“Meer dan kommer en kwel”
Thuislozen kunnen elke dag in de daklozenopvang van De Noorderbrug terecht. Je krijgt er een maaltijd, een warm bed en in de zetel of bij een spelletje is het er vaak aangenaam vertoeven. “Onze gasten hebben vaak veel miserie, maar dat wil niet zeggen dat ze hier voortdurend met die kommer en kwel moeten worden geconfronteerd”, vertelt coach nachtopvang Anwar Ladlani.
Dit artikel maakt deel uit van ons Dossier daklozen in West-Vlaanderen. p>
Sinds de winter van 2014-2015 organiseert het Welzijnshuis (OCMW) in Roeselare nachtopvang. Oorspronkelijk van november tot en met maart. Maar sinds april 2016 organiseren ze die opvang permanent. “We gaan ervan uit dat het niet enkel tijdens de wintermaanden is dat een dak- en thuisloze persoon nood heeft aan opvang. Met de organisatie van de nachtopvang willen we enerzijds vermijden dat een thuisloze de nacht op straat dient door te brengen en anderzijds hebben we tot doel om de leefomstandigheden van dak- en thuislozen te verbeteren“, vertelt Tine Seynaeve, departementshoofd van het Welzijnshuis.
Sinds begin 2017 moeten de daklozen hun plekje reserveren. “De Noorderbrug, waar we de nachtopvang organiseren, beschikt over tien bedden die bij extreme weersomstandigheden kunnen uitgebreid worden tot dertien. Vroeger was het zo dat men zich gewoon moest aanmelden. In het begin hadden we ruim voldoende plaatsen, maar er waren dan ook momenten waarop de vraag groter was dan het aanbod. In principe hanteerden we de regel dat je slechts vijf op de acht nachten bij ons kon verblijven, maar doordat de vraag toch lange tijd kleiner was dan het aanbod, werd dat niet echt bijgehouden. Op een bepaald moment begon dat toch een probleem te worden en werd beslist om voor een reservatiesysteem te gaan. Dat heeft zowel voor ons als de dakloze voordelen. Wij weten hoeveel er komen en de dakloze is al van rond de middag zeker dat hij of zij een plaats heeft om te slapen. Als we vol zitten, dan weten ze dat ook direct en hebben ze nog lange tijd om een ander onderkomen te zoeken, eventueel in een ander centrum.”
“We gaan mee op zoek naar een structurele oplossing”
Stijging
“Sinds 1 januari 2017 reserveerden al 187 unieke personen een bed in onze nachtopvang”, vertelt Anwar Ladlani, hij is samen met Tom Bossaert coach nachtopvang. “We hebben geen cijfers voor 2016, maar toen hadden we gemiddeld 7,4 personen te gast, op vandaag is dat gemiddeld 8,5. We merken dus toch een stijging wat het aantal dak- en thuislozen betreft.” De nachten worden kouder, maar dat betekent niet dat het plots een stuk drukker wordt in De Noorderbrug. “Het is druk, maar dat is altijd zo en heeft niet per se met de koude te maken. Integendeel, vaak merken we dat het aantal afneemt in de winter. Dat komt omdat andere centra, zoals in Oostende, nu ook openen. Bovendien zijn kennissen of familie bij extreme omstandigheden rapper geneigd om een helpende hand te bieden.”
Huiselijk gevoel
In De Noorderbrug zijn de daklozen vanaf 20 uur welkom voor een maaltijd en een warm bed. “Sommige zien we meermaals terugkeren, anderen slechts een keer. Het liefst zien we hen zo kort mogelijk, want dat wil meestal zeggen dat er een oplossing gevonden is. Grote conflicten zijn er amper, al komt niet iedereen evengoed overeen natuurlijk. Daar houden we dan bijvoorbeeld rekening mee in de kamerverdeling”, horen we van Anwar. “We proberen altijd voor een huiselijk gevoel te zorgen en dat zorgt vaak voor een leuke boel met wat muziek of het spelen van een spelletje. Wie naar hier komt heeft vaak al heel wat miserie en het is niet de bedoeling dat we hen heel de avond confronteren met alle kommer en kwel!”
De begeleiding gebeurt telkens door een professional, zoals Anwar en Tom, samen met een vrijwilliger.
“We hebben een groep van 30 à 40 vrijwilligers waar we een beroep op doen. De ene vrijwilliger komt wekelijks, een ander slechts sporadisch. Sinds enkele maanden is er nog een derde iemand die ‘s nachts mee begeleidt, dat laat ons toe om ons ook overdag nog meer in te zetten voor de daklozen. We helpen hen met praktische zaken die vaak te moeilijk zijn. Al is het maar hen begeleiden naar de huisarts, voor heel wat daklozen maakt zoiets een wereld van verschil.”
Kop koffie
“We zijn vaak een luisterend oor, de tussenpersoon ook richting maatschappelijk werker. We doen dit vaak ook op een erg losse manier. We gaan niet zomaar iets proberen los te peuteren. Als ze hun probleem kwijt willen, dan zal dat wel gebeuren. Soms volstaat het om een kop koffie te drinken of gewoon samen iets te doen om tot resultaat te komen. Ook met zij die een onderkomen gevonden hebben, proberen we contact te houden om ervoor te zorgen dat ze effectief van straat blijven en niet door soms domme zaken niet plots weer in de miserie zitten.”
“Sowieso is de nachtopvang geen eindstation voor ons, maar de start van de zoektocht naar een structurele oplossing voor hun thuisloosheid”, aldus Tine nog. Elke persoon kan twintig nachten per maand in de nachtopvang terecht.
Dossier daklozen in West-Vlaanderen
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier