Met een hart zo zacht en warm als haar wol: Katelijne runt al meer dan 40 jaar haar breiboetiek

Het is er klein en tot de nok gevuld met wol, dameskleren, kousen en naaiwerk, zo kleurrijk als haar karakter. © Christophe De Muynck
Bert Vanden Berghe

Ze worden steeds zeldzamer: de zaken waar de uitbater elk product door en door kent, waar service belangrijker is dan kortingen en waar het erfgoed niet alleen schuilt in de gevel en het interieur, maar ook in de mensen zelf. Omdat hun winkel uitbaten een erezaak is geworden. Al meer dan 40 jaar baat Katelijne ‘Sjettebolleke’ Vervaeke (61) haar breiboetiekje uit in Meulebeke. Met een hart zo zacht en warm als wol zorgt ze voor haar vader, bekommert ze zich om haar klanten en zet ze zich in voor de lokale toneelvereniging.

“Zolang ze maar de deur vinden, is het goed.” Katelijne glimlacht. Doorheen de jaren werden haar veel namen toebedeeld: Kathleen, Sjettebolleke, Marielyn, dadde van ’t hoeksje, maar iedereen kent Katelijne als een warme, bevlogen en charmante vrouw die al 42 jaar Breiboetiek Marielijne runt, met daarin de naam die linkt naar haar eerste en tweede naam.

Ze spreekt vol toewijding en vakliefde over haar winkeltje, ooit begonnen als franchisezaak voor 3Suisses en nog steeds een fijne plek voor haar trouwe klanten. De gevel op de vroegere Cnock oogt verweerd, en ook de deur en raamkozijnen hebben hun beste tijd gehad. Maar geen klant die daarom maalt. Het is er klein en tot de nok gevuld met wol, dameskleren, kousen en naaiwerk, zo kleurrijk als haar karakter.

“We zijn een uitstervend ras, ja. Binnen een paar jaar stoppen er veel van mijn generatie met dit soort winkels. Overnemen? Er is een grote stock en alles moet hier elk seizoen vervangen worden… Er kruipt veel tijd en geld in, maar ik ben altijd punctueel geweest. Niet alleen over mijn aanbod en de kwaliteit, maar ook als ze uitleg vroegen over iets dat ze online kochten. Je gaat toch ook niet met je eigen deeg naar de bakker met de vraag om je brood af te bakken?”

Hele generaties passeerden intussen de revue.
Hele generaties passeerden intussen de revue. © Christophe De Muynck

In de jaren 80 floreerden dit soort winkels. Ooit waren er hier een handvol gelijkaardige zaken op een boogscheut van elkaar, maar Katelijne is de enige die overgebleven is. Sinds 1989 vaart ze onder haar eigen vlag. Hele generaties passeerden intussen al de revue. “Vroeger kwamen de oma’s met hun dochter die een Maxi-Cosi bij hadden. Vandaag komen die kinderen zelf met een Maxi-Cosi.”

Rouw

Haar persoonlijke leven staat even op pauze, vertelt ze. Zo schiet lezen er tegenwoordig wat bij in. De wielertoeristenclub De Morgenvrienden vertrekt op zondagmorgen zonder haar, en een fietstochtje door haar geliefde Oostende is ook al even geleden. “Ze begrijpen het gelukkig dat het in deze fase van mijn leven even niet gaat. Als ik de koersfiets nog eens bovenhaal, dan is het om met een theelichtje en aansteker naar het kerkhof te rijden.” Haar ogen worden glazig als ze naar het bidprentje kijkt op de toonbank. Twee jaar lijkt lang, maar dat is het niet. Het afscheid van haar moeder is haar zwaar gevallen. Ze geeft toe dat ze er een stevige duw van heeft gekregen. “Iemand die dat niet verstaat, heeft nooit échte rouw meegemaakt.” Haar moeder kwam hier ook graag. Tijdens opendeurdagen presenteerde ze de mensen steevast een stuk zelfgebakken taart en verse koffie.

Het is nu stiller in de winkel en in huis. De taken die haar moeder zo zorgvuldig uitvoerde van bakken tot bloemschikken neemt Katelijne steeds vaker voor haar eigen rekening. Misschien ligt het aan het feit dat ze de oudste van drie is. Het zit in de kleine dingen, zoal het vullen van de bloembakken tot het koken voor de familie op zondagavond. Als ze stilzit, voelt Katelijne zich naar eigen zeggen schuldig. Ze zegt het niet met zoveel woorden, maar bij het zaaien van spinazie in haar serre voelt ze zich dankzij die warmte van de eerste lentezon weer heel even dicht bij haar moeder.

Toneel

Haar vader is er nog, al is het vaak vooral fysiek. “Elke dag vragen mensen die hem niet kennen hoe het met hem gaat. Ik vind dat lief. Want eigenlijk vragen ze hoe het met mij gaat”, glimlacht ze. Klagen is niets voor haar. Het is een periode in haar leven waar ze nu eenmaal door moet. Al steekt ze niet weg dat de zorg voor haar 91-jarige vader veel vraagt. “Een rusthuis zou ik niet over mijn hart krijgen, nee. In de keuken kijkt hij uit op de kerk van Wingene, in de woonkamer op die van Egem. Het zicht op de velden, de konijnen, de vogels, onze kippen… Dat is zijn lang leven. Als we dat afpakken, staat hier ook zo’n kaartje.” Ze zwijgt even. De gedachte aan haar moeder is nooit ver weg, al is het maar omdat haar vader elke avond vraagt waar ze is. Ze moet slikken.

De gevel op de vroegere ‘Cnock’ oogt verweerd, en ook de deur en raamkozijnen hebben hun beste tijd gehad. Maar binnenin boet het niets in aan charme.
De gevel op de vroegere ‘Cnock’ oogt verweerd, en ook de deur en raamkozijnen hebben hun beste tijd gehad. Maar binnenin boet het niets in aan charme. © Christophe De Muynck

Haar ouders hadden een landbouwbedrijf met varkens, en zelf is Katelijne meer een buitenmeisje dan ze wil toegeven, zegt ze. Je kan haar niet straffen met een dagje thuis. “Integendeel. Sinds een tijdje ben ik ook op donderdagvoormiddag gesloten, en dat pakken ze me niet meer af.” Al spendeert ze nog altijd graag veel tijd in haar breiboetiek, met heel wat levenslust. Diezelfde joie de vivre brengt ze ook naar de toneelvereniging De Karel van Mander-Ghesellen in Meulebeke. “Ik speel al sinds 1976 toneel, toen nog bij de KLJ in Egem. In de jaren 80 pikte ik het weer op, en ondertussen ben ik ook voorzitter geworden. Ik doe het nog steeds heel graag. Ze moesten het maar één keer vragen of ik nu moeder overste wilde spelen met de jonge gasten. Altijd weer in een nieuw personage stappen. Heerlijk is dat. Maar het blijft een uitdaging om nieuwe mensen aan te trekken, vooral jonge mannen. Maar met de jonge gasten zorgen we ervoor dat de vereniging blijft bestaan.”

Katelijne gaat mee met haar tijd. Ze is met haar boetiek ook erg actief op Facebook. “Je zou ervan schrikken wat dat doet. Het vraagt tijd, ja, maar ik kan dat niet meer missen.” Net als haar winkeltje overigens. “Veel is er niet veranderd doorheen de jaren. Het behang is nog steeds hetzelfde, al komt het ondertussen wat los. Maar hoeft het allemaal zo nieuw te zijn? Nee, zo behoudt het zijn charme en eigenheid. Ik doe het nog steeds graag, tot de etalage toe.”

Als ik vraag wat ik haar nog mag toewensen, aarzelt ze geen seconde. “Een goeie gezondheid.” Ze glimlacht breed. “Dan heb je eigenlijk al alles.” Er is geen vezel in ons lijf die het haar níét toewenst.

Lees meer over: