Middelkerke draait alles om vonken en vuur
De Vanheetjes ademen brandweer. ‘Pompier’ zijn is een echte familieaangelegenheid. Zowel vader Mario Vanhee (55) als zijn zonen Warre (18) en Seppe (22) zijn brandweermannen bij het vrijwillige brandweerkorps van Middelkerke. “Telkens Seppe op reis is, mist hij een grote brand”, lacht Mario. “En Warre is nog aan het wachten op zijn eerste grote interventie.”
Warre, de jongste telg, herinnert zich: “Vanaf ik papa kon zeggen, wist ik al dat ik brandweerman zou worden. En eerlijk gezegd, dat is nooit veranderd. Mijn wieg stond gewoon in de brandweerkazerne van Middelkerke, serieus waar!”
Goede oude tijd
Mario voegt er lachend aan toe: “In de goede oude tijd hadden we nog een vaste centralist. Als er een brandoproep was, vertrokken we met de kinderen – luier aan of niet – naar de kazerne. Die werden dan gewoon daar achtergelaten. Ja, dat kon toen nog. Nu moeten mensen zich eerst afmelden als ze de kleine thuis hebben.”
“Vroeger waren het Lionel Willems, Rik Vandekerckhove of nonkel Geert Deschacht die de dienst uitmaakten. Er zat altijd een ouwe brandweerman aan de radio en de kinderen vlogen gewoon een hoekje in met een bal en een minibrandweerwagen. Gelukkig waren het toen nog brave bengels. Tegenwoordig zou je dat niet meer kunnen doen met al die wildebrasjes”, lacht Mario.
Met fiets naar kazerne
Seppe, de oudste van de broers, vult aan: “We reden ook mee op pa’s fiets. Op zijn stuur stond een mini-zadel. Hij plaatste ons op zijn velo, ik achterop en Warre vooraan en dan raceten we naar de kazerne. Wij bleven in de centrale terwijl vader er met de brandweerwagen vandoor ging. Eigenlijk hebben we nooit anders geweten.”
Op 1 januari 2022 startte Seppe zijn loopbaan bij de brandweer. Twee jaar later, op dezelfde datum in 2024, volgde jongere broer Warre zijn voorbeeld. “Warre is gegroeid uit de jeugdbrandweer, duidt vader Mario. “Hij is echt een pionier, de eerste kadet van ons brandweerkorps. Veel jonge rekruten komen wel uit de jeugdbrandweer, maar Warre is de eerste die de stap heeft gezet naar de echte kadettenschool”, verduidelijkt zijn broer Seppe.
Toelatingstesten
Warre vond het theoretische deel van het ingangsexamen het lastigst. Hij geeft toe: “Ik ben geen wiskundig genie, zeg maar.” Maar hij voelt hij zich wel handig en heeft hij inzicht in bepaalde zaken. Mario benadrukt het tekort aan handige jongens in het korps. “Ze zijn allemaal heel hoog opgeleid, maar we missen dakdekkers, timmerlieden en loodgieters”, merkt hij op. Hij gelooft dat het korps mensen nodig heeft die zowel slim als handig zijn.
“Gelukkig heeft de brandweerleiding dit probleem erkend en besloten ze de toelatingstesten te herzien”, legt Seppe uit. “Als je nu een diploma hebt behaald na zes jaar middelbaar onderwijs of na zeven jaar beroepsonderwijs, hoef je die eerste zware ingangstesten niet meer af te leggen. Je moet nog wel laten zien dat je handig bent en dient de vereiste sportproeven te doen.” Dit nieuwe beleid lijkt beter te passen bij de diverse vaardigheden die nodig zijn in het brandweerkorps.
“In de twee jaar dat ik bij het korps ben, heb ik negen dodelijke interventies gehad” – Seppe Vanhee
In Middelkerke is het korps momenteel samengesteld uit 40 pompiers en 4 ambulanciers, waarbij het merendeel van het kader tussen de 45 en 55 jaar oud is, met Warre als jongste lid. “Die 44 vrijwilligers zijn voorlopig nog voldoende voor Middelkerke”, zegt Mario.
Op het bord is te zien dat er meestal maar 12 à 15 brandweermannen aangemeld zijn. Wat de kracht van Middelkerke betreft, wijst Mario op het feit dat veel pompiers bij de gemeente Middelkerke werken, waardoor ze overdag constant beschikbaar zijn. Warre, bijvoorbeeld, meldt zich om 6 uur ‘s ochtends af tot 17 uur, maar staat ‘s nachts altijd paraat.
Ergste branden
Opmerkelijk is ook dat Middelkerke nu twee beroepspompiers-ambulanciers heeft, Douwe Callenaere en Kevin Boudt, terwijl de rest van het team bestaat uit toegewijde vrijwilligers die vanuit huis vertrekken.
Vader Mario en zonen Seppe en Warre kijken elkaar aan en lachen als hen wordt gevraagd naar de ergste brand die ze hebben meegemaakt. Seppe begint: “Ik zal niet zeggen dat ik een pechvogel ben, maar ik lijk de ongevallen aan te trekken. In de twee jaar dat ik bij het korps ben, heb ik negen dodelijke interventies gehad. Blijkbaar is dit veel.”
Mario, beaamt: “Dat is heel veel! Normaal gesproken, zou je in een loopbaan van 10 à 15 jaar zoiets kunnen verwachten, maar hij heeft dit in twee jaar meegemaakt. Dit is niet gewoon, veel springers, zelfdodingen. Is dit door de tijden die veranderen?” vraagt Mario zich af.
Frustrerend
“Maar iedere keer hij op reis is, mist hij wel een grote brand. Voor een brandweerman is dit wel zwaar frustrerend!”
Mario lacht: “In de familie zeggen we dan: Seppe gaat op reis, we zullen weer moeten uitrukken voor een brand. Voor stront en strooi is hij er altijd bij, maar voor een grote brand is Seppe er niet! En Warre is nog aan het wachten op zijn eerste grote interventie.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier